5-107COM | 5-107COM |
De heer Bert Anciaux (sp.a). - Recent voerde een aantal verbolgen ouderen actie in het fonkelnieuwe station van Luik-Guillemins. Blijkbaar oordeelde architect Calatrava dat zitbanken niet passen in de esthetiek van het gebouw. De NMBS beaamt die analyse en verklaart dat in het nieuwe station van Bergen, ook een ontwerp van Calatrava, evenmin plaats is voor zitbanken. Ook in het Centraal Station van Brussel vinden de reizigers amper enkele banken, terwijl er oorspronkelijk heel wat stonden.
Tegelijkertijd stel ik twee dingen vast: steeds meer ouderen maken gebruik van het openbaar vervoer en door vertragingen en geschrapte treinen moet er langer worden gewacht.
De ontwerper stelt dat de reizigers zich niet te vroeg op het perron moeten begeven. Wellicht om de sterk aanwezige winkels ten dienste te zijn ... Die redenering gaat voorbij aan enkele belangrijke feiten, zoals de vaak desolate stations voor of na de spitsuren en de onoverzichtelijke aankondiging van de aankomsturen, die door tal van euvels bijna onvoorspelbaar zijn geworden. Bovendien biedt ook de publieke ruimte buiten de perrons bijzonder weinig zitruimte.
Hierbij mogen we of moeten we misschien zelfs pertinente vragen stellen.
Hoe apprecieert en evalueert de minister de keuze van architecten om uit esthetische afwegingen geen zitbanken meer te plaatsen op perrons van enkele nieuwe spoorwegstations? Hoe valt die keuze te rijmen met de steeds grote deelname van ouderen en wellicht ook van mensen met beperkingen aan het openbaar vervoer? Hoe verzoent de minister het verminderde aantal zitbanken in de spoorwegstations met het nog steeds toenemende aantal vertraagde of geschrapte treinen?
Beaamt de minister mijn analyse dat hier verkeerde keuzes worden gemaakt? Deelt de minister mijn overtuiging dat, rekening houdend met de eerder geformuleerde ontwikkelingen, de spoorwegstations steeds meer comfort zouden moeten bieden? Stelt ze met mij vast de NMBS in de feiten steeds minder op de behoeften van reizigers inspeelt?
Is de minister bereid de NMBS duidelijke richtlijnen te geven om juist meer en betere zitmogelijkheden ter beschikking te stellen? Zo ja, hoe zal de minister dat concretiseren? Zo niet, met welke argumenten wijst de minister mijn oproep af?
Mevrouw Inge Vervotte, minister van Ambtenarenzaken en Overheidsbedrijven. - Eerst en vooral beklemtoont de NMBS Groep dat niet de architect, maar wel de opdrachtgever beslist of er in een station zitbanken komen en waar die precies worden geplaatst. De banken op de perrons vallen onder de bevoegdheid van Infrabel. Voor de stationshallen bepaalt de NMBS Holding bij de renovatie of de bouw van stations hoeveel banken er komen en waar ze worden geplaatst.
Voor het aantal zitbanken in een station houdt men rekening met meerdere parameters: het aantal reizigers in het station; het feit of het gaat om een aansluitingsstation waar reizigers wachten en overstappen, dan wel om een gewoon instapstation; de aanwezigheid van concessies zoals een buffet of een snackbar waar reizigers eveneens kunnen wachten; de beschikbare oppervlakte om zitbanken te plaatsen zonder de reizigersstromen te belemmeren. De keuze van de zitbanken hangt ten slotte ook af van de architectuur en de esthetiek in de omgeving van de lokettenzaal.
In Luik-Guillemins werden banken geplaatst in de grote onderdoorgang, in het Travel Centre en op de voetgangersbruggen. De NMBS Groep deelt mij mee dat binnenkort extra banken op de perrons worden geplaatst, in totaal goed voor 150 tot 180 zitplaatsen. Het totale aanbod van zitplaatsen ligt niet lager dan in het oude station, vooral niet wanneer de extra banken er zullen zijn.
In Bergen zal Infrabel erop toezien dat de Revalornormen van de NMBS Groep worden toegepast; die normen bevatten ook criteria voor zitbanken.
Bij de renovatie van Brussel-Centraal werden zitbanken verwerkt in de zuilen op de perrons. De NMBS Groep meldt mij dat meer zitbanken op de perrons van Brussel-Centraal niet te rijmen vallen met de densiteit van wachtende reizigers tijdens het spitsuur.
De vragen van de heer Anciaux zijn zeer relevant. Reizigerscomfort mag niet onderschat worden. Comfort en esthetiek moeten met elkaar verzoend worden; geen van beide criteria mag voorrang krijgen op het andere. Voor werkzaamheden van een dergelijke omvang is dat zeker niet aanvaardbaar. Uiteraard dient ook rekening te worden gehouden met de veiligheid, de reizigersstromen en de Revalornormen.
De heer Bert Anciaux (sp.a). - Tot slot van deze vergadering heb ik een `gemotiveerde motie' voorbereid.
Ze luidt als volgt:
"Gelet op het feit dat dit wellicht de laatste vraag is waarop de minister in deze edele Senaat antwoordt,
gelet op het feit dat de minister in dit harde beroep geen frêle of kwetsbare dame is geweest, maar ze meer dan haar vrouw heeft gestaan,
gelet op het feit dat politiek voor alles dienstverlening aan de mensen betekent en ik in die zin als collega-minister in de Vlaamse regering prettig met haar heb mogen samenwerken,
gelet op het feit dat de minister ondanks de talloze vreselijke vragen altijd fantastisch heeft geantwoord en niet cynisch is geworden,
gelet op die onvoorstelbare prestatie in deze niet altijd aangename tijden,
verzoek ik de commissie minister Inge Vervotte te danken en mee te geven dat ze vooral zichzelf moet blijven."
De voorzitter. - Mevrouw de minister, ik kan me daarbij alleen maar aansluiten. Overigens weet ik niet wat ik daaraan nog zou kunnen toevoegen. Ik wens u veel arbeidsvreugde, voldoening en welzijn in uw nieuwe job.
Overigens heb ik de indruk dat u zich al aardig in de welzijnsterminologie aan het inwerken is, want u sprak over de `wachtlijsten' voor de loketten. (Hilariteit en applaus)
(La séance est levée à 11 h 40.)