5-104COM | 5-104COM |
M. le président. - Je vous propose de joindre ces demandes d'explications. (Assentiment)
De heer Patrick De Groote (N-VA). - Enige tijd geleden werd in de media melding gemaakt van het geval van een vrouw die bij een selectieprocedure voor de politie geslaagd was voor de examens en de fysieke proeven, maar uiteindelijk uitgesloten werd op basis van het niet-kankervrij zijn voor een periode van twee jaar.
Ik heb al eerder een dossier aangekaart bij het ministerie van Landsverdediging in verband met de uitsluiting van een kandidaat-rekruut bij het leger op basis van de vereiste dat de kandidaten vijf jaar kankervrij moesten zijn.
Ik stel me de vraag of het wel geoorloofd is dat bij een selectieprocedure mensen lukraak worden uitgesloten voor een bepaalde periode?
Op basis van welke regelgeving wordt de selectievoorwaarde van twee jaar kankervrij opgelegd? Staan die `twee jaar' letterlijk vermeld in de wettekst?
Werd onderzoek verricht naar mogelijke strijdigheid van die selectievoorwaarde met andere wetgeving, in het bijzonder met de antidiscriminatiewetten?
Sinds wanneer is de grens van `vijf jaar' kankervrij teruggebracht tot `twee jaar'? Wat was de reden voor die wijziging?
Heeft de politie in verband met de aanwervingsprocedure in het verleden contact gehad met het Centrum voor gelijkheid van kansen en voor racismebestrijding? Werd het criterium ook voorgelegd aan het centrum?
Hoeveel kandidaten werden de jongste jaren op basis van het criterium van twee jaar kankervrij zijn, uitgesloten uit de wervingsprocedure?
De heer Bert Anciaux (sp.a). - Na het betoog van collega De Groote kan ik kort gaan.
Met het instellen van dit soort criteria begeeft de werkgever, namelijk de Belgische Staat, zich op een gevaarlijk hellend vlak waarbij op discriminatie kan worden gewezen. Het Centrum voor gelijkheid van kansen en voor racismebestrijding heeft zich daarover ook al uitgesproken. In afwachting van een behandeling ten gronde geeft de selectieprocedure wat mij betreft aanleiding tot heel wat vragen.
Hoe verklaart de minister dat een sollicitant na een selectieprocedure die negen maanden heeft geduurd, wordt geconfronteerd met een afwijzing voor een reden die al bij aanvang duidelijk aanwezig was? Verdedigt de minister die gang van zaken? Verliep alles zoals het moest of werd een procedurefout gemaakt? In dat geval is de minister bereid meteen de procedure aan te passen zodat de pijnlijke criteria verdwijnen? Over kanker en bepaalde andere ziektes kan niet in algemene termen worden gesproken. Er is ook geen zekerheid over de termijn voor het herstel. Gespecialiseerde artsen kunnen wel, op basis van klinisch onderzoek en andere gegevens, verklaren dat de patiënt geen ziekteverschijnselen meer vertoont en dus als genezen wordt verklaard.
Hoe evalueert de minister het criterium dat sollicitanten twee jaar buiten therapie moeten zijn om als personeelslid te worden aanvaard? Waarop steunt die voorwaarde? Bestaat er daarvoor internationaal gevalideerd wetenschappelijk onderzoek dat zou bewijzen dat na twee jaar de risico's wel en bijvoorbeeld na één jaar niet zijn uitgesloten? Aanvaardt de minister de opmerking dat de maatregel eigenlijk nergens op slaat en dat een attest van een gespecialiseerd arts voldoende zou moeten zijn?
Is de minister bereid de sollicitatieprocedure voor de politie met betrekking tot genoemde aspecten drastisch te herzien? Zo ja, wanneer zal de wijziging van toepassing zijn?
Mevrouw Annemie Turtelboom, minister van Binnenlandse Zaken. - De medische criteria waaraan de kandidaten voor het operationeel kader van de politiediensten moeten voldoen, zijn vastgelegd in bijlage 4bis bij het ministerieel besluit van 28 december 2001.
Daarin wordt onder meer bepaald dat een kandidaat gedurende twee jaar na zijn laatste behandeling voor kanker, tijdelijk ongeschikt is. Sinds 15 mei 2009 bedraagt de periode van tijdelijke medische ongeschiktheid twee in de plaats van vijf jaar.
Die aanpassing maakte toen deel uit van een algemene evaluatie van de medische criteria. Bij die evaluatie werd uiteraard ook aandacht besteed aan het niet-discriminatoire karakter van de gehanteerde medische criteria. Daartoe werden de criteria uitvoerig besproken met het Centrum voor gelijkheid van kansen en voor racismebestrijding.
Er zijn geen gegevens voorhanden aangaande het aantal kandidaten dat werd afgewezen wegens het feit dat hun laatste kankerbehandeling minder dan twee jaar vóór het medisch onderzoek heeft plaatsgevonden, maar de geneesheren bevestigen dat zulke afwijzing zelden voorkomt.
Wat de vraag betreft over het moment waarop de medische geschiktheid van een kandidaat wordt nagegaan, moet worden opgemerkt dat de beoordeling van de medische geschiktheid van de kandidaat, overeenkomstig de wet van 28 januari 2003 zo laat mogelijk in de aanwervingsprocedure moet plaatsvinden. Men moet immers voorkomen dat een werkgever iemand eerst medisch test en hem daarna, bij wijze van spreken, op voorhand, medisch ongeschikt verklaart. Dat is een algemene regel in de arbeidswetgeving, die niet alleen voor de politie geldt. Die regeling geldt als een bescherming van de werknemer, die op elk moment kan aantonen wat hij waard is. De medische procedure komt helemaal op het einde.
De overheid moet als werkgever in een verantwoorde medische selectie kunnen voorzien. De kandidaat moet medisch geschikt worden geacht om de zware opleiding te kunnen volgen en het veeleisende beroep van politieambtenaar te kunnen uitoefenen. Dat is een verantwoordelijkheid ten opzichte van de samenleving maar ook ten opzichte van de betrokken kandidaat zelf.
In 2009 werden de criteria versoepeld. Daarmee werd ingespeeld op de maatschappelijke, maar ook de medische evolutie en konden meer mensen zich kandidaat stellen.
Het wedervaren van mevrouw Parys heeft me ertoe aangezet opnieuw vragen te stellen bij de regels. Ik heb gezegd dat de lineaire wachttijden niet meer van deze tijd zijn en de kankerbehandelingen niet met elkaar vergeleken kunnen worden. Sommige kankerbehandelingen zijn zeer zwaar, zodat kandidaten twee jaar na de laatste behandeling begrijpelijk nog niet kunnen voldoen aan de medische tests en wellicht ook niet aan de nog zwaardere fysieke opleiding.
Er zijn echter ook heel wat kankerbehandelingen waarbij de patiënten zelfs zwaar fysiek werk kunnen blijven doen. Dat hangt gewoon af van de fase en de aard van de behandeling.
Ik heb enkele maanden geleden de arbeidsgeneeskundige dienst van de federale politie dan ook de opdracht gegeven de regels verder te verfijnen. Daarover werd ook al overleg gepleegd met het Centrum voor gelijkheid van kansen en voor racismebestrijding, alsook met specialisten-oncologen, want ook de medische wereld staat op dat vlak niet stil.
We hebben medio oktober het advies van de Vlaamse liga tegen kanker ontvangen en op het ogenblik worden de teksten uitgewerkt, waarbij we uiteraard beginnen met het syndicaal overleg.
De heer Patrick De Groote (N-VA). - Ik dank de minister voor haar duidelijke antwoord. Het verheugt mij dat ze tenminste bereid is het dossier vooruit te helpen. Voor mij is het kenmerkend dat bij de politie en het leger verschillende termijnen worden gehanteerd voor de indienstneming van gewezen kankerpatiënten, namelijk een termijn van twee jaar en een termijn van vijf jaar. Dat is absurd.
Ik heb het probleem ook aangekaart bij minister Milquet. Zij beweert dat het leger in verband met de zaak die ik destijds heb aangekaart, niet onwettig heeft gehandeld, maar dat mijn vraag gegrond is en dat de minister van Binnenlandse Zaken een initiatief zou moeten nemen om de regelgeving voor de politie te wijzigen.
Zoals de minister zegt, is de ene kankerbehandeling de andere niet. In het verleden werd daar nogal willekeurig over geoordeeld. In het algemeen mag niet worden gediscrimineerd, maar als bij wet wordt afgeweken van een regel, dan mag wel worden gediscrimineerd. Daar heb ik een probleem mee.
Een Europese richtlijn zegt dat discriminatie alleen kan wanneer de aanwerving van de ex-kankerpatiënt de operationaliteit van het leger of de politie in gevaar brengt. Ik vraag mij af hoe de operationaliteit van het leger of de politie in gevaar kan komen door een ex-kankerpatiënt het beroep te laten uitoefenen waar hij of zij al jaren van heeft gedroomd.
Ik heb destijds in de Kamer en nu ook in de Senaat een wetsvoorstel ingediend om dat soort discriminatie weg te werken. Ik hoop dat de minister het eens zal bekijken.
De minister zegt dat de medische beoordeling zo laat mogelijk in de procedure moet komen, om de werknemer de kans te geven aan te tonen wat hij kan. Zoals ik zojuist zei, gaat het toch niet aan dat een kandidaat die alle tests, ook de fysieke glansrijk heeft doorstaan, nadat hij het medisch formulier heeft ingevuld, moet horen dat hij niet geschikt is wegens een kankerbehandeling.
Ik hoop dat de minister die discriminatie nog eens wil onderzoeken. Het verheugt me wel dat ze stappen in de goede richting doet.