5-101COM

5-101COM

Commission de la Justice

Annales

MERCREDI 9 NOVEMBRE 2011 - SÉANCE DE L'APRÈS-MIDI

(Suite)

Demande d'explications de M. Bert Anciaux au ministre de la Justice sur «la répartition entre les différentes régions du produit des amendes de roulage» (no 5-1170)

De heer Bert Anciaux (sp.a). - In 2010 brachten verkeersboetes bijna 370 miljoen euro op voor de Belgische staat. In een schriftelijke vraag (5-2063) ondervroeg ik de minister van Financiën over de verdeling van die opbrengsten per landsgedeelte. De cijfers die de minister mij bezorgde geven aanleiding tot enkele opmerkelijke conclusies. Zo blijken de opbrengsten uit boetes die voortkomen uit veroordelingen sterk te verschillen van gewest tot gewest. In 2010 bracht dat soort boetes in Vlaanderen en Wallonië ongeveer 56,6 miljoen euro op, waarvan 46,6 miljoen euro of 82,4% werd geïnd in Vlaanderen. Wallonië is goed voor iets minder dan 10 miljoen euro ofwel 17,6%. Die percentages waren ongeveer constant gedurende de afgelopen tien jaar.

Het bedrag van de boetes afkomstig uit transactionele stortingen schetsen een heel ander plaatje. Die boetes leverden in 2010 53,8 miljoen euro op, waarvan 37 miljoen euro of ongeveer 68,7% op het conto van Vlaanderen te schrijven is. In Wallonië is dat 16,8 miljoen euro of iets meer dan 31,3%. Die cijfers weerspiegelen beter de bevolkingsaantallen in beide landsdelen.

Bij de vergelijking van die inkomsten met de bedragen van boetes die uit veroordelingen voortkomen, rijst al snel de conclusie dat er in beide landsdelen een andere justitiële aanpak bestaat.

Hoe verklaart de minister die scheeftrekking waarbij er in Vlaanderen tot vier keer meer betaald wordt dan in Wallonië? Zijn er in Vlaanderen dan relatief meer verkeersovertreders? Zijn de Vlaamse rechters strenger dan de Waalse rechters of worden er hogere boetes uitgesproken in Vlaanderen? Heeft dat verschil misschien veeleer te maken met de performantie en de prioriteiten van de gerechtelijke arrondissementen?

Hoeveel gerechtelijke procedures inzake verkeersdelicten werden er jaarlijks en per gerechtelijk arrondissement gedurende de periode 2006-2010 aangevat? Hoeveel van die zaken leidden ook daadwerkelijk tot een veroordeling? Vindt de minister die verhoudingen normaal en kan hij ze verklaren?

Hoeveel boetes werden er jaarlijks en per gerechtelijk arrondissement uitgevaardigd in het kader van een gerechtelijke veroordeling voor de periode 2006-2010? Vindt de minister die verhoudingen normaal en kan hij ze verklaren?

De heer Stefaan De Clerck, minister van Justitie. - De vraag naar het bestaan van een verschillende justitiële aanpak inzake verkeersveiligheid en naar de verdeling van de opbrengst en de inning van de boetes tussen Vlaanderen en Wallonië houdt verband met het communautaire debat. Het is niet de bedoeling dat debat hier te voeren.

Ik wens wel enkele elementen mee te geven.

De verkeersveiligheid is een zeer complexe materie die zich uitstrekt over domeinen die het verkeersreglement overstijgen en waarbij versnipperde bevoegdheden spelen.

Aldus hebben de federale bevoegdheden betrekking op de verkeersreglementering, het rijbewijs, het voertuig, sensibilisatie en informatie, het verkeerstoezicht van de politie en het strafrechtelijk beleid van Justitie.

De gewestelijke bevoegdheden hebben betrekking op de verkeersinfrastructuur en -signalisatie voor de autosnelwegen en de gewestwegen, de plaatsing en de terbeschikkingstelling van automatisch werkende controleapparatuur, informatie en sensibilisatie en de voogdij op de aanvullende gemeentelijke reglementen. De gemeenschapsbevoegdheden hebben betrekking op het onderwijs inzake verkeer.

Ook de provincies en gemeenten zijn bevoegd inzake verkeersveiligheid, onder meer als wegbeheerders en specifiek wat de gemeenten betreft, als bestuurders van de politiezones.

Dat versnipperde landschap heeft als gevolg dat elke entiteit haar eigen beleid en actieplannen ontwikkelt. Bovendien heeft elke regio haar eigen karakteristieken, wat een verschillend beleid kan verklaren. Zo kent Vlaanderen een belangrijk fileprobleem en heeft Wallonië een veel minder dicht wegennet, waardoor het verkeersveiligheidsbeleid andere accenten legt.

Toch worden er diverse inspanningen gedaan om het beleid zo uniform mogelijk te maken, onder andere via de Federale Commissie Verkeersveiligheid.

Een belangrijk element is het handhavingslandschap, dat een grote invloed heeft op de pakkans. Zo is in Vlaanderen de laatste jaren het aantal onbemande camera's explosief toegenomen. Momenteel is het aantal onbemande camera's nog altijd veel hoger in het Vlaamse, dan in het Brusselse of het Waalse gewest.

In Vlaanderen - maar nu ook meer en meer in Wallonië en het Brussels Hoofdstedelijk gewest - worden steeds meer middelen ingezet die automatische controle van de snelheid en roodlichtnegatie mogelijk maken. Bovendien zijn er in Vlaanderen in het algemeen lagere snelheidslimieten van toepassing dan in Wallonië, wat te verklaren valt door de eigenheid van elke regio. Zo zijn er verschillen op het vlak van de dichtheid van het wegennet, het fileprobleem, het type bebouwing, enzovoort.

Dat verschil in landschap heeft als gevolg dat de pakkans in Vlaanderen mogelijk groter is dan in Wallonië. Dat kan deels een verklaring bieden.

Toch dient dat voorzichtig gesteld te worden want de andere gewesten zijn nu aan een inhaalbeweging begonnen. Ook worden daar inspanningen geleverd om de pakkans te verhogen. Dat is bovendien één van de prioriteiten die tijdens de federale Staten-Generaal voor de Verkeersveiligheid van 11 mei 2011 naar voor werden geschoven.

Naast de pakkans is de strafkans en aldus het vervolgingsbeleid uiteraard ook van belang. Op dat vlak speelt het openbaar ministerie een cruciale rol. Ten einde tot een eenvormig vervolgingsbeleid inzake verkeersveiligheid te komen, werden door de minister van Justitie en het College van Procureurs-generaal een aantal richtlijnen uitgevaardigd. Verschillende circulaires van het College van Procureurs-generaal zijn van toepassing op de vaststelling en vervolging van snelheidsovertredingen, het rijden onder invloed van alcohol en drugs en het vervolgingsbeleid als zodanig, meer bepaald met betrekking tot de onmiddellijke inning, de minnelijke schikking en de dagvaarding. Die richtlijnen zijn bindend, maar doen geen afbreuk aan de beoordelingsbevoegdheid van de magistraat, indien hij van oordeel is dat er moet worden voorzien in afwijkingen voor bepaalde individuele gevallen.

Om tot een eenvormig vervolgingsbeleid van alle parketten te komen, wordt er ook gepleit voor de aanwijzing van een nationale magistraat inzake verkeer. Op het ogenblik wordt die functie echter reeds vervuld door de daartoe aangewezen procureur-generaal van het College van Procureurs-generaal en bestaat er ook een expertisecel van verkeersmagistraten. Binnen het openbaar ministerie worden dus ook inspanningen gedaan om het strafrechtelijk beleid te uniformiseren.

Het opleggen van een straf wegens een verkeersovertreding behoort tot de bevoegdheid van de politierechtbank. De rechter beschikt over diverse wettelijke bestraffingsmogelijkheden die het mogelijk maken om op een aangepaste en waar nodig strenge wijze te reageren op verkeersovertredingen. Op basis van alle elementen uit een dossier dient de rechter aldus een inschatting te maken van de zwaarte van de inbreuk, op basis waarvan hij een gepaste straf dient uit te spreken. Elke rechter is bovendien onafhankelijk in zijn rechtsprekende bevoegdheid. Het is moeilijk om rechterlijke uitspraken met elkaar te vergelijken, los van de concrete inhoud van elk dossier.

In de gegeven omstandigheden lijkt het niet correct te spreken over `meer verkeersovertreders hier' of `strengere rechters daar'.

Ik heb de cijfers bij me over het aantal strafzaken en het aantal zaken bij de politierechtbanken per gerechtelijk gebied. Ik geef een voorbeeld. In 2010 zijn in Antwerpen 69 095 politiezaken afgehandeld, in Brussel 89 370, in Gent 64 522, in Luik 32 898 en in Bergen 28 725. Over de strafzaken die door de politierechtbanken werden afgehandeld geven de cijfers nog meer details, zoals het aantal veroordeelden inzake overtredingen van het verkeersreglement, het aantal dagvaardingen per politierechtbank per gerechtelijk arrondissement, het aantal eindvonnissen per arrondissement en het aantal veroordelingen per arrondissement. Ik geef die cijfers aan de heer Anciaux, zodat hij een overzicht heeft voor de periode 2006-2010, per gerechtelijk arrondissement.