5-1231/1

5-1231/1

Belgische Senaat

ZITTING 2010-2011

23 SEPTEMBER 2011


Wetsvoorstel tot wijziging van de wet van 11 januari 1993 tot voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld en de financiering van terrorisme met het oog op een betere bestrijding van ernstige of georganiseerde fiscale fraude

(Ingediend door de heer Ahmed Laaouej c.s.)


TOELICHTING


Naar schatting neemt de fiscale fraude in België, Europa en wereldwijd nu bijzonder grote proporties aan.

Sommige bronnen spreken van 100 miljard dollar per jaar in de Verenigde Staten, 50 miljard euro in West-Afrika en 200 à 250 miljard euro voor alle 27 lidstaten van de Europese Unie (1) .

In dat opzicht is de Belgische situatie werkelijk verontrustend. Een aantal universitaire studies (2) tonen aan dat het verlies aan fiscale ontvangsten immers opgelopen is tot 20 miljard euro in 2006, namelijk ongeveer 6 % van het Belgisch bbp.

Gelet op de omvang van dit verschijnsel is het optreden van de Cel voor financiële informatieverwerking (CFI) essentieel. De CFI werd opgericht bij de wet van 11 januari 1993 tot voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld en de financiering van terrorisme (3) , en is een onafhankelijke administratieve autoriteit die belast is met het verwerken en verstrekken van informatie met het oog op de bestrijding van het witwassen van geld en de financiering van terrorisme. In die zin bepaalt artikel 28 van de wet van 11 januari 1993, meer bepaald dat de in de artikelen 2, § 1, 3 en 4 bedoelde instellingen en personen (meer bepaald kredietinstellingen, verzekeringsondernemingen en -bemiddelaars, beleggingsondernemingen, advocaten, notarissen, gerechtsdeurwaarders) contact moeten opnemen met de CFI wanneer zij vermoeden dat een feit of een verrichting verband kan houden met het witwassen van geld afkomstig uit ernstige en georganiseerde fiscale fraude waarbij ingewikkelde mechanismen of procédés van internationale omvang worden aangewend. Indien dan uit het onderzoek door de CFI blijkt dat er ernstige aanwijzingen zijn van witwaspraktijken of financiering van terrorisme, wordt die informatie door de Cel bezorgd aan de procureur des Konings of de federale procureur met het oog op het eventueel instellen van een strafvordering.

De wetgever heeft het begrip « ernstige en georganiseerde fraude » in de memorie van toelichting van de programmawet van 27 april 2007 (4) omschreven als« het onwettig ontwijken of een onwettige terugbetaling van belastingen, door middel van valsheid in geschrifte, gepleegd ter uitvoering van een constructie die hiervoor in het leven werd geroepen, met een opeenvolging van verrichtingen en/of de tussenkomst van een of meerdere tussenpersonen, alsook het aanwenden, op nationaal of internationaal niveau, van simulatie- of verbergingsmechanismen zoals vennootschapstructuren of juridische constructies ».

Het ernstige karakter van de fraude slaat op « de aanmaak en/of het gebruik van valse stukken en — het omvangrijke bedrag van de verrichting en het abnormaal karakter van dit bedrag gelet op de activiteiten of het eigen vermogen van de cliënt ».

Bovendien beoogt het georganiseerde karakter van de fiscale fraude « het gebruik van een constructie die opeenvolgende verrichtingen voorziet en/of de tussenkomst van een of meerdere tussenpersonen, waarin hetzij complexe mechanismen worden gebruikt, hetzij procédés van internationale omvang (ook al worden ze gebruikt op nationaal niveau) ».

Volgens het recentste activiteitenverslag van de CFI (5) , kon, op basis van de door de onderzoeksdienst van de CFI verstrekte informatie, in 2010 de facto een bedrag van 1 miljard 321 miljoen euro in verband worden gebracht met ernstige aanwijzingen van witwaspraktijken voortkomend uit één of meerdere ernstige misdrijven als bepaald in de wet van 11 januari 1993. In dat opzicht lijkt het optreden van de CFI in verband met ernstige en georganiseerde fiscale fraude bijzonder belangrijk en frequenter te worden. In 2010 bezorgde de CFI bijna 10 % van de dossiers aan de parketten. Wat de opgespoorde en doorgegeven bedragen aan het openbaar ministerie betreft in 2010, staat het bedrag van 192,67 miljoen euro bovenaan, opgespoord in het kader van vermoedelijke witwaspraktijken die verband houden met ernstige en georganiseerde fiscale fraude; het gaat om een toename van 85 miljoen euro ten opzichte van 2009.

Aangezien de CFI een uiterst belangrijke rol vervult in de strijd tegen de ernstige en georganiseerde fiscale fraude en zij meer middelen moet krijgen om in de toekomst een financieel evenwichtig overheidsbeleid te waarborgen en, met andere woorden de terugdringing van het overheidsdeficit zonder de lage en gemiddelde inkomens meer te belasten, is het van fundamenteel belang om de informatie-uitwisseling tussen de verschillende economische actoren en de CFI aan te moedigen om de fiscale fraude in ons land tegen te gaan overeenkomstig de op 14 mei 2009 geformuleerde aanbevelingen van de parlementaire onderzoekscommissie over de grote fiscale fraude.

In dat opzicht willen de indieners van dit wetsvoorstel de slagvaardigheid van de CFI vergroten door artikel 28 van de wet van 11 januari 1993 te wijzigen zodat de informatieverstrekking tussen de economische actoren, de CFI en de parketten inzake ernstige of georganiseerde fraude nog vlotter verloopt.

Dit wetsvoorstel zal immers de in de artikelen 2, § 1, 3 en 4, van de wet van 11 januari 1993 bedoelde personen en instellingen verplichten om contact op te nemen met de CFI wanneer zij vermoeden dat een feit of een verrichting verband kan houden met het witwassen van geld dat niet alleen afkomstig is uit ernstige en georganiseerde fiscale fraude waarbij ingewikkelde mechanismen of procédés van internationale omvang worden aangewend, maar ook uit « de aanmaak en of het gebruik van valse stukken en — het omvangrijke bedrag van de verrichting en het abnormaal karakter van dit bedrag gelet op de activiteiten of het eigen vermogen van de cliënt » of uit « het gebruik van een constructie van opeenvolgende verrichtingen en/of het optreden van een of meerdere tussenpersonen waarbij ofwel complexe mechanismen of procédés van internationale omvang worden aangewend ». Onrechtstreeks zal dit wetgevend optreden a fortiori de informatie van de parketten ten goede komen en de eventuele vervolging wanneer de informatie van de CFI ernstige aanwijzingen van witwasoperaties zou bevatten.

BESPREKING VAN DE ARTIKELEN

Artikel 2

Dit artikel strekt ertoe de slagvaardigheid van de CFI te vergroten door artikel 28 van de wet van 11 januari 1993 te wijzigen om de informatieverstrekking tussen de economische actoren, de CFI en de parketten inzake ernstige en georganiseerde fraude nog vlotter te laten verlopen.

Die wijziging verplicht immers de in de artikelen 2, § 1, 3 en 4, van de wet van 11 januari 1993 bedoelde personen en instellingen om contact op te nemen met de CFI wanneer zij vermoeden dat een feit of een verrichting verband kan houden met het witwassen van geld dat niet alleen afkomstig is uit ernstige en georganiseerde fiscale fraude waarbij ingewikkelde mechanismen of procédés van internationale omvang worden aangewend, maar ook uit « de aanmaak en of het gebruik van valse stukken en— het omvangrijke bedrag van de verrichting en het abnormaal karakter van dit bedrag gelet op de activiteiten of het eigen vermogen van de cliënt » of uit « het gebruik van een constructie van opeenvolgende verrichtingen en/of het optreden van een of meerdere tussenpersonen waarbij ofwel complexe mechanismen of procédés van internationale omvang worden aangewend ». Onrechtstreeks zal dit wetgevend optreden a fortiori de informatie van de parketten ten goede komen en de eventuele vervolging wanneer de informatie van de CFI ernstige aanwijzingen van witwasoperaties zou bevatten.

Ahmed LAAOUEJ.
Marie ARENA.
Louis SIQUET.

WETSVOORSTEL


Artikel 1

Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet.

Art. 2

In artikel 28 van de wet van 11 januari 1993 tot voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld en de financiering van terrorisme, vernummerd en gewijzigd bij de wet van 18 januari 2010, worden de woorden « ernstige en georganiseerde fiscale fraude » vervangen door de woorden « ernstige of georganiseerde fiscale fraude ».

Art. 3

Deze wet treedt in werking op de dag waarop ze in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

20 juli 2011.

Ahmed LAAOUEJ.
Marie ARENA.
Louis SIQUET.

(1) A. Michel, « Les zones grises en 9 question », Le Monde, 24 maart 2009; A. Podimata, « Verslag over innoverende financiering op mondiaal en Europees niveau », Europees Parlement, Commissie economische en monetaire zaken, 10 februari 2011.

(2) H. Diallo, G. Karakaya, D. Meulders, R. Plasman, « Estimation de la fraude fiscale en Belgique », Dulbea, Université Libre de Bruxelles, mei 2010.

(3) Wet van 11 januari 1993 tot voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld en de financiering van terrorisme, Belgisch Staatsblad van 9 februari 1993.

(4) Programmawet van 27 april 2007, Belgisch Staatsblad van 8 mei 2007.

(5) Activiteitenverslag van de Cel voor financiële informatieverwerking, XVII, 2010, http://www.ctif-cfi.be/website/images/NL/annual_report/2011_ctif_cfi_nl.pdf (juli 2011), in het bijzonder pagina's 5, 29, 30, 41 en 42.