5-1156/2 | 5-1156/2 |
13 JULI 2011
I. INLEIDING
De wetsontwerpen waarvoor de optioneel bicamerale procedure (stuk Kamer, nr. 53-1614 en nr. 53-1616) geldt, en het wetsontwerp waarvoor de verplicht bicamerale procedure (stuk Kamer, nr. 53-1615) geldt, werden oorspronkelijk door de regering ingediend in de Kamer van volksvertegenwoordigers.
De wetsontwerpen nrs. 53-1614 en 53-1615 werden op 7 juli 2011 door de Kamer van volksvertegenwoordigers aangenomen met 112 tegen 11 stemmen bij 0 onthoudingen en wetsontwerp nr. 53-1616 werd met 114 tegen 8 stemmen bij 0 onthoudingen aangenomen.
De wetsontwerpen werden op 8 juli 2011 overgezonden aan de Senaat. De Senaat heeft diezelfde dag wetsontwerpen 53-1614 en 53-1616 geëvoceerd.
De commissie voor de Sociale Zaken heeft de wetsontwerpen besproken tijdens haar vergadering van 13 juli 2011, in aanwezigheid van de vice-eersteminister en minister van Werk en Gelijke Kansen, belast met het Migratie- en Asielbeleid, lid van de ontslagnemende regering.
II. INLEIDENDE UITEENZETTING VAN MEVROUW JOËLLE MILQUET, VICE-EERSTE MINISTER EN MINISTER VAN WERK EN GELIJKE KANSEN, BELAST MET HET MIGRATIE- EN ASIELBELEID
Mevrouw Joëlle Milquet, vice-eersteminister en minister van Werk en Gelijke Kansen, belast met het Migratie- en asielbeleid, verklaart dat de sociale verkiezingen zullen plaatsvinden van 7 tot 20 mei 2012. Deze verkiezingen, die tot doel hebben de werknemers toe te laten om hun vertegenwoordigers in de ondernemingsraden en de comités voor preventie en bescherming op het werk te verkiezen, vormen een essentieel element van de sociale democratie van ons land.
Zodoende zijn om de vier jaar meer dan 6 000 ondernemingen betrokken bij de organisatie van de sociale verkiezingen om de vertegenwoordigers van het personeel in de comités voor preventie en bescherming op het werk aan te wijzen. De verkiezingen om de vertegenwoordigers van het personeel in de ondernemingsraden aan te wijzen hebben betrekking op meer dan 3 000 ondernemingen.
In de aanloop naar elke verkiezingsperiode moeten een aantal bepalingen worden aangenomen om de verschillende stappen en modaliteiten van de verkiezingsprocedure precies te kunnen vaststellen.
Nu de sociale verkiezingen van het jaar 2012 worden voorbereid, verkeert de regering opnieuw in een toestand van lopende zaken. Met het oog op het waarborgen van de rechtszekerheid, heeft de regering gekozen om verder de wettelijke weg te bewandelen voor het vaststellen van de uitvoeringsmaatregelen met betrekking tot de sociale verkiezingen van het jaar 2012.
De drie voorliggende wetsontwerpen, zijn :
— het wetsontwerp tot bepaling van de drempel van toepassing voor de instelling van de ondernemingsraden of de vernieuwing van hun leden ter gelegenheid van de sociale verkiezingen van het jaar 2012 (stuk Senaat, nr. 5-1158);
— het wetsontwerp tot wijziging van de wet van 4 december 2007 betreffende de sociale verkiezingen van het jaar 2008 (stuk Senaat, nr. 5-1156);
— het wetsontwerp tot wijziging van de wet van 4 december 2007 tot regeling van de gerechtelijke beroepen ingesteld in het kader van de procedure aangaande de sociale verkiezingen van het jaar 2008 (stuk Senaat, nr. 5-1157).
Met betrekking tot de inhoud van de wetsontwerpen, behoudt het wetsontwerp tot bepaling van de drempel van toepassing voor de instelling van de ondernemingsraden of de vernieuwing van hun leden ter gelegenheid van de sociale verkiezingen van het jaar 2012 (stuk Senaat, nr. 5-1158) de van toepassing zijnde drempel vanaf welke een ondernemingsraad moet opgericht worden op 100 werknemers. Zoals reeds besproken, bepaalt de wet van 20 september 1948 dat sociale verkiezingen voor de instelling van een ondernemingsraad georganiseerd worden in de ondernemingen die gewoonlijk gemiddeld minstens 50 werknemers tewerkstellen. Op basis van artikel 28 van deze wet, dat in de mogelijkheid voorziet om een gefaseerde verlaging van deze drempel van 50 werknemers in te voeren, stelden de koninklijke uitvoeringsbesluiten die elke vier jaar voor de sociale verkiezingen werden aangenomen, de drempel voor de organisatie van de sociale verkiezingen voor een ondernemingsraad echter systematisch vast op 100 werknemers.
In 2008 heeft de Raad van State geoordeeld dat dit artikel 28 niet gebruikt kon worden ter rechtvaardiging van een gefaseerde verlaging van de drempel. Ten gevolge van deze kanttekening zijn de sociale partners in de groep van tien overeengekomen om voor de sociale verkiezingen van het jaar 2008 de drempel van 100 werknemers te behouden.
De vraag met betrekking tot de drempel voor de oprichting van de ondernemingsraden is opnieuw gerezen bij de voorbereiding van de sociale verkiezingen van 2012. De sociale partners hebben gedurende de voorbereiding van het interprofessioneel akkoord 2011-2012 beslist dat zich geen enkele wijziging in de verkiezingsprocedure voor de sociale verkiezingen zou mogen voordoen, behoudens de wijzigingen waarvoor het akkoord van de sociale partners bereikt werd in Nationale Arbeidsraad (NAR). Er werd op deze basis beslist om de drempel voor de oprichting van een ondernemingsraad op 100 werknemers te behouden.
Het wetsontwerp tot wijziging van de wet van 4 december 2007 betreffende de sociale verkiezingen van het jaar 2008 (stuk Senaat, nr. 5-1156) stelt de verkiezingsprocedure vast. Deze verloopt volgens een strikte kalender die zich uitstrekt over een periode van 150 dagen of bijna 6 maanden. Hieruit volgt dat voor de ondernemingen die verplicht zijn sociale verkiezingen te organiseren, de procedure met betrekking tot deze verkiezingen zal aanvangen vanaf het begin van de maand december 2011.
De bepalingen met betrekking tot de procedure bevatten de vaststelling van alle stappen van deze procedure, de verkiezingskalender, alsook de bepalingen met betrekking tot de samenstelling en de werking van de ondernemingsraden en de comités voor preventie en bescherming op het werk.
Het wetsontwerp past de bestaande tekst van de wet van 4 december 2007 over de verkiezingsprocedure aan op basis van de unanieme aanbevelingen van de sociale partners in advies nr. 1748 van de NAR. Hun werkzaamheden met het oog op het uitwerken van dit advies zijn in het bijzonder gebaseerd op een evaluatie van de bestaande wetgeving in het licht van het verloop van de verkiezingsprocedure van het jaar 2008.
Met betrekking tot de aangebrachte wijzigingen, voert de wet verschillende vereenvoudigingen door in de procedure van kennisgeving van de documenten die de ondernemingen, in de loop van de maanden die voorafgaan aan de verkiezingen, moeten bezorgen aan de werknemersorganisaties; hij verbetert de leesbaarheid van bepaalde voorschriften en verlicht de regels met betrekking tot de verplichte aanplakking van bepaalde documenten.
Deze wet maakt ook de overhandiging van de oproepingsbrieven praktischer, in die zin dat hij de periode verlengt binnen welke deze oproepingen mogen worden overhandigd. Het is dus niet langer vereist dat deze overhandiging plaatsvindt via een ter post aangetekende zending, dit evenwel op voorwaarde dat de werkgever zich ervan verzekert dat de werknemer zijn oproeping tot de stemming effectief ontvangen heeft.
Het ontwerp tracht ook de wijze van rangschikking van de niet verkozen kandidaten te verduidelijken. Deze stap in de procedure maakte het voorwerp uit van talrijke vragen van de ondernemingen. Hetzelfde geldt voor de van toepassing zijnde regels in geval van een volledige of gedeeltelijke stopzetting van de kiesverrichtingen in de loop van de procedure.
Met betrekking tot de vervanging van een lid van de werkgeversafvaardiging, maakt het ontwerp de tekst praktischer inzake de omstandigheden die zich in een onderneming kunnen voordoen bij het ontstaan van een nieuwe leidinggevende functie.
Ten slotte vereenvoudigt het ontwerp de elektronische stemming. De elektronische stemming in het kader van de sociale verkiezingen was reeds toegelaten. De vernieuwing aangebracht in het kader van het huidige ontwerp schaft de verplichting af om magnetische kaarten te gebruiken voor de elektronische stemming. Deze vernieuwing maakt de elektronische stemming dus eenvoudiger en praktischer, zonder de veiligheid in het gedrang te brengen, met waarborg van de nodige voorwaarden om de vertrouwelijkheid van de stemming te verzekeren.
Bij het wetsontwerp zijn ook talrijke bijlagen gevoegd. Deze bijlagen hebben tot doel de taak van de ondernemingen te verlichten door hun modeldocumenten ter beschikking te stellen. Op deze manier hebben de ondernemingen de waarborg dat de informatie die zij door middel van deze modellen meedelen volledig is.
De in de bijlage van het wetsontwerp ter beschikking gestelde modellen betreffen zowel de aanplakking die moet plaatsvinden op verschillende momenten van de verkiezingsprocedure als de modellen van de stembiljetten en het proces-verbaal dat ingevuld wordt wanneer de stemming beëindigd is. In het kader van het huidige voorstel werden de modellen verbeterd. Zij werden ook aangevuld door nieuwe modellen met betrekking tot de processen-verbaal die moeten worden opgesteld in het geval van een gedeeltelijke of volledige stopzetting van de procedure. Deze modellen zijn te downloaden op de website van de FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg.
Wat het wetsontwerp tot wijziging van de wet van 4 december 2007 tot regeling van de gerechtelijke beroepen ingesteld in het kader van de procedure aangaande de sociale verkiezingen (stuk Senaat, nr. 5-1157) betreft, werd geen enkele fundamentele wijziging aangebracht in de bestaande tekst. De enige wijziging betreft de opheffing van de verwijzing naar de sociale verkiezingen van 2008. De minister herinnert eraan dat deze juridische voorschriften geen beroepen eigen aan de verkiezingsprocedure doen ontstaan, maar zich beperken tot het vaststellen van de regels voor de procedures die afwijken van het gemeen recht van het Gerechtelijk Wetboek voor de bestaande beroepen, zodanig dat de goede werking van de verkiezingen niet verstoord wordt.
In tegenstelling tot wat bepaald is in het wetsontwerp tot bepaling van de drempel (stuk Senaat, nr. 5-1158) waarvan de toepassing slechts voor een beperkte periode geldig is, zijnde de sociale verkiezingen van het jaar 2012, zijn de twee wetsontwerpen betreffende de verkiezingsprocedure (stuk Senaat, nr. 5-1156) en de gerechtelijke beroepen (stuk Senaat, nr. 5-1157) niet beperkt tot de sociale verkiezingen van het jaar 2012. Zij kunnen dus, behoudens toekomstige tegengestelde bepaling, van toepassing blijven gedurende de sociale verkiezingen die na het jaar 2012 gehouden worden. Dit is de reden waarom er geen uitdrukkelijke verwijzing naar de verkiezingen van 2012 meer gemaakt werd in het opschrift en in de tekst.
III. STEMMINGEN
Wetsontwerp nr. 5-1156 in zijn geheel wordt zonder verdere bespreking eenparig aangenomen door de 9 aanwezige leden.
De artikelen 1 tot en met 4 van wetsontwerp nr. 5-1157 worden zonder verdere bespreking eenparig aangenomen door de 9 aanwezige leden. Wetsontwerp nr. 5-1157 in zijn geheel wordt eenparig aangenomen door de 9 aanwezige leden.
Wetsontwerp nr. 5-1158 in zijn geheel wordt zonder verdere bespreking aangenomen met 9 stemmen tegen 1 stem.
Vertrouwen wordt geschonken aan de rapporteur voor het voorstellen van een mondeling verslag in plenaire vergadering.
De rapporteur, | De voorzitter, |
Cécile THIBAUT. | Rik TORFS. |
De door de commissie aangenomen teksten zijn dezelfde als de door de Kamer van volksvertegenwoordigers overgezonden ontwerpen (zie stukken Kamer, nrs. 53-1614/005, 53-1615/004 en 53-1616/004).