5-95COM

5-95COM

Commission des Affaires sociales

Annales

MERCREDI 13 JUILLET 2011 - SÉANCE DE L'APRÈS-MIDI

(Suite)

Demande d'explications de M. Patrick De Groote à la vice-première ministre et ministre de l'Emploi et de l'Égalité des chances, chargée de la Politique de migration et d'asile sur «la discrimination d'anciens patients cancéreux lors des recrutements» (nº 5-1175)

De heer Patrick De Groote (N-VA). - Enige tijd geleden werd in de media melding gemaakt van een vrouw die geslaagd was voor haar examens en haar fysieke proeven in een wervingsprocedure bij de politie, maar werd uitgesloten op basis van het niet kankervrij zijn voor een periode van twee jaar. Volgens minister Turtelboom zou dit voortvloeien uit de medische voorwaarden die terug te vinden zijn in bijlage 2 van het ministerieel besluit van 30 april 2010. Toevallig is dat ook de datum waarop ik mijn voorstel van wet heb ingediend dat betrekking heeft op het ongedaan maken van discriminatie van ex-kankerpatiënten.

Al eerder werd melding gemaakt van het uitsluiten van een kandidaat-rekruut in het leger op basis van de voorwaarde om vijf jaar kankervrij te zijn. De politie hanteert een periode van twee jaar kankervrij zijn en het leger legt een periode op van vijf jaar. Waarop baseert men zich? Of werkt men met de natte vinger?

Mijns inziens is deze regeling onwettig, onder meer omdat ze in strijd is met de antidiscriminatiewetgeving. Ik verwijs hiervoor naar de memorie van toelichting bij mijn wetsvoorstel, indertijd ingediend in de Kamer onder nummer 52-2587. Dit jaar werd het ingediend in de Senaat onder nummer 5-664.

Ik had graag het standpunt van de minister gekend. Is ze bereid onderzoek te verrichten naar de toepassing van een kankervrije periode als selectiecriterium bij aanwerving, zowel bij de overheid als in de privésector?

Mevrouw Joëlle Milquet, vice-eersteminister en minister van Werk en Gelijke Kansen, belast met het Migratie- en asielbeleid. - Allereerst wil ik meedelen dat ik drie maanden geleden, toen ik op de hoogte werd gebracht van deze problematiek, onmiddellijk contact heb opgenomen met het Centrum voor gelijkheid van kansen en racismebestrijding, dat meteen een dossier heeft geopend. Ik heb de klager ook de naam meegedeeld van de contactpersoon bij het Centrum die dit dossier opvolgt.

De selectiecriteria bij de politie werden vastgelegd bij ministerieel besluit. Daardoor is de vrijwaringsclausule van de wet van 10 mei 2007 van toepassing. Deze clausule bepaalt dat er geen sprake kan zijn van discriminatie wanneer die door of krachtens een wet wordt opgelegd. Bijgevolg zal de reglementering die de tijdelijke ongeschiktheid van een kandidaat gedurende twee jaar na de laatste behandeling van een kwaadaardige tumor oplegt, moeten worden aangepast. Aanvankelijk ging het zelfs over een periode van vijf jaar.

Minister Turtelboom heeft vorige week reeds gezegd dat zij deze reglementering wil hervormen, in die zin dat zij geen algemene, vooraf bepaalde en systematische wachtperiode meer wil. Zij wil een duidelijke analyse die rekening houdt met de specifieke kenmerken van elk geval apart. Dit wil dan zeggen dat de regel van twee jaar op het ogenblik van het medisch onderzoek wegvalt.

Daarnaast moeten de wetten van 10 mei 2007 in 2012 worden geëvalueerd. In dat kader kan de vraag op de agenda worden gezet over de herziening van de beschermde criteria van de gezondheidstoestand en de eventuele uitbreiding naar de vroegere gezondheidstoestand. Als basis kunnen we de medische gegevens nemen, zoals bedoeld in artikel 7 van de wet van 8 december 1992 tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwerking van de persoonsgegevens.

De heer Patrick De Groote (N-VA). - Ik dank de minister voor haar antwoord. Het stemt me hoopvol dat de regel van twee jaar zal wegvallen.

Als bij de politie of het leger mensen worden uigesloten op grond van hun medisch verleden, dan begaat men niet alleen een wettelijk verboden discriminatie, maar overtreedt men ook de wetgeving op de persoonlijke levenssfeer. U hebt daar zelf op gewezen.

De Belgische wetgeving verbiedt bij indienstneming duidelijk elke vorm van medische, genetische of biologische tests of mondelinge informatievergaring die de kans op erfelijke ziektes kunnen voorspellen. Er is dus geen enkele reden om aan te nemen dat een en ander voor behandelde kankerpatiënten zou verschillen. De kans op hervallen is immers gebaseerd op statistische analyses die geen verband houden met individuele gevallen. Controle op seropositiviteit bij indienstneming is niet toegelaten, maar ex-kankerpatiënten zou men wel mogen discrimineren.

Afgezien van de vraag of een overheid tot indienstneming kan overgaan rekening houdend met het medisch verleden van de kandidaat, stellen we vast dat het leger een remissietermijn van vijf jaar voor ex-kankerpatiënten hanteert. Dat is eigenlijk een achterhaalde benadering, aangezien de kans op genezing voor elke soort van kanker verschilt en verzekeringsmaatschappijen en oncologen voortdurend in dialoog treden om hun statistische tabellen ter zake aan te passen. We begrijpen de willekeurige vijfjarenregel in het leger dus niet. Het verheugt me wel dat de politiediensten op die benadering terugkomen.

In het antwoord van minister Turtelboom lees ik dat hierover het advies van het Centrum voor gelijkheid van kansen en racismebestrijding werd ingewonnen. Dat verwondert me enigszins. Ging het centrum akkoord met de toepassing van de tweejarenregel of met de afschaffing ervan? Ook de tweejarenregel werkt immers discriminatie in de hand.

Zowel de politie als het leger roepen de Europese regelgeving in om van de discriminatieregels af te wijken als de veiligheid va het land in gevaar is, alsof een rekruut of politieagent die hervalt, de veiligheid van het land in gevaar zou brengen! Ik vind dat absurd. Ik blijf voornemens mijn wetsvoorstel houdende het weren van het medische verleden uit indienstnemingsprocedures op de agenda van onze commissie te plaatsen.

Ik dank u voor uw hoopvolle antwoord.

(La séance est levée à 14 h 20.)