5-90COM

5-90COM

Commission de la Justice

Annales

MERCREDI 6 JUILLET 2011 - SÉANCE DU MATIN

(Suite)

Demande d'explications de Mme Lieve Maes au ministre de la Justice sur «la coopération entre la Cellule de traitement des informations financières et la Justice» (nº 5-943)

Mme la présidente. - M. Carl Devlies, secrétaire d'État à la Coordination de la lutte contre la fraude et secrétaire d'État, adjoint au ministre de la Justice, répondra.

Mevrouw Lieve Maes (N-VA). - Midden mei week verscheen het 17de activiteitenverslag van de CFI, Cel voor Financiële Informatieverwerking, waarover we in de Senaatscommissie Financiën en Economische Zaken een toelichting kregen van voorzitter Delepière met de mogelijkheid om bijkomende vragen te stellen.

Uit dat alles blijkt dat de samenwerking met justitie toch wel cruciaal is, om het werk van de CFI tot zijn recht te laten komen.

Ik heb dan ook een aantal vragen hieromtrent.

1) De CFI stelt vast dat geen enkele melding van advocaten ontvangen werd in 2010 via de stafhouders. De voorzitter had hiervoor geen uitleg en is ook niet in het bezit van gegevens over het aantal meldingen van advocaten bij de stafhouders. Is er daarvoor een uitleg?

2) Een van de recentste witwasmethodes die tegenwoordig door criminelen gebruikt worden, is het aangaan van hypothecaire kredieten.

In het verslag wordt uiteengezet hoe in 2009 en 2010 verschillende meldingen kwamen over personen van Turkse afkomst of met de Turkse nationaliteit, die erin slaagden om met valse papieren, vaak valse loonfiches van bouw- of reinigingsfirma's, hypothecaire leningen vast te krijgen.

Die leningen worden, soms versneld, afgelost met crimineel geld. Doorgedreven onderzoek bracht aan het licht dat het hier om goed georganiseerde netwerken gaat, die ook vaak betrokken zijn in de georganiseerde misdaad. In 2010 maakte het CFI 46 dossiers die binnen die witwastechniek passen, over aan het parket.

Ik begrijp dat de minister inhoudelijk geen commentaar kan geven op de individuele zaken, maar graag had ik vernomen wat de huidige stand van zaken is van de 46 dossiers? Meer bepaald voor hoeveel van die zaken hebben de betrokken parketten een strafvordering ingesteld, hoeveel zaken zijn tot een veroordeling gekomen en welk bedrag heeft de Belgische staat al effectief kunnen terugvorderen.

3) Voldoet de kwaliteit van het onderzoek van de analysecel van de CFI en kan het parket hierop verder bouwen of wordt het onderzoek overgedaan? Met andere woorden, kan het gerecht door het CFI-onderzoek belangrijke tijd besparen?

4) Zijn er plannen om in de toekomst tussentijds feedback te verstrekken aan de CFI? Nu gebeurt dit blijkbaar niet en daardoor duurt de afhandeling ook langer en wordt er misschien te vlug geseponeerd.

5) Kan de minister informatie verstrekken over de effectiviteit van de dienst, de dienst zelf kon dat niet. Meer bepaald hoeveel procent van de in beslag genomen gelden worden ook effectief verbeurdverklaard?

De heer Carl Devlies, staatssecretaris voor de Coördinatie van de Fraudebestrijding en staatssecretaris, toegevoegd aan de minister van Justitie. - Ik lees het antwoord van de minister.

De CFI ontving in 2010 inderdaad geen enkele melding van advocaten. Wel waren er telkens drie meldingen in 2009 en 2008. Dat kan zijn reden vinden in het delicaat evenwicht tussen het beroepsgeheim van de advocaat in de verdediging van de rechten van zijn cliënt en de meldingsplicht inzake witwassen en financiering van terrorisme.

De advocaten die zich in die situatie bevinden, dienen hun meldingen te verrichten via de stafhouder van de orde waartoe zij behoren, die echter enkel te oordelen heeft of de melding met inachtneming van de vermelde voorwaarden is verricht en geen schending van het beroepsgeheim inhoudt. De CFI wordt niet ingelicht over het aantal meldingen dat aan de stafhouders wordt gericht. Wel wordt de CFI geregeld benaderd door advocaten voor advies over hun meldingsplicht in verband met mogelijke verdachte verrichtingen. Tevens stelt de cel meermaals de tussenkomst van advocaten vast in verrichtingen die door andere sectoren worden gemeld.

De CFI doet voortdurend inspanning om aan de meldingsplichtige beroepscategorieën toelichting te geven over de toepassing van de wet van 11 januari 1993. In het bijzonder ter attentie van de advocaten is in maart 2010 een toelichtingsnota opgemaakt en bekendgemaakt via de stafhouders en in het algemeen via de website van de CFI.

De CFI heeft in haar jaarverslag binnen de nieuwe trends van witwastechnieken, onder andere het `witwassen via kredieten' geanalyseerd en een overzicht gemaakt van de bedragen die daarbij zijn gedetecteerd. Hiervoor werden 46 dossiers doorgegeven aan het parket.

In het kader van de vraag is navraag gedaan naar het gevolg dat het parket aan de doorgestuurde dossiers heeft gegeven. Voor 37 dossiers is een opsporingsonderzoek opgestart, voor 5 dossiers loopt een gerechtelijk onderzoek en 4 dossiers zijn geseponeerd.

Ik kan vanzelfsprekend geen informatie geven over lopende dossiers. Over de doorgemelde dossiers over de fraudetechniek waarbij hoofdzakelijk mensen van Turkse afkomst of met de Turkse nationaliteit betrokken zijn, heeft de sectie ECOFIN van het parket van de procureur des Konings van Brussel een gezamenlijk rapport bezorgd aan het college van Procureurs-generaal. De doormeldingen door de CFI aan het parket geven de ernstige aanwijzingen van witwassen of financiering van terrorisme aan, die het parket in staat stellen om een gericht en onderbouwd onderzoek op te starten. Het openbaar ministerie is overeenkomstig artikel 151 van de Grondwet onafhankelijk in de individuele opsporing en vervolging en kan een doorgemeld dossier toch nog seponeren.

De specifieke taak die de CFI heeft gekregen door de wet van 11 januari 1993 heeft tot gevolg dat de doormeldingen kwalitatief zijn en nuttige en interessante opsporingen mogelijk maken alsook en aan de basis liggen van belangrijke inbeslagnemingen en verbeurdverklaringen. Bovendien wordt de verkregen informatie gebruikt in lopende onderzoeken. Toch is het niet in alle gevallen mogelijk om op basis van enkel de doormelding gerechtelijk te vervolgen.

Niettemin tracht men al het mogelijke te doen om de samenwerking met de CFI, met respect voor de bepalingen van de wet van 11 januari 1993 te optimaliseren. Zo zijn de voorzitter en de vervangende voorzitter van de CFI uitgenodigd op de voltallige vergadering van het ECOFIN- expertisenetwerk dat de betrokken magistraten van de verschillende parketten en parketten-generaal van het koninkrijk die de ECOFIN-dossiers en in het bijzonder de witwasdossiers behandelen, verenigt. Hierbij zijn gedurende twee werkdagen ook de gerechtelijke contactpunten met de CFI verbeterd met het oog op een betere opvolging van de doormeldingen waarbij tegoeden of bankrekeningen zijn geblokkeerd.

Zoals reeds vermeld voorziet het informaticasysteem bij Justitie niet in het produceren van statistische inlichtingen met betrekking tot de specifieke opvolging van door de CFI doorgemelde dossiers. Overeenkomstig artikel 33 van de wet van 11 januari 1993 deelt het openbaar ministerie aan de CFI alle definitieve beslissingen mee die zijn genomen in dossiers waarin de CFI informatie heeft meegedeeld. De CFI vraagt in het kader daarvan de parketten ook jaarlijks de tussentijdse stand van zaken in de doorgemelde dossiers mee te delen.

Op basis daarvan kan de CFI het resultaat van haar doormeldingen opvolgen. Ik wil graag een tabel bezorgen met de resultaten per parket voor de periode van 1 december 2006 tot en met 31 december 2010. Bij de analyse van die cijfers moet wel rekening worden houden met de beschreven capaciteitsproblematiek en ook met het feit dat niet altijd een feedback kan worden gegeven, gezien het grote aantal dossiers dat de parketten urgent en onder tijdsdruk moeten behandelen. De voornoemde vergadering van het ECOFIN-expertisenetwerk heeft zich voorgenomen om hierover een rondzendbrief op te maken, waarin de noodzaak van het geven van feedback als basisbeginsel wordt opgenomen.

Zoals voorheen gezegd, worden de door de CFI doorgemelde dossiers niet apart gecodeerd in het informaticasysteem. Ook de in beslag genomen gelden en de eventuele verbeurdverklaringen van de doorgemelde dossiers worden niet specifiek opgevolgd binnen de FOD Justitie. De verbeurdverklaringen worden geïnd door de diensten Invordering en Inning van de FOD Financiën. Hiervoor is een specifiek informaticatool in ontwikkeling. Daarbij is gepland dat de verbeurdverklaringen van geldsommen opgenomen worden in de module `Andere niet fiscale invorderingen'. Volgens de planning zou de module in productieomgeving beschikbaar zijn vanaf 2012. De verbeurdverklaringen van onroerende en roerende goederen, die geïnd worden door de diensten van de FOD Financiën, worden hetzij verwerkt in een reeds bestaand systeem van de Aankoopcomités, hetzij in een nieuw te ontwikkelen programma voor het beheer van roerende goederen. Die systemen zijn gericht op een efficiënte en effectieve invordering en inning maar zijn niet bedoeld om statistische gegevens of een uitsplitsing te verstrekken over de verschillende soorten verbeurdverklaringen of naar gelang het goed waarop die betrekking hebben.

Mevrouw Lieve Maes (N-VA). - Het verheugt me dat er toch een redelijke samenwerking tussen de Cel voor Financiële Informatieverwerking en Justitie bestaat. Aan de andere kant doet het mij, als iemand met een informatica-achtergrond, geen plezier te horen dat de informaticatoepassingen achterblijven. Ik ben vast van plan om van nabij op te volgen of de beloofde projecten op de beloofde tijdstippen in gebruik worden genomen.

(La séance est levée à 12 h 30.)