5-86COM | 5-86COM |
De heer Bert Anciaux (sp.a). - Het hoeft weinig betoog dat onze pensioenregelingen weinig overzichtelijk zijn en dat voor heel wat mensen het pensioen ontoereikend is voor een kwaliteitsvol leven.
Desondanks kwam de liberaal geïnspireerde denktank Itinera onlangs met nieuwe voorstellen. Volgens die voorstellen zullen grootverdieners die vroeg op pensioen gaan, meer pensioen ontvangen dan ze ooit bijdragen betaalden. Tevens stelt Itinera voor de pensioenleeftijd progressief te verhogen waarbij een deeltijds pensioen vanaf 60 jaar zou worden gecombineerd met deeltijdwerk om naar een volwaardig pensioen te gaan vanaf 66 jaar in 2015, 67 jaar in 2020, 68 jaar in 2030 tot 70 jaar in 2050.
Bij de voorstelling van het Itineraonderzoek toonde de minister zich blijkbaar gecharmeerd. Daar verwees hij naar het Zweedse model waarbij een individuele notionele rekening wordt ontwikkeld. Dat is een op maat van de persoon gemaakte rekening, rekening houdend met de persoonlijke bijdragen en de evolutie van de loopbaan.
Hoe evalueert de minister de analyse en voorstellen van Itinera? Is het waar dat veelverdieners die vroeg op pensioen gaan, meer zullen ontvangen dan ze ooit bijdroegen?
Klopt het dat de minister gecharmeerd is door het Zweedse model met een individuele notionele rekening? Hoe zou de minister dat voorstel concreet beschrijven? Hoe wil de minister het omzetten in het pensioenbeleid? Wat zijn volgens de minister de sterktes en zwaktes van het model? Heeft hij al een timing of fasering voor de uitvoering ervan?
De heer Michel Daerden, minister van Pensioenen en Grote Steden. - Ik geef toe dat ik me de analyse van Itinera over de hoge inkomens niet meer herinner.
De aanpak van financiering van de pensioenen is natuurlijk meer dan de gestorte bijdragen koppelen aan de uitbetaling van de pensioenen.
Daarvoor zijn er diverse redenen. Allereerst wordt de financiering geanalyseerd in het kader van een globaal beheer, met een deel alternatieve financieringen. Bovendien is het bedrag van het pensioen geplafonneerd. Een persoon met een hoog inkomen zal binnen de eerste pensioenpijler meer hebben gestort dan hij in werkelijkheid als pensioen zal ontvangen. Dat is een gevolg van het solidariteitsprincipe.
J'ai été vivement interpellé par le modèle suédois lorsque je l'ai découvert à mon arrivée au département. Par la suite, je me suis réjoui d'apprendre que le parlement organisait une mission spéciale en Suède, précisément pour examiner ce modèle dont on m'avait tant vanté les mérites. Je saisis l'occasion pour rendre hommage au Sénat et pour remercier sa commission des Affaires sociales dont je vous invite à lire le document nº 4-1733/1 qui est un rapport intéressant sur le modèle suédois.
Vous avez raison de dire que le système tient compte de l'espérance de vie. Voyez combien on se rapproche de la note du formateur ! Le modèle suédois s'est mis en place sur une longue période, en accord avec les interlocuteurs sociaux.
Lorsque la Belgique a assuré la présidence européenne, j'ai insisté pour que le modèle suédois soit examiné sous l'angle de l'information donnée car je suis persuadé de l'importance de celle-ci vis-à-vis des personnes plus âgées. C'est particulièrement vrai pour l'information correcte et complète qui doit être prodiguée aux travailleurs sur leurs droits actuels et futurs en matière de pension. Les Suédois ont reconnu que malgré les informations reçues, ils avaient été surpris d'apprendre et de découvrir, contre toute attente, que leur modèle subissait également de plein fouet la crise et que leurs pensions seraient rabotées.
Je pourrais dès à présent sortir des comptes individualisés. Cela ne présente aucune difficulté technique mais cela pose un grand problème politique : faut il dire oui ou non ? En supposant que l'on dise oui, de quelle manière prendra-t-on en compte les périodes assimilées ? Combien d'années ? À nouveau, la question nous ramène au grand débat sur la note du formateur dont elle constitue un thème important. Depuis hier soir, tous les thèmes qui étaient connus arrivent sur la table et votre demande d'explications intervient à un moment opportun.
Wat het kapitalisatieaspect van het Zweedse model betreft, ben ik veeleer voorstander van een tweede pensioenpijler die door de sociale partners wordt beheerd en die voor alle werknemers toegankelijk is.
C'est aussi une idée que j'ai défendue dans la note, mais dont d'autres avaient parlé avant moi. Je me suis permis de la reprendre car je suis convaincu que l'on ne pourra amener un maximum de nos concitoyens au seuil du bien-être que dans le cadre d'un deuxième pilier, quelle que soit sa dénomination.
J'attire aussi l'attention sur le fait qu'il faut veiller à sécuriser la manière dont les fonds sont placés. Sinon, étant donné la crise que nous venons de traverser, d'importants problèmes risquent de se poser. Les Pays-Bas, notamment, ont rencontré de grandes difficultés en la matière.
J'ai essayé, monsieur Anciaux, de répondre le plus finement possible aux questions très importantes que vous avez soulevées.
De heer Bert Anciaux (sp.a). - Mijn vraag was enerzijds ingegeven door het principe dat onze pensioenen gebaseerd moeten zijn op een solidariteitssysteem en anderzijds door het Matteüseffect in ons pensioensysteem.
Zelf heb ik het altijd een van de grootste onrechtvaardigheden gevonden dat wie zijn hele leven hard werkt en veel verdient, een hoog pensioen heeft en wie zijn hele leven hard werkt en weinig verdient, een laag pensioen krijgt. Ik vind dat niet correct, maar ik weet dat de grote meerderheid van de mensen van mening is dat het pensioen hoofdzakelijk moet gebaseerd zijn op de bijdragen. Persoonlijk heb ik daar bedenkingen bij.
Ik zal in elk geval het rapport over het Zweeds model van de senaatscommissie voor de Sociale Aangelegenheden van vorige legislatuur lezen. Formateur Di Rupo heeft zopas ook voorstellen gedaan rond het veralgemenen van de tweede pensioenpijler. Ook die zal ik met veel interesse lezen.