5-30 | 5-30 |
Mevrouw Freya Piryns (Groen!). - Vorige week belandde er in mijn mailbox, zoals wellicht in die van vele anderen, een persbericht van Pleegzorg Vlaanderen, dat zich ernstig zorgen maakt omdat volgens de nota-Di Rupo het tijdskrediet wel eens zou kunnen worden teruggeschroefd. Daarom hebben ze, voor de zoveelste keer en volgens mij zeer terecht, aan de alarmbel getrokken.
In België zijn meer dan 10 000 kinderen geplaatst bij pleegouders. Ik denk dat wij het er allen over eens zijn dat deze pleegouders een ontzettend belangrijke taak vervullen in onze maatschappij. Ze proberen op alle mogelijke manieren deze kinderen een veilige thuissituatie te bieden, daar waar de natuurlijke of wettelijke ouders dat, soms tijdelijk maar soms ook permanent, niet meer kunnen. Deze pleegouders verdienen ons respect.
Respect van politici is helaas niet genoeg. De sector van de pleegzorg vraagt al jaren dat de federale overheid dat respect zou omzetten in een wetgeving die de nodige middelen en ondersteuning, maar vooral een wettelijk statuut aan de pleegouders geeft. Tot op heden wordt in het Burgerlijk Wetboek de rol van de pleegouder nergens omschreven of omkaderd. Dit houdt een ontkenning in van het recht op een echt gezinsleven van het pleegkind en de pleegouders.
Nochtans vroeg de Raad van Europa al in 1987 alle lidstaten op nationaal niveau een reglementering op te stellen met betrekking tot pleegouderschap. België heeft dat nog altijd niet gedaan, noch op het federale niveau noch op het niveau van de gemeenschappen. Hierdoor zijn de belangen van de pleegkinderen en de pleegouders tot op heden onvoldoende gewaarborgd.
Pleegzorg Vlaanderen vraagt een juridische basis. Dat houdt in: een definitie van het begrip pleegouder, een regeling in verband met de verblijfplaats van het kind, een regeling omtrent de instemming van de wettelijke ouders, de erkenning van de pleegouders binnen de rechtspleging en ten slotte een recht op omgang wanneer de plaatsing van het pleegkind ten einde loopt.
Daar kwam onlangs nog een nieuwe vraag bij. Pleegzorg Vlaanderen maakt zich, mijn inziens terecht, boos over het feit dat pleegouders op geen enkele manier recht hebben op ouderschapsverlof. Het is nog enigszins begrijpelijk dat se geen recht hebben op moederschapsrust, vaderschaps- of adoptieverlof. Maar ze hebben ook geen recht op een andere vorm van ouderschapsverlof. Nochtans hebben net zij extra nood aan een dergelijk verlof, zeker in de periode dat een pleegkind vanuit een zeer moeilijke situatie in hun gezin geplaatst wordt. Dan moeten ze thuis kunnen zijn om het kind de nodige aandacht te geven en ervoor te zorgen dat het kind zich in de nieuwe situatie veilig en geborgen voelt.
Is de staatssecretaris overtuigd van de nood aan een wettelijk kader en een statuut voor pleegouders? Welke stappen is hij bereid te doen om dit te bekomen? Verschillende collega's hebben in de Senaat al wetsvoorstellen ingediend, maar die hebben nooit de mallemolen van het parlement overleefd. Ik besef dat een regering in lopende zaken ook niet veel kan doen, maar de staatsecretaris kan wel een engagement uitspreken.
Erkent de staatsecretaris de nood aan ouderschapsverlof voor pleegouders en indien zo, hoe zal hij dit recht doen gelden?
De heer Melchior Wathelet, staatssecretaris voor Begroting, voor Migratie- en asielbeleid, voor Gezinsbeleid en voor de Federale Culturele Instellingen. - Begin 2010 was ik de laatste hand aan het leggen aan een wetsvoorstel over een statuut voor pleegouders. Ik wenste onder andere enkele maatregelen nemen in verband met de uitoefening van het ouderlijk gezag door de pleegouders bij het nemen van bepaalde beslissingen, door uit te gaan van het vermoeden van toestemming van de ouder of ouders die het wettelijk gezag heeft of hebben. De belangengroepen van de pleegouders zijn terecht vragende partij voor dergelijke aanpassingen. Ik heb hen toen nauw betrokken bij dit initiatief. De val van de regering heeft de verdere uitwerking onmogelijk gemaakt.
Respect is zeker goed, maar het is helemaal niet genoeg met het oog op wat pleegouders investeren, niet alleen in geld, maar ook op menselijk gebied, in de kinderen die bij hen wonen.
Ik treed de mening van de vice-eerste minister Joëlle Milquet bij dat het niet kan dat pleegouders, die zich sociaal engageren, moeilijkheden ondervinden om zich van deze nobele taak te kwijten. Maar ook hier speelt het feit dat de regering in lopende zaken is en het wachten op het rapport 76 van de Nationale Arbeidsraad in het nadeel van een snelle aanpassing.
Ik steun graag elk parlementair initiatief om de dagelijkse beslommeringen te verminderen van hen die zich dag in dag uit belangeloos inzetten voor een pleegkind.
Mevrouw Freya Piryns (Groen!). - Ik dank de staatssecretaris voor het antwoord.
De belangenorganisaties hebben mij op de hoogte gebracht van het werk dat de staatssecretaris al heeft verricht en ik weet waarom het is stilgevallen.
Ik roep de collega's van de Senaat en de staatssecretaris op in parlement een initiatief te nemen. Ik ben zeker bereid om samen de voorstellen van de staatssecretaris te bekijken. Ze zijn opgemaakt in overleg met de sector. Het is dus niet zinvol dat elk van ons zelf een aantal zaken uitvindt. Belangeloze inzet voor kinderen verdient niet alleen ons respect, maar veel maar dan dat. Het maatschappelijk belang van pleegzorg is ontzettend groot. Er zijn heel wat kinderen die nog op de wachtlijst staan om pleegouders te vinden. Een van de redenen daarvan is het gebrek aan een flankerend beleid. Laten we tenminste die drempel wegwerken, zodat minder kinderen in instellingen moeten worden geplaatst en meer kinderen een warme thuis krijgen in een gezin dat belangeloos en liefdevol voor hen wil zorgen.