5-30 | 5-30 |
Mevrouw Güler Turan (sp.a). - Ik ben me ervan bewust dat ik me inzake de problematiek van niet-begeleide minderjarigen telkens tot de minister van Justitie richt, maar dat deze materie complex is en niet alleen thuishoort onder het departement van Justitie. Het gebrek aan voorzieningen bijvoorbeeld behoort deels tot de verantwoordelijkheid van de Vlaamse Gemeenschap. Dat er onvoldoende plaats is voor minderjarige asielzoekers is dan weer een probleem dat onder de bevoegdheid van Fedasil valt.
Ter illustratie verwijs ik naar de beslissing van een jeugdrechter die in de media bekend werd gemaakt en die getuigt van een noodkreet van de mensen op het terrein die met deze problematiek worden geconfronteerd. Bovendien is ook de bevoegdheid van de politie verdeeld tussen de lokale en federale eenheden.
In ons land zijn er tal van niet-begeleide minderjarigen. In Oostende bijvoorbeeld leven meerdere niet-begeleide minderjarigen in de bossen zonder begeleiding of voorzieningen. Deze jongeren hebben ook geen voogd, hoewel een aantal onder hen er wettelijk recht op hebben.
Ze beschikken wel over een brief waarmee ze zich in Brussel moeten aanmelden. Ze begrijpen dat echter niet en ze hebben trouwens niet de mogelijkheid om naar Brussel te reizen. Willen ze overigens wel meewerken?
Mijn vraag spitst zich toe op het toewijzen van een voogd. Naar aanleiding van de media-aandacht hebben enkele mensen gemeld als voogd voor deze minderjarigen te willen optreden. Daarvoor moeten ze echter een opleiding volgen die pas in december 2011 wordt aangeboden. Ik herhaal dat ik me ervan bewust ben dat het probleem complex is en thuishoort bij verschillende departementen, maar ik had graag vernomen welke maatregelen de regering zal nemen met betrekking tot het aanstellen van een voogd voor die minderjarigen. Hoe wil ze die jongeren op een menswaardige manier begeleiden en in de nodige voorzieningen voor hen voorzien?
De heer Stefaan De Clerck, minister van Justitie. - Minister Wathelet kan bijkomende informatie verstrekken, maar voor een antwoord in verband met de algemene problematiek moet ik vooral naar staatssecretaris Courard verwijzen.
Ik ben inderdaad bevoegd voor de voogdij. Ik word trouwens alsmaar meer geconfronteerd met deze problematiek, omdat het aantal niet-begeleide minderjarigen sterk blijft toenemen. Daarom worden de diensten die instaan voor de voogdij ook voortdurend uitgebreid.
Binnen de problematiek van de niet-begeleide minderjarigen duikt overigens een ander probleem op. Heel wat jonge volwassenen doen zich voor als minderjarigen. Bijgevolg moet ook een onderzoek worden gedaan naar hun echte leeftijd, onder meer aan de hand van een medische analyse. Naast de reeds bestaande initiatieven hebben we, in samenspraak met de Universiteit van Antwerpen, een bijkomend centrum ingericht, zodat de leeftijdsanalyse zo snel mogelijk kan worden uitgevoerd en dus ook zo spoedig mogelijk een voogd kan worden aangeduid.
Deze week nog heeft de regering beslist vier bijkomende medewerkers aan te werven om de toename aan dossiers de baas te kunnen.
Tot zover het onderdeel Justitie, dat we zo accuraat mogelijk proberen te volgen. Daarnaast moeten we echter ook de hele keten proberen te beheersen, vanaf het ogenblik dat de persoon binnenkomt, met politie, eventueel jeugddiensten, gespecialiseerde instellingen enzovoort, en dat valt onder de verantwoordelijkheid van mijn collega's. Ik wil alleen beklemtonen dat wij meer dan ooit onze verantwoordelijkheid voor de niet-begeleide minderjarigen zullen opnemen, niet alleen met het voogdijsysteem, maar ook in de jeugdrechtbanken, instellingen, enzovoort.
Ik ken het vermelde vonnis van de jeugdrechter niet en ik moet nog bekijken of we er beroep tegen kunnen aantekenen. In elk geval kan ik bevestigen dat we ten volle ons engagement opnemen voor de niet-begeleide minderjarigen. Dat is evenwel niet eenvoudig, omdat deze jongeren zich aan begeleiding onttrekken, soms verkeerde informatie doorgeven en vooral omdat hun aantal bijna dag na dag toeneemt. Het wordt een methode om het land binnen te komen. We moeten, enerzijds, dus zeer zorgzaam zijn en, anderzijds, ook het fenomeen in zijn geheel blijven bekijken en indijken, zodat er geen misbruiken uit voortvloeien.
Mevrouw Güler Turan (sp.a). - Ik ben blij dat de minister vier extra mensen heeft aangenomen om de voogdij voor de niet-begeleide minderjarigen te regelen. Het is inderdaad een complexe problematiek en we moeten de zorg zo begrenzen dat we geen aanzuigeffect creëren. We moeten ons echter niet meer afvragen hoe de minderjarigen die zich nu op ons grondgebied bevinden, hier precies gekomen zijn, want als we voor hen geen voogd aanstellen, komen ze juist in handen van de smokkelaars terecht. Het is zeer belangrijk dat we deze jongeren effectief een voogd toewijzen die hen tijdens hun tijdelijk verblijf in België de nodige zorg geeft en juridisch correct begeleidt. We hebben echt geen botscan nodig om vast te stellen dat de negenjarigen die in Oostende zijn aangetroffen minderjarig zijn. Laten we ten minste deze jongeren onmiddellijk een voogd toewijzen en naar een opvangplaats begeleiden.