5-30 | 5-30 |
De voorzitter. - Ik stel voor deze mondelinge vragen samen te voegen. (Instemming)
Mme Cécile Thibaut (Ecolo). - Les conseils d'administration des trois entités de la SNCB sont invités à se prononcer ce vendredi sur des mesures d'économie douloureuses, avec l'objectif déclaré d'un assainissement complet des comptes en 2015.
Étrangement, compte tenu de l'augmentation de la demande et des enjeux énergétiques, les dirigeants ont mis sur la table des mesures visant la suppression de plusieurs trains sur le réseau belge. La direction de la SNCB proposerait donc, selon les informations relayées par la presse, de tailler dans l'offre en supprimant, par jour, 600 trains ayant un taux de couverture inférieur à 10%.
La mesure devrait toucher toutes les régions du pays, mais on imagine aisément qu'elle concernera particulièrement les moins peuplées comme le sud du Luxembourg, certaines zones du Hainaut et des connexions entre plusieurs villes wallonnes.
Le groupe déclare vouloir afficher un résultat opérationnel à l'équilibre en 2015. Cet objectif est compréhensible mais il pourrait être atteint par d'autres voies comme l'augmentation de la dotation de l'État, la diminution des frais d'expertise, des économies sur des missions qui ne touchent pas celles de service au public, et cela uniquement s'il s'accompagne d'alternatives concrètes pour les voyageurs qui seront touchés et une meilleure qualité de service.
Ne pensez-vous pas, madame la ministre, que cette décision de couper dans l'offre est prématurée ? Ne conviendrait-il pas d'envisager toutes les options qui ne touchent pas les voyageurs préalablement à toute suppression de train, laquelle est souvent irréversible et touche particulièrement les régions rurales, trop souvent désertées par les services publics ?
En matière budgétaire, estimez-vous acceptable que la SNCB fasse le choix de toucher à ses missions de service au public pour tenter de retrouver l'équilibre ?
Dans le contexte énergétique et de mobilité que nous vivons, la dotation de l'État fédéral ne devrait-elle pas plutôt être adaptée pour aider la SNCB à maintenir et à développer son offre ?
De heer Guido De Padt (Open Vld). - Het is algemeen bekend dat de NMBS iets meer dan 40 loketten van stations of de stations zelf gaat sluiten.
Een en ander heeft te maken met de zogenaamde onderbenutting van die stations, waar de kost van het open houden van de loketten niet zou opwegen tegen het aantal reizigers dat er gebruik zou van maken. Dit voornemen lokte al enkele reacties uit, onder meer in Galmaarden, Haaltert en Merchtem, waar men zich afzet tegen deze maatregel.
Ik ben van oordeel dat de minister volledige klaarheid moet scheppen in de situatie en daarover transparant moet communiceren, ook al is er momenteel nog geen definitieve besluitvorming. De pendelaars mogen weten waar ze aan toe zijn en ook de lokale overheden kunnen dan al eens nadenken, ook met het oog op hun budgetopmaak voor 2012, welke nieuwe functie aan een gesloten station zou kunnen worden gegeven. Een antwoord van de minister dat er momenteel nog geen enkele beslissing is genomen, zou ik dus als een gebrek aan politieke moed durven bestempelen, een uitdrukking die de voorbije weken en maanden overigens al eens meer wordt gebruikt.
Anderzijds vind ik ook dat er duidelijkheid moet worden gecreëerd omtrent de parameters die worden gebruikt om een bepaalde lokettendienst af te schaffen. Sommige slechte geesten beweren dat de lat niet overal gelijk wordt gelegd binnen de gewesten en dat er in Wallonië nog loketten zouden worden bediend, terwijl die in feite ook zouden moeten worden gesloten als men voor iedereen de lat gelijk legt.
Ten slotte wil ik nog eens benadrukken hoe belangrijk de communicatie is naar de reiziger en de lokale overheden. Als men de pendelaars de kans geeft om op het terrein zelf ingelicht te worden over het hoe en het waarom, kan het draagvlak voor de beslissing groter worden. Als men er dan ook de lokale overheden bij betrekt en goed begeleidt, kan er al evenzeer een win-winsituatie ontstaan.
Wil de minister aangeven op grond van welke parameters men bepaalde stations wil sluiten en of daarbij met twee maten wordt gemeten? Welke Belgische stations in aanmerking komen? Wanneer de sluiting zal plaatsvinden en hoe de communicatie dienaangaande wordt aangepakt?
Mevrouw Inge Vervotte, minister van Ambtenarenzaken en Overheidsbedrijven. - Uw vragen zijn inderdaad relevant. Zoals u weet, staan we voor een belangrijke opdracht, met name de schuldstabilisatie tegen 2012 en voor de NMBS een evenwicht tegen 2015. Ik wens op geen enkele wijze afstand te nemen van deze beslissing. We weten dat we de middelen daarvoor ergens zullen moeten gaan zoeken, maar het is niet de bedoeling dat we deze inspanningen hoofdzakelijk zouden doen ten koste van het aanbod. Meer zelfs, indien er beslissingen genomen worden die op het aanbod betrekking hebben, zullen die gebaseerd zijn op andere criteria.
Over een aantal zaken is al een beslissing genomen, over een aantal andere moet de komende periode nog worden beslist. Het plan dat loopt tot 2015 en momenteel is daarover nog studiewerk aan de gang. Het plan 2012 ligt al wel vast: sluiting van vier stopplaatsen; aanpassing van het treinaanbod tussen de kerst- en de zomerperiode; de tarieven aan boord; de reorganisatie van commerciële exploitatiestations in vijf districten in de plaats van in veertien regio's; de rationalisatie van de verkoop in 38 stations en een selectief vervangingsbeleid. Met betrekking tot de aanbodzijde is nog geen enkele beslissing genomen.
De vraag die de NMBS stelde, en die blijkbaar aanleiding gaf tot speculaties in de pers, was een overzicht te krijgen van die treinen waarvan de inkomsten lager liggen dan de energiekosten en een lijst met de treinen waarvan de kostendekkingsgraad tussen 5 en 10% is.
Die lijst van de treinen is dan beginnen te circuleren.
Wij zullen aan de raden van bestuur van de NMBS zeggen dat aan het aanbod niet zomaar kan worden geraakt. Er zal rekening moeten worden gehouden met een aantal criteria. De vermindering van het aanbod moet vertrekken vanuit een duidelijke klantenvisie en moet passen in een mobiliteitsvisie op lange termijn. De vermindering mag niet alleen op economische gegevens gebaseerd zijn en ze moet overeenstemmen met de principes van het nieuwe vervoersplan. Aangezien het nieuwe vervoersplan pas ingaat vanaf 2013, kunnen niet onmiddellijk beslissingen worden genomen. Vervolgens moet ook rekening worden gehouden met de bepalingen die opgenomen zijn in de beheerscontracten.
Een vermindering van het aanbod is dus niet evident en er zal rekening moeten worden gehouden met een aantal evenwichten.
Ik vind wel dat als er treinen rondrijden waarvan de inkomsten lager liggen dan de energiekosten, we daarover minstens mogen nadenken. Er moeten echter alternatieven beschikbaar zijn. Daarover is overleg nodig. Vandaag rijden er treinen waarvoor alternatieven met openbaar vervoer wellicht veel geschikter en efficiënter zijn, zowel vanuit ecologisch, financieel als sociaal oogpunt.
Wat de sluiting van loketten betreft, wordt een duidelijk criterium gehanteerd. Het gaat om 38 stations waar er minder dan 100 transacties per dag zijn. Ik zal u de lijst van die stations ter beschikking stellen. Er zijn verschillende voorwaarden waaraan moet worden voldaan. Ten eerste moet de wachtzaal toegankelijk blijven. Het is immers niet de bedoeling het station te sluiten, alleen het loket. Hierover moeten afspraken worden gemaakt met Infrabel en/of de Holding. Ten tweede moet een betaalautomaat worden geïnstalleerd. Ten slotte moet de sluiting door het sociaal overleg worden goedgekeurd. Gezien aan drie voorwaarden moet worden voldaan, zullen dus misschien geen 38 stationsloketten worden gesloten.
Wij zijn bereid met de betrokken gemeenten daarover in overleg te treden.
Mme Cécile Thibaut (Ecolo). - Je rejoins la ministre en ce qui concerne l'objectif de stabilisation de la dette en insistant néanmoins pour que cela se fasse en termes de bonne gouvernance. Si des décisions doivent être prises, que ce ne soit pas au détriment de l'offre.
Vous dites que la SNCB a demandé un inventaire des lignes où les recettes seraient inférieures au coût énergétique et au coût de couverture. Peut-être certaines lignes coûtent-elles cher mais, si elles sont peu utilisées, c'est parce que les correspondances les rendent inconfortables. Je pense notamment à la ligne 165 reliant Libramont à Virton où les correspondances sont impraticables.
Je voudrais que vous soyez attentive à ces éléments et vigilante pour la suite.
De heer Guido De Padt (Open Vld). - De minister had het over 38 stations. Ik neem aan dat dit aantal vastligt en dat de partners binnen het sociaal overleg zich enkel over het totale pakket zullen kunnen uitspreken. Ik kan me niet voorstellen dat bij het sociaal overleg bepaalde stations uit het pakket worden gelicht. Welke invloed kan het sociaal overleg nog hebben op de beslissing over de sluiting van de loketten?