5-82COM

5-82COM

Commissie voor de Financiën en voor de Economische Aangelegenheden

Handelingen

WOENSDAG 15 JUNI 2011 - NAMIDDAGVERGADERING

(Vervolg)

Vraag om uitleg van de heer Bert Anciaux aan de minister van KMO's, Zelfstandigen, Landbouw en Wetenschapsbeleid over «de klimaatsverandering en de gevolgen daarvan op de landbouw en over de voedselzekerheid en de Europese coördinatie ter zake» (nr. 5-1021)

De heer Bert Anciaux (sp.a). - Een rapport van het International Institute for Environment and Development (IIED) stelt onomwonden dat de Europese landbouw zich amper tot niet voorbereidt op de voorspelde klimaatverandering. De Europese zaadwetten brengen de biodiversiteit van onze landbouw ernstig in gevaar. Ze blijken zodanig gericht op uniformiteit dat in de praktijk alleen de meest geavanceerde soorten op de markt komen. Boeren blijven daarenboven steeds meer en sterker gebonden aan een systeem van patenten en intellectuele eigendomsrechten.

Het gebruik van deze patenten is duur. Boeren en onafhankelijke wetenschappers ondervinden daardoor steeds meer barrières om autonoom te experimenteren en te diversifiëren. Zowat alle experts beklemtonen dat diversiteit zorgt voor de nodige veerkracht in voedselproductiesystemen. Biodiversiteit is essentieel voor de aanpassing aan de klimaatverandering. Om het met een boerenwijsheid te zeggen: men mag zijn eieren niet allemaal in één mand leggen.

Het klinkt voorspelbaar. Telkens wanneer een ontsporing of een groot probleem dreigt en zich een opvallend collectief onvermogen manifesteert, spelen hogere en grote economische belangen. Het klinkt zowaar cynisch dat het Europees gemeenschappelijk landbouwbeleid vooral de kaart van de agro-industrie speelt.

De Europese zaadwetgeving diende in oorsprong het nobele doel om boeren, en vooral kleine boeren, een degelijk inkomen te verschaffen en om de voedselzekerheid in Europa te verzekeren. Ze lijkt nu het omgekeerde effect te bereiken.

Zo bevinden de patenten en intellectuele eigendomsrechten zich grotendeels in handen van de grote spelers in de agro-industrie, die er alle belang bij hebben de huidige situatie te handhaven. Zij verdienen immers het grote geld met de verkoop van hun duurste en meest geavanceerde zaden. Dat soort landbouw, gericht op kortetermijnwinsten, is echter absoluut in strijd met een vorm van landbouw die ons kan blijven voeden op lange termijn. Het hoeft weinig betoog dat rent-seeking, gedrag op korte termijn, op andere terreinen al voor ernstig problemen heeft gezorgd. Een falen van het marktmechanisme op de voedselmarkt kan niet worden opgevangen door de overheid, zoals dat voor de financiële sector min of meer wel kon. Ik maak me ernstige zorgen en vraag me af of over dit probleem wel voldoende debat wordt gevoerd en visies worden gevormd.

Nam de minister kennis van bovengenoemd rapport? Deelt de minister de analyse uit dit rapport? Beaamt de minister de beoordeling dat er iets goed fout zit met het Europese patentenrecht inzake biotechnologie en de teelt van gewassen? Welk standpunt neemt België in over deze kwestie? Delen Vlaanderen en Wallonië eenzelfde visie? Waar en wanneer werd deze kwestie besproken in België en Europa? Bestaat er in België en Europa een visie op het beheer van biodiversiteit in de landbouw?

Bestaat er op Europees niveau een debat of visievorming over de machtsconcentratie van de agro-industrie op de Europese landbouwmarkt, bijvoorbeeld ook in verband met genetisch gemanipuleerde organismen? Wat is het standpunt van België over dat thema?

Mevrouw Sabine Laruelle, minister van KMO's, Zelfstandigen, Landbouw en Wetenschapsbeleid. - Hoewel klimaatverandering en biodiversiteit, zaden, patenten en intellectuele eigendomsrechten niet tot mijn bevoegdheid horen, kan ik verzekeren dat ik deze problematiek aandachtig volg. De landbouwproductie is inderdaad rechtstreeks afhankelijk van de weersomstandigheden. Bovendien heeft de landbouwactiviteit een invloed op de productie van broeikasgassen. Dat impliceert dat de landbouwwereld zich zal moeten aanpassen aan de toekomstige evolutie van het klimaat.

De kwestie van de biodiversiteit is eveneens een materie die het landbouwmilieu interesseert. Het thema van de biodiversiteit werd in het kader van de toekomst van een gemeenschappelijk landbouwbeleid na 2013 besproken.

Hierover bestaat een werkdocument, getiteld: Adapting to climate change: the challenge for European agriculture and rural areas, dat de uitdagingen beschrijft waarmee de Europese landbouw de komende jaren zal worden geconfronteerd. In de conclusies van de recente landbouwraden op Europees niveau bestaat een consensus rond de integratie van de kwesties rond biodiversiteit in de hervorming van het gemeenschappelijk landbouwbeleid. Bovendien wordt de rol van de landbouw in het gemeenschappelijk landbouwbeleid geregeld beklemtoond door de actie op het vlak van het Low-Carbon Growth Plan.

Voor het Europees beleid inzake biodiversiteit werd een 20-20 strategie ontwikkeld. Één van de doelstellingen daarvan bestaat erin het verlies aan biodiversiteit te beperken op het niveau van de ecosystemen. In dit plan wordt bijzondere aandacht geschonken aan land- en bosbouw. Voor meer uitleg over klimaatverandering en biodiversiteit, verwijs ik u naar mijn collega, Paul Magnette, die hiervoor bevoegd is op federaal niveau.

Omdat ik eveneens bevoegd ben voor Wetenschapsbeleid, herinner ik aan het onderzoek dat werd gevoerd in het kader van de verschillende onderzoeksprogramma's van het federaal wetenschapsbeleid, vooral in het kader van het meerjarenprogramma wetenschap voor een duurzame ontwikkeling.

De rol van de agro-industrie in de voedselketen zal aan bod komen tijdens de besprekingen die momenteel op Europees niveau worden gevoerd over de globale werking van de voedselketen. Die gesprekken vinden plaats in de Raad voor de Mededinging en niet in de Landbouwraad.

Naar aanleiding van de conclusie van de Milieuraad van 2008 wordt op Europees niveau gedebatteerd over de sociaal-economische aspecten van de ggo's. Elementen zoals de monopolies van de agro-industrie zullen daar zeker worden besproken. In de Europese Unie mogen momenteel maar twee ggo's worden geteeld: MON 810-maïs van Monsanto en de Amflora-aardappel. Ze vertegenwoordigen slechts een zeer klein teeltoppervlak, en dan nog buiten België. Het probleem van de genetische uniformiteit is bijgevolg niet actueel voor de ggo's in de Europese Unie.

De heer Bert Anciaux (sp.a). - Ik dank de minister voor haar volledige antwoord. Ik wist niet dat minister Magnette specifiek ...

Mevrouw Sabine Laruelle, minister van KMO's, Zelfstandigen, Landbouw en Wetenschapsbeleid. - Er zijn verschillende aspecten: er wordt gesproken over het landbouwbeleid na 2013, maar er wordt ook een specifiek debat gevoerd over klimaat en biodiversiteit en over de monopolies.

De heer Bert Anciaux (sp.a). - Ik maak mij enigszins zorgen over twee zaken: enerzijds het feit dat het debat over de voedselketen gevoerd wordt in de Raad voor de Mededinging ...

Mevrouw Sabine Laruelle, minister van KMO's, Zelfstandigen, Landbouw en Wetenschapsbeleid. - Er zijn twee aspecten verbonden aan de monopolies. We bespreken de werking van de voedselketen ook in het licht van de prijsvolatiliteit. We gaan nu op Europees vlak na wat we kunnen doen om die prijsvolatiliteit voor de boeren en de consumenten te beperken. We hebben het dan over transparantie, een prijsobservatorium op Europees vlak, enzovoort.

De heer Bert Anciaux (sp.a). - Tot slot wou ik dat ik uw optimisme rond ggo's kon delen. Ik ben daarover wat bezorgd, maar ik wist niet dat er maar twee genetisch gemanipuleerde voedselproducten bestaan in Europa. De toestand kan echter snel evolueren.