5-76COM | 5-76COM |
M. le président. - M. Olivier Chastel, ministre de la Coopération au développement, chargé des Affaires européennes, répondra.
De heer Bert Anciaux (sp.a). - Ik geef toe dat de ondervraging van de Belgische minister voor Buitenlandse Zaken door de Mensenrechtenraad van de Verenigde Naties hier al enkele keren aan bod is gekomen. Ik ben bijzonder weinig afwezig, maar toevallig was ik dat wel op het moment dat die vragen aan bod kwamen. In de plenaire vergadering ging het om een vraag van mevrouw Muriel Targnion en daar werd toen een vraag van de heer Richard Miller aan gekoppeld.
Ik heb de voorzitter toen gevraagd of ook mijn vraag daaraan gekoppeld moest worden omdat ik ervan uitging dat de minister er niet meer op zou antwoorden. Er werd mij gezegd dat ik ze in de commissie opnieuw moest stellen omdat ze toch over iets anders gaat dan de eerder gestelde vragen, die veeleer over communautaire spanningen handelden, namelijk over het feit dat de Franstaligen het rapport niet hadden goedgekeurd.
Intussen is mijn vraag inderdaad een beetje achterhaald.
Ik ga ermee akkoord dat deze vraag niet wordt beantwoord.