5-64COM

5-64COM

Commission des Affaires sociales

Annales

MARDI 3 MAI 2011 - SÉANCE DE L'APRÈS-MIDI

(Suite)

Demande d'explications de M. Bert Anciaux à la vice-première ministre et ministre des Affaires sociales et de la Santé publique sur «le droit des enfants d'avoir des parents» (nº 5-624)

De heer Bert Anciaux (sp.a). - Met draagmoeders en anonieme eicel- en spermadonoren creëer je moeder- en vaderloze kinderen die nooit zullen weten waar hun wortels liggen. In alle maatschappelijke discussies staat het recht van ouders om kinderen te hebben centraal. Ik heb daarvoor veel begrip, maar ik zou ook graag weten wat de minister vindt van het recht van kinderen op ouders. Ik weet dat, ook door onze partij, initiatieven worden genomen inzake anoniem draagmoeder- en donorschap. Ik heb daar veel begrip voor, maar ik vraag mij wel af wat de gevolgen daarvan zijn voor de kinderen die niet weten van wie ze afstammen. Ik heb mij vroeger vrij lang bezig gehouden met adoptie. In die tijd, ongeveer 15 jaar geleden, waren er grote problemen rond adoptie, onder meer inzake misbruiken. Ik werd toen ook al geconfronteerd met het lage zelfbeeld en de schrijnende, psychische problemen van kinderen die hun afstamming niet kenden en dus geen contact konden hebben met hun natuurlijke moeder of vader. Bestaat er daarover wetenschappelijk onderzoek?

Ik doe hier geen poging om initiatieven rond naamloze bevallingen en anoniem eicel- en spermadonorschap tegen te houden. Ik wil alleen weten wat de gevolgen daarvan zijn voor de kinderen.

Mevrouw Laurette Onkelinx, vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, belast met Maatschappelijke Integratie. - In de huidige juridische situatie worden gameten in principe anoniem gedoneerd, behalve als de donor en de ontvanger onder de verantwoordelijkheid van het PMA-centrum een kosteloze overeenkomst sluiten. Dat is bijvoorbeeld het geval wanneer een vrouw een eicel doneert aan haar zuster.

Je peux vous transmettre toutes les explications provenant des travaux que nous avons réalisés sous la législature précédente.

Vous posez une question éthique en partant du droit de l'enfant à l'information. Il s'agit effectivement d'un domaine extrêmement complexe. En lisant les travaux préparatoires à la loi, vous verrez d'ailleurs que l'on a toujours mis en balance les intérêts de chacun.

Il n'en demeure pas mois que l'enfant peut être confronté à des difficultés majeures dans sa recherche d'identité et qu'il existe un vide juridique, comme c'est le cas pour les mères porteuses. À l'époque où M. Demotte était ministre des Affaires sociales, j'avais préparé avec lui des propositions à ce sujet. Mme Defraigne a également déposé des propositions de loi dans ce sens.

J'estime qu'à un moment donné de son existence, l'enfant a le droit de connaître sa filiation exacte.

Le Sénat est par excellence le lieu où ces questions éthiques délicates doivent être abordées. Je comprends qu'il subsiste des problèmes malgré la législation existante mais c'est à présent au législateur de prendre des initiatives pour appréhender ce problème délicat.

De heer Bert Anciaux (sp.a). - Ik dank de minister voor haar antwoord. Wat ik graag nog had vernomen is of er wetenschappelijk onderzoek bestaat rond de problemen in dit verband voor kinderen.

Mme Laurette Onkelinx, vice-première ministre et ministre des Affaires sociales et de la Santé publique, chargée de l'Intégration sociale. - Il doit y en avoir beaucoup. Tous les départements concernés des universités disposent d'études scientifiques sur le sujet mais je ne suis pas en mesure de vous en communiquer une liste exhaustive.

Ook in Nederland bestaan daarover specifieke studies.

De voorzitter. - In Nederland is anonimiteit dan ook niet langer mogelijk. Dat blijkt uit een verslag dat in de Senaat is uitgebracht ten tijde van de tweede paarse regering.