5-63COM

5-63COM

Commission des Finances et des Affaires économiques

Annales

MERCREDI 27 AVRIL 2011 - SÉANCE DE L'APRÈS-MIDI

(Suite)

Demande d'explications de M. Bert Anciaux au vice-premier ministre et ministre des Finances et des Réformes institutionnelles sur «les bonus dans le monde financier» (nº 5-659)

Demande d'explications de M. Bert Anciaux au vice-premier ministre et ministre des Finances et des Réformes institutionnelles sur «les propos du gouverneur de la Banque nationale concernant les bonus» (nº 5-768)

M. le président. - Je vous propose de joindre ces demandes d'explications. (Assentiment)

M. Bernard Clerfayt, secrétaire d'État à la Modernisation du Service public fédéral Finances, à la Fiscalité environnementale et à la Lutte contre la fraude fiscale, répondra.

De heer Bert Anciaux (sp.a). - Toen ik mijn vragen indiende, waren over dit onderwerp nog geen verklaringen afgelegd. Inmiddels is dat wel het geval en daarom zal ik bondig zijn.

Zoals velen heb ik vragen bij de bonussen in de financiële wereld. De gouverneur van de Nationale Bank heeft ter zake trouwens straffe uitspraken gedaan.

Ik had graag vernomen welke maatregelen de minister zal nemen, onder meer omdat de Belgische overheid aandeelhouder is in enkele grootbanken en er rechtstreeks bestuurders aanstelt. Welke opdrachten werden gegeven aan de bestuurders die voor ons land in de banken zitting hebben? Welke initiatieven werden genomen om een Europees debat over bonussen en lonen in het bankwezen op gang te brengen? Werd tijdens Europees Voorzitterschap toen België dat waarnam, over de problematiek gediscussieerd en werden terzake beslissingen genomen? Vergeten we niet dat het pervers systeem van bonussen in diverse landen mee aan de basis lag van de bankencrisis; de wil om op korte tijd zoveel mogelijk winst te boeken heeft tot onverantwoorde beslissingen geleid.

Daaruit moeten we lessen leren. Ik bent niet gekant tegen normale bonussen, wel tegen onrechtvaardige en onverantwoorde excessen. Omdat de gemeenschap in een tijd van crisis en inlevering toch heel wat bijdraagt om de banken te redden, kan men van de overheid verwachten dat ze maatregelen neemt ten aanzien van de banken waarvan ze aandeelhouder is. Daarover heb ik weinig of niets gehoord. Mijn vragen zijn dan ook hoofdzakelijk gericht op het responsabiliseren van de minister tegenover de banken.

De heer Bernard Clerfayt, staatssecretaris voor de Modernisering van de Federale Overheidsdienst Financiën, de Milieufiscaliteit en de Bestrijding van de fiscale fraude. - Ik lees het antwoord van de minister.

De minister van Financiën heeft enkele weken geleden in de Kamer soortgelijke vragen van de heren Coëme en Arens en van mevrouw Almaci duidelijk beantwoord. Ik verwijs dan ook naar het verslag van die vergadering.

Het beloningsbeleid in de financiële sector is door de financiële crisis op de voorgrond getreden van de prudentiële regelgevende agenda. Sinds 2009 is in gestaag tempo een regelgevend kader tot stand gekomen, gestuurd vanuit de Financial Stability Board. In Europa resulteerde dat in de zogenaamde CRD III, meer bepaald Capital Requirements Directive III of Richtlijn 2010/76/EU van 24 november 2010, gepubliceerd op 14 december 2010. Het onderdeel beloningsbeleid uit die richtlijn diende tegen 1 januari 2011 te worden omgezet door de lidstaten en sinds die datum zijn banken ook onderworpen aan de voorwaarden en beperkingen inzake beloningsbeleid. België heeft die richtlijn zonder enige afwijking omgezet.

De CRD III-voorwaarden vereisen dat het beloningsbeleid bijdraagt tot een effectief beheer van de risico's in de instelling. De regelgeving heeft volgende krachtlijnen. Een eerste is governance inzake beloningsbeleid, wat betekent dat de verantwoordelijkheid voor het beloningsbeleid bij het leidinggevende, toezichthoudende orgaan van de onderneming zelf ligt. Ten tweede is het beloningsbeleid risicogerelateerd en ten derde moet het beloningsbeleid verplicht openbaar worden gemaakt.

In België werd CRD III in hoofdzaak omgezet door het CBFA-reglement van 8 februari 2011, bekrachtigd bij koninklijk besluit van 22 februari 2011, gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad op 2 maart 2011. Het reglement gaat over het beloningsbeleid van de financiële instellingen en vindt zijn concretisering ook in een CBFA-circulaire inzake behoorlijk beloningsbeleid van 14 februari 2011 gericht aan de financiële instellingen. De CBFA ziet toe op de implementatie en handhaving van die regelgeving en heeft daartoe al meerdere initiatieven genomen. De verplichting tot openbaarmaking zal voor het eerst worden toegepast voor uitbetalingen in 2011, ook al gaat het daarbij over vergoedingen voor prestaties die in 2010 werden geleverd.

Voor de rest heeft ook de minister precieze richtlijnen gegeven aan de vertegenwoordigers van de overheid in de banken om die reglementering strikt na te leven. Voor Dexia bijvoorbeeld wordt de beloning voor dit jaar niet hoger dan die van vorig jaar en dat past volledig in het kader van de richtlijnen ter zake.

Verder verwijs ik naar de antwoorden die de minister van Financiën in de Kamer gaf.

De heer Bert Anciaux (sp.a). - De vragen zijn al oud en we hebben intussen al veel antwoorden gelezen en gehoord. Volgens de staatssecretaris past de recente beslissing van Dexia perfect in de Europese regelgeving die door België op de meest strikte wijze is overgenomen. Ik kan alleen maar zeggen dat die regelgeving dan toch niet bijzonder sterk is. Iedereen is van oordeel dat de vergoedingen die Dexia uitkeert, excessief zijn, of ze nu al dan niet hoger liggen dan vorig jaar. Ik zou het eventuele verschil met vorig jaar eens moeten nakijken, maar in elk geval zijn het bijzonder hoge bedragen. Als zelfs dat onder de huidige regelgeving mogelijk is, dan rijst de vraag of die regelgeving wel streng genoeg is.

Ik verneem van de minister niets over eventuele initiatieven in samenspraak met de gouverneur van de Nationale Bank om de huidige regels te aan te scherpen. De gouverneur heeft daar bijzonder duidelijke uitspraken over gedaan, maar op mijn vraag daarover heb ik geen antwoord gekregen. Is de minister niet van plan daar samen met de Nationale Bank en de gouverneur initiatieven rond te nemen?

De heer Bernard Clerfayt, staatssecretaris voor de Modernisering van de Federale Overheidsdienst Financiën, de Milieufiscaliteit en de Bestrijding van de fiscale fraude. - De richtlijn die omgezet is in het Belgisch recht, zal natuurlijk worden nageleefd, maar duidelijkheidshalve wijs ik er toch op dat het meestal om internationale banken gaat. Die zijn niet alleen aan de Belgische regels onderworpen. Dexia is een Frans-Belgische bank en België kan niet zijn eigen wil opleggen.

De heer Bert Anciaux (sp.a). - Het is een Europese richtlijn.

De heer Bernard Clerfayt, staatssecretaris voor de Modernisering van de Federale Overheidsdienst Financiën, de Milieufiscaliteit en de Bestrijding van de fiscale fraude. - De Europese richtlijn wordt helemaal nageleefd, maar specifieke Belgische regels die strenger zijn dan de Europese richtlijn, kunnen moeilijk worden toegepast op internationale of multinationale ondernemingen, zoals Dexia, want dan zouden we problemen krijgen met de plaatselijke autoriteiten in de raad van bestuur.

De heer Bert Anciaux (sp.a). - Die uitspraak vind ik bijzonder ontgoochelend. Als de Belgische regering een regelgeving oplegt, moeten de banken zich daar net als iedere andere rechtspersoon of natuurlijke persoon aan houden, zeker als het gaat over activiteiten die in België plaatsvinden.

De Belgische overheid is vertegenwoordigd in de raad van bestuur van Dexia om bij dat geval te blijven. Het is perfect mogelijk een strengere Belgische regelgeving af te dwingen, desnoods via een stemming in de raad van bestuur. Ik heb echter niet het gevoel dat daarover ook maar een begin van discussie is gevoerd.

(M. Frank Boogaerts prend place au fauteuil présidentiel.)