5-17

5-17

Sénat de Belgique

Annales

JEUDI 24 MARS 2011 - SÉANCE DE L'APRÈS-MIDI

(Suite)

Question orale de Mme Anke Van dermeersch au premier ministre, chargé de la Coordination de la Politique de migration et d'asile sur «les procédures d'infraction intentées par la Commission européenne contre la Belgique» (nº 5-79)

M. le président. - M. Olivier Chastel, ministre de la Coopération au développement, chargé des Affaires européennes, répondra.

Mevrouw Anke Van dermeersch (VB). - Zopas heeft de Europese Commissie haar meest recente scorebord van de interne markt vrijgegeven, waarin een stand van zaken wordt opgemaakt over de omzetting van de internemarktregels in het nationaal recht van de lidstaten en de inbreukprocedures die werden opgestart tegen de lidstaten.

Uit dat rapport komt België in een aantal opzichten andermaal als de slechtste leerling van de klas naar voor. Zo blijkt België met 109 procedures het grootste aantal lopende inbreukprocedures voor zijn rekening nemen, terwijl het gemiddelde per lidstaat slechts 40 procedures bedraagt.

Terwijl de andere lidstaten sinds november 2007 doorgaans vooruitgang boeken, boekt België een forse achteruitgang. De periode van lopende zaken kan daar wel een rol in spelen, maar zo'n groot aantal procedures kan daaraan niet te wijten zijn.

1. Wat zijn de oorzaken van de slechte prestaties van België inzake de omzetting van de interne-marktregels? De omzetting kan ook nog gebeuren in de loop van de procedure. Waarom gebeurt dat niet?

2. Wat is, voor wat de verantwoordelijkheid voor de 109 inbreukprocedures betreft, het aandeel van de gewesten en gemeenschappen en van de federale staat?

3. Staan er maatregelen op stapel om een en ander bij te sturen?

De heer Olivier Chastel, minister van Ontwikkelingssamenwerking, belast met Europese Zaken. - Ik lees het antwoord van de eerste minister.

Samen met de minister van Buitenlandse Zaken ben ik bevoegd voor de algemene opvolging van het omzettings- en het inbreukendossier. Als uitgangspunt geldt dat het louter bestaan van een inbreukprocedure niet automatisch betekent dat België een nalatigheid zou hebben begaan of een Europese rechtsregel eventueel niet of verkeerd zou hebben omgezet of toegepast. Alleen in de gevallen van niet-tijdige omzetting van richtlijnen en ingeval van niet-uitvoering van de arresten van het Europees Hof van Justitie is het zeker dat België ongelijk heeft.

De verhoging van de inbreukprocedures vanaf 2008 staat in verband met de nieuwe politiek van de Commissie om het aantal beslissingsrondes van de commissarissen inzake inbreuken te verhogen van één keer per kwartaal naar één per maand.

De 109 inbreukprocedures hebben betrekking op betwistingen wegens niet conforme omzetting van richtlijnen en de toepassing van het Europees recht. De FOD Buitenlandse Zaken vroeg de Commissie haar de lijst met de 109 procedures te bezorgen.

Het scorebord geeft de situatie weer op 10 november 2010. Vandaag zijn er 104 procedures tegen België lopende: 58 dossiers onder exclusieve federale bevoegdheid; 8 dossiers onder gemengde bevoegdheid; 38 dossiers onder exclusieve bevoegdheid van de deelgebieden.

In de 104 inbreukdossiers zitten ook 11 dossiers die volgens de Belgische overheden in orde zijn en waar dus op een seponering door de Commissie wordt gewacht.

In vergelijking met het vorige scorebord is er een stabilisatie van het aantal inbreukprocedures. Die tendens is reeds een eerste positief signaal, maar dat volstaat niet. Daarom werd door de ministerraad in november 2010 een reflectieproces opgestart om te zien waar we het actieplan verder kunnen optimaliseren. Het Belgische actieplan van september 2009 vereist een permanente screening van alle nieuwe inbreukprocedures. De betrokken overheden worden aangemoedigd om prioriteit te geven aan de uitvoering van het actieplan. Dat impliceert een snelle afsluiting van de inbreukdossiers waarin ze zich hebben verbonden tot het nemen van maatregelen en/of waarin ze door het Europees Hof van Justitie werden veroordeeld.

Ten slotte is België sinds januari 2011 lid van EU-pilot waarvan ook verwacht wordt dat het op termijn een impact heeft op de vermindering van inbreukprocedures.

Mevrouw Anke Van dermeersch (VB). - Er zou een stabilisatie zijn. Een stabilisatie is echter geen positief signaal vooral niet als er 109 inbreukprocedures zijn. Dat er daarvan maar elf zijn die op een vergissing zouden berusten, betekent in feite dat bijna honderd procedures terecht zijn. De omzetting van een richtlijn kan toch niet zo moeilijk zijn. Ofwel schikt men zich naar Europa ofwel niet. Nu pas beginnen met een reflectieproces of actieplan, is toch wat laat. Eigenlijk moet de kwestie veel beter worden opgevolgd.