5-45COM

5-45COM

Commission des Relations extérieures et de la Défense

Annales

MARDI 1er MARS 2011 - SÉANCE DE L'APRÈS-MIDI

(Suite)

Demande d'explications de M. Patrick De Groote au vice-premier ministre et ministre des Affaires étrangères et des Réformes institutionnelles sur «le conflit qui oppose la Thaïlande et le Cambodge et la protection du temple hindou de Preah Vihear, inscrit sur la liste du patrimoine mondial de l'UNESCO» (nº 5-470)

M. le président. - M. Olivier Chastel, ministre de la Coopération au développement, chargé des Affaires européennes, répondra.

De heer Patrick De Groote (N-VA). - In november 2010 stond in De Standaard een artikel over het Global Heritage Fund, een fonds uit Californië dat projecten opzet en investeert in bedreigd erfgoed. Dat fonds had een vijfhonderdtal archeologische en historische sites uit de zogenaamde ontwikkelingslanden voor ogen die vandaag uit toerisme een opbrengst van 18,2 miljard euro opleveren. Het fonds vroeg economen van de Stanford University een prognose te becijferen over de opbrengst van deze sites in de toekomst. Ze kwamen aan een bedrag van 50 miljard euro in 2025, dit is een jaarlijkse economische groei van 6 tot 12 procent. Wanneer die sites onderhouden worden, blijven ze jaar na jaar opbrengen. Dat is de grootste troef. Weinig economische sectoren brengen zoveel op. Ik was dan ook ontgoocheld toen ik begin februari vernam dat op de grens tussen Thailand en Cambodja gedurende enkele dagen gevechten aan de gang waren met de hindoetempel Preah Vihear als inzet.

In 1962 werd de Preah Vihear-tempel uit de 11de eeuw door het Internationaal Gerechtshof in Den Haag toegewezen aan Cambodja, een besluit dat door Thailand wordt betwist, vooral sinds de UNESCO de tempel in 2008 als werelderfgoed erkende.

Het gaat me er niet om kamp te kiezen tussen Cambodja en Thailand, maar het gaat me wel om de vernietiging van een mogelijke economische motor voor de regio ten noorden en ten zuiden van de grens.

VN-secretaris generaal Ban Ki-moon heeft beide partijen gevraagd het geweld te staken. Er werd ook een speciale zitting van de VN-Veiligheidsraad gevraagd. Een aantal verdragen situeren zich immers op VN-niveau.

De recente aanval gaat rechtstreeks in tegen het Verdrag van Den Haag voor de bescherming van cultureel bezit in het geval van gewapend conflict, met inbegrip van het tweede protocol van 1999. Alleen Thailand heeft dit verdrag nog niet getekend, noch geratificeerd.

Welke stappen kan de Belgische regering, eventueel via de Europese Unie, ondernemen om dit geweld te stoppen?

Zal België bij Thailand aandringen om ook het tweede protocol van het UNESCO-verdrag te ondertekenen en te ratificeren?

De heer Olivier Chastel, minister van Ontwikkelingssamenwerking, belast met Europese Zaken. - Ik lees het antwoord van de minister.

België ondersteunt de inspanningen van de internationale gemeenschap om de desbetreffende situatie te ontmijnen. Deze inspanningen situeren zich in eerste instantie op het niveau van de VN- Veiligheidsraad waaraan het geschil werd voorgelegd. De Veiligheidsraad drong bij beide partijen aan om een permanent staakt-het-vuren overeen te komen en te onderhandelen, met bemiddeling van de ASEAN. Vooral deze organisatie heeft onder leiding van haar Indonesisch Voorzitterschap een belangrijke rol te spelen. Verder heeft de UNESCO niet alleen een speciale gezant naar Phnom Penh en Bangkok gestuurd, maar plant ze ook een missie om de schade aan de tempel van Preah Vihear te evalueren.

Op het niveau van de EU is deze kwestie niet formeel aan bod gekomen. Wel ondersteunt de EU de al vernoemde verklaringen en acties van de internationale gemeenschap.

Thailand heeft de Conventie van 1954 geratificeerd, maar heeft inderdaad het tweede Protocol van 1999 nog niet getekend. Dit thema kan in toekomstige bilaterale gesprekken aan bod komen.

De heer Patrick De Groote (N-VA). - Ik heb me in deze vraag niet willen fixeren op het conflict tussen Cambodja en Thailand, maar wou vooral wijzen op het belang van de rechtsmiddelen van internationale verdragen ter bescherming van het cultureel erfgoed. Tegelijk wil ik de regering oproepen om een campagne op te starten voor de universele ratificatie van het Verdrag van Den Haag en zijn protocollen, teneinde dit echt ingang te doen vinden in de militaire logica, voor zover er in vechten al een logica kan zitten.

Als een historische site bedreigd wordt, zoals de Boeddhabeelden in Afghanistan in 2001, dan gaat vaak alle aandacht naar de site. De Senaat heeft toen unaniem een resolutie goedgekeurd om de vernietiging van die beelden te veroordelen en om alles in het werk te stellen om misdrijven tegen cultureel erfgoed wereldwijd strafbaar en vervolgbaar te maken.

Ik heb vandaag een resolutie geschreven om deze oproep te herhalen. Ik nodig mijn collega's van alle fracties uit om die samen te ondertekenen en op internationale fora samen werk te maken van de vervolging van misdrijven tegen cultureel erfgoed. Ik kan niet genoeg herhalen dat goed onderhouden werelderfgoed niet alleen een culturele en educatieve functie heeft, maar ook een economische bijdrage levert aan de ontwikkeling van de volkeren.

Ik reken dan ook op de steun van de minister voor deze resolutie.