5-45COM

5-45COM

Commission des Relations extérieures et de la Défense

Annales

MARDI 1er MARS 2011 - SÉANCE DE L'APRÈS-MIDI

(Suite)

Demande d'explications de Mme Marleen Temmerman au ministre de la Coopération au développement sur «la contribution belge au Fonds mondial de lutte contre le sida, la tuberculose et le paludisme» (nº 5-215)

Demande d'explications de Mme Marleen Temmerman au ministre de la Coopération au développement, chargé des Affaires européennes, sur «la corruption dans les pays partenaires du Fonds mondial de lutte contre le sida, la tuberculose et le paludisme» (nº 5-564)

M. le président. - Je vous propose de joindre ces demandes d'explications. (Assentiment)

Mevrouw Marleen Temmerman (sp.a). - Mijn eerste vraag met betrekking tot het Global Fund to Fight Aids, Tuberculosis and Malaria werd ingediend in december van vorig jaar.

In oktober 2010 hield het Global Fund haar derde financieringsconferentie. Daar bleek dat het de middelen, nodig om aids, tuberculose en malaria efficiënt te bestrijden, niet zou bijeenkrijgen. Tijdens de conferentie werd erop gewezen dat zes landen, waaronder België, hun beloofde bijdrage nog niet hadden betaald.

In 2009 droeg België 16 600 000 euro bij aan het Global Fund. Sinds 2001 gaat de Belgische bijdrage in stijgende lijn, maar voor 2010 heeft België nog niets gestort.

In december 2010 vroeg ik de minister dan ook wanneer hij dat bedrag effectief zou kunnen storten. Om welke bedrag gaat het en is hiervoor een nieuwe regering nodig? Ik had ook graag vernomen welke bijdragen België de volgende jaren zal storten.

Inmiddels heeft het Global Fund openlijk de strijd aangebonden tegen corruptie. Uit een eigen onderzoek van het Fund blijkt dat een groot deel van de middelen in onder meer Mauritanië en Djibouti slecht gespendeerd werd. Hoewel men niet mag schieten op de boodschapper en men duidelijk voor ogen moet houden dat het niet gaat om corruptie binnen de organisatie, maar wel bij de verdeling van de Global Fund middelen door sommige nationale overheden, hebben landen als Zweden en Duitsland hun financiële hulp stopgezet.

Ik had graag vernomen wat er precies is misgelopen met de besteding van de budgetten van het Global Fund. Wat is de omvang van het corruptieschandaal?

Moet het Fonds bijkomende maatregelen nemen, zoals het opschorten van de projecten of het terugeisen van de middelen? Wacht België op meer duidelijkheid alvorens zijn bijdrage te storten? Zal België conclusies trekken uit de aanpak van de corruptie in het Global Fund?

Is de minister ervan overtuigd dat internationale ontwikkelingsorganisaties over het algemeen voldoende inspanningen doen om de corruptie aan te pakken? In tegenstelling tot het Global Fund horen we van andere organisaties immers meestal niets.

De heer Olivier Chastel, minister van Ontwikkelingssamenwerking, belast met Europese Zaken. - De vastgestelde problemen in Mali, Mauritanië, Zambia en Djibouti variëren van regelrechte fraude, zoals valse dagvergoedingen voor de organisatie van opleidingen, tot boekhoudkundige vergissingen.

Het gaat om een totaal van 34 miljoen dollar, wat overeenkomt met minder dan 0,3% van de 13 miljard dollar die het Fonds al heeft besteed.

Verder gaat het om 4 van de 33 geïnspecteerde landen op een totaal van 140 landen die worden gesteund. Lang vóór deze kwestie de internationale pers haalde, werden de problemen al door het Global Fund zelf onderzocht.

Het Global Fund heeft beslist de werkmiddelen van zijn inspectiedienst te verhogen en het aantal controles op te voeren. Ook heeft de raad van bestuur van het Fund beslist om een onafhankelijk panel te belasten met het formuleren van voorstellen voor een meer efficiënte fraudepreventie.

De Belgische bijdrage voor 2010 van 21 miljoen euro werd tijdig overgemaakt, met een eerste schijf op 8 juni en een tweede op 23 september 2010. In oktober 2010 werden donoren opgeroepen om nieuwe financiering toe te zeggen aan het Global Fund voor de periode 2011-2013. Voorlopig heeft België dat nog niet kunnen doen omdat er momenteel geen regering met volle bevoegdheid is. Aangezien België voor de komende jaren nog geen financiering heeft toegezegd, is een bevriezing of stopzetting van onze bijdrage niet aan de orde. Ik ben trouwens van mening dat we donororganisaties die fraude vaststellen niet blindelings mogen afstraffen. We moeten eerst de onmiddellijke implicaties evalueren van een plotse vermindering van de financiering voor de mensen in ontwikkelingslanden, in dit geval de slachtoffers van aids, tuberculose of malaria. Ik geloof ook meer in een scherpere opvolging en het aanmoedigen van structurele verbeteringen in fraudebestrijding en -preventie. De Belgische bijdrage voor 2011 zou van dezelfde orde kunnen zijn als die van 2010, maar voor we dat toezeggen, wachten we op het verslag van het onafhankelijk panel dat de problemen bij het Global Fund onderzoekt.

Elk fraudegeval in ontwikkelingssamenwerking is er één te veel, aangezien het de verrijking inhoudt van bepaalde mensen ten koste van mensenlevens. Ik ben van oordeel dat de partnerorganisaties van de Belgische ontwikkelingssamenwerking de detectie en bestrijding van corruptie ernstig nemen. De onthullingen en maatregelen door het Global Fund zijn daar een voorbeeld van. Wel gebeurt er nog onvoldoende om corruptie te voorkomen. De partnerlanden zelf dienen daar een belangrijke rol in te spelen.

De bijdragen van de Belgische ontwikkelingssamenwerking aan de budgetten van internationale partnerorganisaties worden gecontroleerd via de officiële audits en controlemechanismen van de organisaties. Voor de bilaterale en indirecte samenwerking wordt gebruik gemaakt van controlemechanismen zoals rapportering, evaluatie en inspectie.

Mevrouw Marleen Temmerman (sp.a). - Ik dank de minister voor zijn positieve antwoord. Ik ben blij te vernemen dat België het Global Fund blijft steunen.