5-836/1

5-836/1

Belgische Senaat

ZITTING 2010-2011

15 MAART 2011


Voorstel van verklaring tot herziening van artikel 167, § 1, tweede lid, van de Grondwet, wat de bevoegdheid inzake oorlogsvoering betreft

(Ingediend door de heren Bert Anciaux en Johan Vande Lanotte)


TOELICHTING


De indieners wijzen erop dat de Koning momenteel de Wetgevende Kamers enkel informeert over het starten en het beëindigen van een oorlog. Zij zijn van mening dat deze beslissingen onvoldoende democratisch gelegitimeerd zijn. Dit voorstel strekt er daarom toe de instemming van de Wetgevende Kamers met deze beslissingen in te voeren.

De grondwetgever heeft in de verklaring tot herziening van de Grondwet (zie stuk nr. 5-5/1 - BZ 2010 — Lijst van de voor herziening vatbare grondwetsbepalingen, krachtens de verklaring van de wetgevende macht verschenen in het « Belgisch Staatsblad » van 7 mei 2010), sommige bepalingen van titel IV « De buitenlandse betrekkingen » vatbaar voor herziening gesteld.

Dit voorstel van verklaring betreft meer bepaald de bevoegdheden van de Koning, al dan niet in samenspraak met andere overheden, inzake het buitenlands beleid en de kennisgeving hiervan aan de Kamers.

Het huidige recht op informatie waar het Federale Parlement over beschikt volstaat niet. De indieners verwijzen naar de operatie in het Zuiden van Afghanistan waarvan het Parlement pas ingelicht werd nadat de formele beslissing al genomen was.

Deelname aan buitenlandse operaties wordt meer en meer een belangrijk onderdeel van het globaal buitenlands beleid. Het concretiseert onze engagementen binnen de VN en de Noord-Atlantische Verdragsorganisatie (NAVO) en bovendien wordt het Europese buitenlands veiligheids- en defensiebeleid er verder mee tot ontwikkeling gebracht. Bijkomend beïnvloedt een visie over deelname aan buitenlandse operaties het gehele Belgische defensiebeleid en de structuur van het leger. Beslissingen inzake deelname aan buitenlandse operaties vormen niet enkel een belangrijk deel van het buitenlands beleid, ze hebben ook een groot politiek en maatschappelijk belang. Dergelijke beslissingen noodzaken een sterke democratische legitimiteit (zie A. De Becker, G. Laenen, M. Van Damme, & E. Vandenbossche (Reds.) De Grondwet en de inzet van strijdkrachten buiten de landsgrenzen, Brussel, Maklu, 2005).

Daarom stellen wij voor om het bedoelde onderdeel van het grondwetsartikel aan te vullen en meer bepaald om de instemming van het parlement in te schrijven voor deelname of verlenging van de Belgische strijdkrachten aan operaties in het buitenland. Een gelijksoortige bepaling is ingeschreven in het Verenigd Koninkrijk en in de Verenigde Staten van Amerika (War Powers Act of 1973, volgens hetwelk het Congres moet instemmen met het sturen van troepen naar het buitenland).

Artikel 167, § 1, tweede lid, van de Grondwet zal worden aangevuld met de volgende zin :

« Als het land niet in staat van oorlog is, beslist de Koning met instemming van de federale Wetgevende Kamers over de deelname of verlenging van de deelname van Belgische strijdkrachten aan operaties in het buitenland. »

Bert ANCIAUX
Johan VANDE LANOTTE.

VOORSTEL VAN VERKLARING


Enig artikel

De Kamers verklaren dat er redenen zijn tot herziening van artikel 167, § 1, tweede lid, van de Grondwet, wat de bevoegdheid inzake oorlogsvoering betreft.

28 februari 2011.

Bert ANCIAUX
Johan VANDE LANOTTE.