5-43COM

5-43COM

Commission de la Justice

Annales

MERCREDI 23 FÉVRIER 2011 - SÉANCE DE L'APRÈS-MIDI

(Suite)

Demande d'explications de M. Bert Anciaux au ministre de la Justice sur «les personnes internées» (nº 5-407)

Demande d'explications de M. Bert Anciaux au ministre de la Justice sur «la Commission de défense sociale» (nº 5-408)

Demande d'explications de M. Bert Anciaux au ministre de la Justice sur «le traitement psychiatrique des personnes internées dans les prisons» (nº 5-409)

Demande d'explications de M. Bert Anciaux au ministre de la Justice sur «le nombre de personnes internées dans les prisons» (nº 5-412)

M. le président. - Je vous propose de joindre ces demandes d'explications. (Assentiment)

De heer Bert Anciaux (sp.a). - Over deze problematiek, die me na aan het hart ligt, heb ik schriftelijke vragen ingediend in de maanden november en december. Er is echter nooit een antwoord op gekomen.

Er is het probleem van de beschikbaarheid van gerechtspsychiaters, het gebrek aan begeleiding van geïnterneerden en er zijn talrijke problemen die te maken hebben met mensen die nooit veroordeeld zijn. Geïnterneerden zijn geen misdadigers, het zijn mensen die ziek zijn. Ik maak me daar bijzonder veel zorgen over. Als jonge advocaat heb ik veel pro Deo gepleit. Ik heb gezien hoe mensen in `vergeetputten' belandden en er twintig jaar later nog niet uit waren.

Deze toestand is bijzonder dramatisch en alarmerend en daarom kreeg ik graag een antwoord op de volgende vragen:

Hoeveel gerechtpsychiaters zijn momenteel actief in ons land? Door wie en op welke wijze worden ze aangesteld en volgens welke criteria? Worden die gerechtpsychiaters gecontroleerd of geëvalueerd? Hoe vaak gebeurt dat en welke criteria worden daarbij gebruikt?

Kan het departement Justitie een gerechtspsychiater ontslaan? Is dat al gebeurd? Zo ja, om welke redenen?

Hoeveel van de huidige gerechtspsychiaters genoten een bijkomende gespecialiseerde forensische opleiding? Vindt de minister dat een vereiste waaraan moet worden voldaan voordat iemand als gerechtpsychiater erkend of aangesteld kan worden? Kan hij bevestigen dat er in het Belgische psychiatrische onderzoek effectief een gebrek is aan eenvormigheid?

Klopt het dat er geen objectieve normen en richtlijnen zijn voor de vaststelling van krankzinnigheid, zwakzinnigheid, ontoerekeningsvatbaarheid?

Kan de minister me een lijst bezorgen van het aantal psychiatrische onderzoeken van de afgelopen vijf jaar? Kan de minister aangeven hoeveel ervan tot een internering hebben geleid? Klopt het dat de gerechtspsychiaters slechts 347,56 euro ontvangen voor een psychiatrisch onderzoek, ongeacht de complexiteit en de hoeveelheid werk?

Zijn veel gerechtspsychiaters de afgelopen jaren gestopt met dit werk?

Is de minister op de hoogte van de praktijk waarbij een verdedigende partij in het kader van een contra-expertise rapporten op maat laat opstellen? Zo ja, wat kan aan die praktijken gedaan worden?

Ik heb zelf ervaren dat sommige gerechtsdeskundigen aan de lopende band verslagen maakten die, op de naam na, amper van elkaar verschilden.

Is de minister op de hoogte van de getuigenis van onder meer magistraat Peter Hartoch over de onthutsende situatie bij de CBM's? Het ging over de amateuristische manier waarop die Commissies ter Bescherming van de Maatschappij werken, over hoeveel ruimte ze krijgen en dergelijke. Is hij zich bewust van de verstrekkende gevolgen van de beslissingen van CBM's op het leven van de betrokkenen? Acht hij de CBM's in de huidige opzet geschikt en bekwaam om deze beslissingen te nemen? Sommigen noemen het verschijnen voor een CBM een loterij: wie geluk heeft, kan na enkele jaren vrijkomen. Ik heb het daar bijzonder moeilijk mee.

Kan de minister mij voor dit jaar de maandelijkse hoeveelheid te behandelen dossiers per CBM bezorgen? Acht hij dit een haalbare werklast voor een organisatie die op vrijwillige basis werkt? Bestaat er een controle op de kwaliteit van deze beslissingen? Wie heeft inzage in deze beslissingen? Is er tegen de beslissing van de CBM's een beroep mogelijk? Worden de geïnterneerden altijd bijgestaan door een advocaat? Worden de geïnterneerden daadwerkelijk gehoord door de leden van de commissie of worden er vaak beslissingen genomen op basis van een vaak mager samengesteld dossier, zoals magistraat Peter Hartoch beweert? Vindt de minister dit een goede werkwijze?

Welk percentage van het aantal invrijheidstellingen op het totaal aantal dossiers wordt door de CBM's behandeld? Zijn er grote verschillen tussen de zeven CBM's inzake het percentage invrijheidstellingen?

Erkent de minister de kritiek dat er weinig eenvormigheid bestaat in de werkwijzen van de verschillende commissies?

Door wie, voor welke periode en op welke wijze worden de leden van de CBM's aangesteld en op basis van welke criteria? Hoe kunnen we dat objectiever maken en de bekwaamheid beter evalueren? Welke vergoeding ontvangen deze mensen?

Heeft de minister al een zicht op de manier waarop de strafuitvoeringsrechtbanken hun nieuwe taken uitvoeren? Zal er hierbij een beroep worden gedaan op psychiaters? Hoe zal hij garanderen dat er genoeg deskundigheid aanwezig is om te kunnen omgaan met de specifieke kenmerken van de problemen inzake geïnterneerden? Hoeveel psychiaters worden daarbij betrokken?

Dan heb ik nog vragen over de behandeling van de geïnterneerden in de gevangenissen. Ik hoef de minister niet te zeggen dat meer dan duizend geïnterneerden vandaag in gewone gevangenissen verblijven. Dat is niet meer van deze tijd. Het betekent voor hen een onbestemd wachten tot een geschikte instelling bereid is om hen op te nemen.

De lange opsluiting van een psychiatrisch zieke delinquent, verstoken van therapie, is absoluut geen neutrale periode.

Men zou recentelijk begonnen zijn met de psychiatrische begeleiding door zorgteams, bestaande uit een psychiater, een psycholoog, een maatschappelijk werker, een psychiatrisch verpleegkundige, een ergotherapeut, een opvoeder en een kinesitherapeut. Ik heb daar een reeks vragen bij. Hoeveel zorgteams zijn beschikbaar? Zijn die in alle gevangenissen beschikbaar? Hoeveel VTE's zijn dat per beroepscategorie? Acht de minister dat voldoende om een toereikende verzorging te garanderen? Zijn die zorgteams beschikbaar voor de geïnterneerden die tussen de gewone gevangenen zijn opgesloten? Zo neen, krijgen zij enige andere vorm van therapeutische en medische begeleiding? Zo ja, waaruit bestaat ze en acht de minister dat voldoende?

Waaruit bestaat het verschil in regime tussen geïnterneerden en gewone gedetineerden? Vindt de minister dit onderscheid normaal en plant hij nog andere initiatieven dan het bouwen van een nieuwe gevangenis? Welke therapieën worden aangeboden aan deze patiënten, want dat zijn ze uiteindelijk? Is er een verschil tussen geïnterneerden in psychiatrische gevangenisafdelingen en gedetineerden tussen de gewone gevangenispopulatie? Hoe ziet de tijdsindeling van de gedetineerden eruit? Wat zijn hun ontspanningsmogelijkheden?

Hoe worden de personeelsleden die met geïnterneerden werken, geselecteerd? Wordt er van hen een bijkomende opleiding verwacht? Over welke klachtenprocedures beschikken de geïnterneerden? Worden die vaak gebruikt? Welke gevolgen worden daaraan gegeven? Kunnen geïnterneerden zich ten volle beroepen op hun patiëntenrechten zoals die zijn bepaald in de wet van 22 augustus 2002 betreffende de rechten van de patiënt?

Hoeveel geïnterneerden zijn er momenteel in de België? Hoeveel van die geïnterneerden verblijven in gevangenissen? Hoeveel van die gedetineerden kunnen niet terecht in de psychiatrische afdelingen en verblijven bij de gewone gevangenispopulatie? Kan de minister mij de cijfers van de voorbije jaren bezorgen?

Hoeveel bedroeg het percentage van geïnterneerden op de hele gevangenispopulatie? Kan de minister bij deze cijfers en procenten ook al een prognose maken voor 2010? Merkte hij in de voorbije jaren een stijging van het aantal geïnterneerden?

Welke gevangenissen beschikken momenteel over een psychiatrische vleugel en hoeveel plaatsen zijn daar beschikbaar? Met hoeveel verblijven de geïnterneerden gemiddeld in een cel? Ik beklemtoon dat het toch gaat om zieke mensen. Bestaan er daar normen voor? Welke?

Kan de minister mij de gemiddelde duurtijd van een interneringsperiode bezorgen, berekend voor de voorbije vijf jaar? Kan hij mij voor dezelfde periode een overzicht geven van het aantal geïnterneerden in de gevangenis volgens de periode van opsluiting - minder dan zes jaar tot meer dan twintig jaar? Wat was de gemiddelde duurtijd in deze periode?

Hoeveel geïnterneerden wachten in de gevangenis op hun vrijlating op proef, op voorwaarde dat ze worden opgenomen in een psychiatrische omgeving? Kan de minister mij voor 2008 en 2009 een overzicht geven van het aantal geïnterneerden per vergrijp: geweldfeiten, seksuele delicten en dergelijke meer? Kan hij mij voor dezelfde periode een overzicht geven van het aantal geïnterneerden in de gevangenis per vergrijp?

Er is al jaren beloofd dat er twee forensische psychiatrische centra bijkomen in Gent en Antwerpen. De uitvoering daarvan werd uitgesteld, maar ik heb begrepen dat de minister er nu echt werk van maakt en dat die centra binnenkort zullen worden gebouwd. Ik reken erop dat dit bericht juist is en dat die centra in Gent en in Antwerpen werkelijkheid zullen worden.

Welke initiatieven denkt de minister nog te nemen om te voorkomen dat geïnterneerden in de toekomst nog tussen de gewone gevangenispopulatie belanden?

Mevrouw de voorzitter, ik verontschuldig mij voor deze stortvloed, maar al deze vragen werden reeds schriftelijk gesteld en er is geen antwoord op gekomen.

De heer Stefaan De Clerck, minister van Justitie. - De problematiek van de psychiatrisch deskundigen is mij bekend. Het statuut en de selectie van deze deskundigen, alsook de kwaliteitsnormen van de expertises lokten in het verleden meermaals kritische reacties uit.

Het aantal psychiatrisch deskundigen is niet bepaald. De aanduiding van een gerechtsdeskundige gebeurt op vordering van de magistraat die de dossiers behandelt. In 2008 bijvoorbeeld hebben 256 psychiaters voor Justitie gewerkt.

De kwestie van de psychiatrisch deskundigen wordt behandeld in het kader van de globale problematiek van Justitie, waar de deskundigen een onderdeel van zijn. Gerechtspsychiaters worden aangesteld door de magistraten en niet door het departement Justitie. Bij mijn weten werden er door het departement ook nog geen deskundigen ontslagen. De gerechtspsychiaters zijn geneesheren die een universitaire opleiding van 12 jaar hebben gevolgd en opgeleid zijn om geestesstoornissen te diagnosticeren.

In 2006 werd betaald voor 4 771 dossiers, in 2007 voor 5 406 dossiers, in 2008 voor 4 792 dossiers, in 2009 voor 4 626 dossiers en in 2010 voor 4 533 dossiers. Het is niet mogelijk op te geven hoeveel van die dossiers een daadwerkelijke internering betreffen. De evaluatie van de rapporten gebeurt door de opdrachtgevende magistraat. Indien het deskundige verslag hem geen voldoening geeft, kan hij op grond van artikel 3 van de programmawet van 27 december 2006 bij gemotiveerde beslissing de vergoeding verminderen.

De betaling van de gerechtspsychiaters geschiedt op grond van het tarief dat is vastgelegd in de `schaal van honoraria voor gerechtsdeskundigen in strafzaken'. Het is correct dat het tarief momenteel 347,56 euro bedraagt voor het onderzoek van een persoon met studie van het strafdossier, het onderzoek naar de erfelijkheid en de sociale en medische antecedenten, het somatische onderzoek, daarin begrepen het grondige neurologische en geestesonderzoek, het opstellen van een uitvoerig verslag met beschrijving, bespreking en samenvatting van het geval.

De nieuwe wet van 21 april 2007 op de internering, die nog niet in werking is getreden, bepaalt dat de psychiatrisch deskundigen door de minister van Volksgezondheid moeten worden erkend.

Deze nieuwe wet bepaalt ook dat binnen de 24 maanden, te rekenen vanaf de inwerkingtreding van dit artikel, de Koning de voorwaarden en de procedure voor het verlenen van de erkenning vastlegt.

Met deze bepaling wil de wetgever betere garanties bieden met betrekking tot de kwaliteit van de gerechtelijke expertises. Op die manier zou ook de perceptie van de vermeende willekeur bij de interneringen, die zelfs bij sommige magistraten leeft, uit de wereld moeten worden geholpen.

Voor de opleidingen van de gerechtspsychiaters, bieden een aantal universiteiten in België specifieke modules en voortgezette opleidingen, gericht op de gerechtelijke psychiaters. Tot hiertoe werden mij geen moeilijkheden bij het vinden van gerechtspsychiaters gerapporteerd. Disfuncties bij de contra-expertises werden mij evenmin gesignaleerd.

U weet wellicht dat de Commissies tot Bescherming van de Maatschappij al sinds 1930 operationeel zijn. De voorzitters van die commissies worden voor een termijn van drie jaar aangewezen door de eerste voorzitters van de hoven van beroep. Ik ben van oordeel dat de commissies tot hiertoe goed werk hebben geleverd. De werklast verschilt van commissie tot commissie. Dit wordt nader bekeken tegen de inwerkingtreding van de nieuwe wet van 2007 op de internering. Zodra deze nieuwe wet in werking treedt, zullen de beslissingen over de geïnterneerden worden genomen door een kamer van de strafuitvoeringsrechtbank en moeten de CBM's verdwijnen. Er zullen dan voltijdse voorzitters en assessoren zijn.

Voor de wettelijke mogelijkheden van voorziening tegen beslissingen van de CBM, verwijs ik naar de bepalingen van de wet. Geïnterneerden worden altijd bijgestaan door een advocaat.

Wat betreft het aantal vrijstellingen op proef in verhouding tot het totale aantal dossiers, loopt momenteel een enquête bij de 7 commissies, maar nog niet alle cijfers zijn beschikbaar.

De kwestie van de eenvormigheid zal in de toekomst bewaakt kunnen worden door het overlegplatform van de strafuitvoeringsrechtbanken. Nieuwe initiatieven zullen voorlopig niet worden genomen. Verschillen in uitspraken bestaan nu trouwens ook bij de gewone rechtbanken. De rechters hebben nu eenmaal een discretionaire bevoegdheid.

De wijze van voordracht en aanwijzing van de voorzitter en de leden van de commissies zijn bepaald in de wet op de bescherming van de maatschappij. Voor de organisatie van de opstart en de werking van de strafuitvoeringsrechtbanken voor geïnterneerden zal op een analoge wijze tewerk gegaan worden als bij de inwerkingtreding van de strafuitvoeringsrechtbank voor de gewone veroordeelden in 2007. De strafuitvoeringsrechtbanken moeten uiteraard zelf instaan voor hun organisatie.

In het licht van eventuele aanpassingen aan de nieuwe wet op de internering, onderzoekt een werkgroep op mijn beleidscel momenteel wat de beste samenstelling van de kamers van die strafuitvoeringsrechtbank is die de interneringsdossiers zal behandelen. We werken vooral met raadsheer Heimans, die een specialist is terzake. De wet moet immers op verschillende vlakken worden aangepast, reden waarom ze nog niet in werking is getreden. Nu zijn we concreet bezig met het checken van de wet, met de voorbereiding van uitvoeringsbesluiten, in overleg met de sector, voor een optimaal resultaat. Ik kan echter nog geen exacte datum geven voor de toepassing van die wet die in 2007 werd aangenomen.

Elke gevangenis met een psychiatrisch annex heeft een zorgteam, samengesteld uit een psychiater, een psycholoog, een ergotherapeut, een maatschappelijk werker, een opvoeder en een psychiatrisch verpleegkundige. Naargelang van de grootte van de afdeling, en dus het aantal geïnterneerden, zijn dat voltijdse of deeltijdse krachten. Er bestaan uiteraard verschillen tussen de gevangenissen, aangezien de infrastructuur en de concrete doelgroep verschillend kunnen zijn.

In principe werken de mensen van het zorgteam enkel in de bijgebouwen, maar op sommige plaatsen kan dat ook zijn in de celafdeling waar de geïnterneerden zich bevinden.

Het regime van de geïnterneerden wordt bepaald met inachtneming van de functie van de personele en de infrastructurele mogelijkheden. Naargelang van de penitentiaire inrichting kunnen er dus verschillen bestaan. De nieuwe afdeling De Haven te Merksplas heeft bijvoorbeeld andere mogelijkheden dan de overbevolkte gevangenissen te Gent of te Antwerpen.

De zorgteams hebben vooral een pretherapeutisch kerndoel. Ze begeleiden de geïnterneerden en bereiden hen voor op een toekomstige opname in het gewone zorgcircuit. Dit gaat gepaard met allerlei activiteiten die uiteraard ook een therapeutisch aspect hebben, maar men kan niet spreken van behandelingen zoals in een psychiatrisch ziekenhuis.

Elke inrichting organiseert haar eigen activiteiten naargelang van haar mogelijkheden en de categorie geïnterneerden.

De leden van de zorgteams worden aangeworven zoals de andere ambtenaren, namelijk via een selectieprocedure door SELOR, op basis van hun diploma en competenties. Ze hebben een basisopleiding gekregen, zowel theoretisch als praktisch. Ze worden, net als alle personeelsleden, geëvalueerd volgens de methodologie van de `ontwikkelcirkels'.

Geïnterneerden kunnen een klacht indienen bij de gewone burgerlijke rechtbank indien zij menen dat hun individuele rechten zijn geschonden, of ze kunnen administratieve beslissingen aanvechten voor de Raad van State. De wet op de rechten van de patiënt is van toepassing.

Navraag bij de zeven Commissies tot Bescherming van de Maatschappij in juni 2009 bracht aan het licht dat er toen 3 956 geïnterneerden waren: 26% verbleef toen in een gevangenis, 56% was vrij op proef en 13% geplaatst. Voor de anderen was de toestand niet definitief of ze stonden geseind. Onlangs werden alle CBM's verzocht actuele cijfers mee te delen, maar nog niet alle gegevens zijn binnen. Het ziet er wel naar uit dat het aantal nog gestegen is.

Op 1 februari 2011 verbleven 1106 geïnterneerden in de gevangenissen en nog eens 411 in Doornik en Bergen. Het gemiddelde aantal geïnterneerden op dagbasis in de Belgische gevangenissen bedroeg 969 in 2007, 1 013 in 2008 en 1 061 in 2009. Het percentage geïnterneerden bedraagt dus ongeveer 10% van de gevangenisbevolking. In absolute cijfers is hun aantal - net als dat van de andere categorieën gedetineerden - de jongste jaren continu gestegen. De redenen hiervoor zijn complex en hebben te maken met maatschappelijke evoluties.

De gevangenissen van Antwerpen, Gent, Leuven-Hulp, Merksplas, Turnhout, Vorst, Jamioulx, Lantin, Mons en Namur beschikken over een psychiatrische afdeling. Turnhout, Merksplas en Paifve zijn inrichtingen met een afdeling voor sociaal verweer. Er wordt niet geregistreerd met hoeveel de geïnterneerden samen op cel zitten. De bezetting van de cellen verschilt van inrichting tot inrichting.

De penitentiaire administratie beschikt niet over statistieken van de gemiddelde verblijfsduur van geïnterneerden in de gevangenissen of over het aantal geïnterneerden dat wacht op een vrijlating met het oog op een opname in een psychiatrische omgeving. Er zijn geen globale cijfers voorhanden van het aantal geïnterneerden per vergrijp en per gevangenis.

In de Forensisch Psychiatrische Centra zouden 500 plaatsen moeten bijkomen. Voor het FPC te Gent werd het lastenboek op 1 oktober 2010 gepubliceerd. Half december 2010 heeft de Regie der Gebouwen me laten weten dat alle offertes binnen zijn. Ik heb hen een gedetailleerde timing gevraagd. Ze hebben me laten weten dat het dossier bij hen administratief afgerond zal zijn in april, zodat het in mei kan worden gegund. Nog voor de grote vakantie zouden de werkzaamheden kunnen starten. De eerder meegedeelde algemene timing van midden 2013 blijft behouden.

Wat het FPC te Antwerpen betreft, werden onlangs de voorgesprekken beëindigd. Voor een concrete stand van zaken stel ik voor dat de heer Anciaux zich richt tot mijn collega onder wiens bevoegdheid de Regie der Gebouwen valt.

Samen met minister Onkelinx werken we nu aan het lastenboek voor de exploitatie, die geprivatiseerd zal worden. Als het ontwerp volledig is, zal het dossier worden overgezonden aan de Inspectie van Financiën. Van zodra de ministerraad hiervoor het licht op groen zal zetten, zal de publicatie voor de oproep van kandidaten gebeuren. Het is mijn bedoeling om, in samenspraak met mijn collega van Volksgezondheid en Sociale Zaken, de toewijzing van de concessie van openbare dienstverlening in een zo vroeg mogelijk stadium van de bouw of zelfs ervoor te laten plaatsvinden.