5-43COM | 5-43COM |
De heer Bert Anciaux (sp.a). - Het Mensenrechtencomité van de Verenigde Naties bracht in oktober 2010 een rapport uit naar aanleiding van het vijfde periodieke verslag over België. Dit VN-rapport is bijzonder kritisch over de toestand in de Belgische gevangenissen.
Volgens het Comité zijn de Belgische gevangenissen overbevolkt, zijn de gebouwen verouderd en worden de gevangenen niet gescheiden volgens strafmaat. Bovendien zijn nog niet alle bepalingen van de basiswet van 12 januari 2005 betreffende het gevangeniswezen en de rechtspositie van de gedetineerden (wet-Dupont) in werking getreden. Het Mensenrechtencomité eist dat die problemen, in het bijzonder de overbevolking, worden aangepakt. Het vraagt bovendien om niet uitsluitend te investeren in de bouw van nieuwe gevangenissen, maar ook om alternatieve straffen, zoals elektronisch toezicht en voorwaardelijke vrijlatingen, te overwegen.
De problemen zijn al langer bekend, op de oplossingen moeten we wellicht nog even wachten. Nochtans beloofde de huidige regering om nog tijdens deze zittingsperiode 2 500 cellen bij te bouwen. Daar heb ik ooit al een vraag over gesteld en daarop heeft u mij al een antwoord gegeven.
Gaat de minister akkoord met de conclusie van het VN-Mensenrechtencomité dat veel kritiek uit op onze gevangenissen? We moeten het Mensenrechtencomité ernstig nemen. Het Comité verwacht een puntsgewijs antwoord op zijn kritieken. Hoe gaan we al die opmerkingen in de praktijk weerleggen? Wanneer zal de minister het Comité antwoorden? Is dat al gebeurd? Zo ja, dan had ik graag dat antwoord ontvangen.
Wat is de stand van zaken in verband met de uitvoering van de wet-Dupont? Wanneer zal de wet in werking treden?
De heer Stefaan De Clerck, minister van Justitie. - Het Mensenrechtencomité is opgericht bij het Internationaal Verdrag inzake Burgerlijke en Politieke Rechten. Artikel 40 van dat verdrag voorziet erin dat de staten die partij zijn bij dit verdrag de verplichting op zich nemen om verslag uit te brengen over de maatregelen die zij hebben genomen en de uitvoering die ze geven aan de in dit verdrag erkende rechten, alsmede over de vooruitgang die valt waar te nemen in het genot van die rechten telkens wanneer het Comité dit verzoekt. Het gaat om een vijfjaarlijkse rapportageplicht.
In die verslagen wordt, geïntegreerd in een algemeen overzicht van de mensenrechtensituatie in het land, ook telkens zo precies mogelijk geantwoord op de bezorgdheden, aanbevelingen en vragen die door het Comité werden geformuleerd naar aanleiding van het vorig verslag. Het is dus niet zo dat er onmiddellijk een puntsgewijs antwoord wordt verwacht op de kritieken. Deze kritieken worden beantwoord in een volgend verslag, over vijf jaar dus. Het Comité kan ook vragen om sneller te reageren, maar dit gebeurde niet voor de materie van deze vraag.
De opmerking in het verslag met betrekking tot onze gevangenissen is terecht. Meer dan de helft ervan dateert van de 19de eeuw. Daarom bouwen we er ook nieuwe.
Naast Haren met 1190 plaatsen ter vervanging van oude gevangenissen, ben ik bezig met de bouw van zeven nieuwe gevangenissen. Die werkzaamheden vorderen. Dat masterplan moet een antwoord bieden op de fundamentele kritiek op onze infrastructuur.
Er wordt nog terechte kritiek geformuleerd, onder andere op het gebrek aan scheiding van de gedetineerden. Normaal worden veroordeelden en mensen in voorlopige hechtenis inderdaad van elkaar gescheiden, maar door de overbevolking is dat niet altijd even strikt toe te passen.
We moeten inderdaad werken aan een evenwichtig straffenarsenaal en eigenlijk moeten we daarvoor ons Strafwetboek herschrijven. We zouden daarvoor een commissie moeten installeren, maar misschien is dat in lopende zaken niet mogelijk. De definities, welke straf er op welk misdrijf staat, het is allemaal niet meer coherent. We moeten dat absoluut fundamenteel herschrijven. Tijdens de vorige legislatuur heb ik een zeer goede ervaring gehad met de discussies over een nieuw sociaal strafwetboek, waaruit een heel andere filosofie naar voren is gekomen. Dezelfde oefening moeten we ook maken voor het gewone Strafwetboek.
Ook de voorlopige hechtenis moeten we aanpakken. De cijfers tonen aan dat er veel te veel mensen in voorlopige hechtenis worden genomen.
In het verslag staan dus vele correcte bedenkingen, met als meest fundamentele punt de infrastructuur. Op dat vlak is het masterplan volop in uitvoering. Op vele plaatsen komt er bijkomende capaciteit, we werken aan vier nieuwe gevangenissen, in Achêne aan een instelling voor jongeren, en ook aan psychiatrische ziekenhuizen. Voor de vervanging van de oude Brusselse gevangenissen hebben we al een site. Nu moet nog een plaats in Antwerpen en in Namen worden gevonden. Sambreville was een optie, maar daar is discussie over. Ik geef u een kopie van de volledige lijst. Uit alles blijkt dat we zeer aandachtig zijn voor de bedenkingen van het Mensenrechtencomité.
Het strafuitvoeringsbeleid probeer ik van zeer dichtbij te volgen omdat het mijn inziens, veel meer dan vroeger, een zeer belangrijk onderdeel is van de activiteiten van een minister van Justitie. Maar ook op de vele andere vlakken zetten we heel wat stappen in de goede richting.
We moeten zeer zeker een langetermijnpolitiek volgen en het zal nog enkele jaren duren alvorens we een goed rapport mogen verwachten. Misschien zullen we over vijf jaar toch al heel ander plaatje kunnen voorleggen, ook aan het Mensenrechtencomité van de Verenigde Naties.
De heer Bert Anciaux (sp.a). - De bedenkingen van de minister zijn interessant. Ik ben het met hem eens dat het Strafwetboek zou moeten worden herschreven. Ik hoop alleen dat dit dan in een sociale context zal gebeuren en niet in de huidige tijdsgeest, die rechts en onverdraagzaam is. In het laatste geval geef ik er de voorkeur aan het herschrijven nog even uit te stellen.