5-42COM

5-42COM

Commission des Finances et des Affaires économiques

Annales

MERCREDI 23 FÉVRIER 2011 - SÉANCE DE L'APRÈS-MIDI

(Suite)

Demande d'explications de M. Bert Anciaux à la ministre de la Fonction publique et des Entreprises publiques sur «les projets d'amélioration de la ponctualité des trains par le biais d'une réduction du nombre de trains» (nº 5-462)

De heer Bert Anciaux (sp.a). - De NMBS worstelt met een schier onoplosbare taakstelling, namelijk het zoeken naar een werkbaar compromis tussen het alsmaar stijgend aantal reizigers en de infrastructurele en materiële beperkingen. Eerder antwoordde de minister, met een begrijpelijke tristesse, dat deze taakstelling de eerste jaren niet op een voldoeninggevende wijze zal worden ingevuld. Dit betekent de bevestiging van de aangekondigde kroniek van frequente en ernstige vertragingen, het onaangekondigd afschaffen van treinen en de daarbij alsmaar stijgende frustraties bij reizigers, personeel en de samenleving.

In recente communicaties meldt de NMBS een mogelijke oplossing voor dit dilemma, namelijk het verminderen van het aantal treinen. Daardoor zou de aanhoudende en uiterst hinderlijke congestie die vooral de Brusselse noord-zuid-as teistert, kunnen verminderen. In een reactie hierop waarschuwt de minister de NMBS om niet zomaar aan het aanbod te tornen zonder voldoende motivering.

Ik wil mijn reeks vragen tot één beperken. Ik heb begrepen dat die plannen van de baan zijn. Kan de minister dat bevestigen?

Mevrouw Inge Vervotte, minister van Ambtenarenzaken en Overheidsbedrijven. - Ik zal proberen even bondig te zijn, maar dan moet ik heel wat bijkomende informatie laten vallen.

Ik heb inderdaad aan de NMBS en Infrabel gevraagd om niet alleen structurele maatregelen voor te stellen om de stiptheid te verbeteren, maar ook maatregelen die op korte termijn werken, dit op basis van een gemeenschappelijke studie, wat niet onbelangrijk is, van de NMBS en Infrabel ter verbetering van de regelmaat, met de steun van twee externe studiebureaus. De filosofie die we daarbij hebben gevolgd is dat we zonder taboes alle mogelijkheden willen onderzoeken.

Ik heb bij de NMBS Groep intussen wel geleerd dat, wanneer je iets onderzoekt, dit vaak al uitgebreid in de media te vinden is nog voor het nog maar op het niveau van het directiecomité of van de raad van bestuur is besproken. Blijkbaar is dat dan de strategie om iets te laten afschieten. Precies omdat we consequent alles willen onderzoeken om de stiptheid te verbeteren, heb ik in de media zo voorzichtig gereageerd.

Momenteel is er nog geen enkel concreet plan ingediend of op de raden van bestuur besproken. De bedoeling is dat zij voor het einde van de maand nog beslissingen nemen. Ik kan daar dus geen uitspraken over doen, maar de gedelegeerd bestuurders hebben me vanochtend nog bevestigd dat ze in geen geval drastische maatregelen met een grote impact op de reizigers zullen nemen om een kleine verbetering van de stiptheid te bereiken. De onderliggende filosofie van de maatregelen die ze zullen nemen, is immers dat de operationele verbeteringen zo weinig mogelijk impact voor de reizigers mogen hebben. Ze zoeken naar een verbetering van de stiptheid, liefst zonder een verandering van de trajecten.

De berichten dat dertig P-treinen zouden worden afgeschaft, kan ik dus zeker niet bevestigen. Ik kan wel zeggen dat we in een open sfeer alles hebben onderzocht en dat er niet zomaar aan het aanbod zal worden geraakt. Iets dergelijks zal ook niet voorkomen in de plannen die ingediend worden bij de raden van bestuur.

De heer Bert Anciaux (sp.a). - Het feit dat u niet bevestigt maar ook niet ontkent, maakt me ongerust.

Mevrouw Inge Vervotte, minister van Ambtenarenzaken en Overheidsbedrijven. - Hoe kan ik iets ontkennen dat nog nergens is besproken? Dat is echt wel moeilijk.

De heer Bert Anciaux (sp.a). - U kunt wel bevestigen of ontkennen of u of het management bedoelingen in die zin hebben.

Mevrouw Inge Vervotte, minister van Ambtenarenzaken en Overheidsbedrijven. - Uit mijn gesprekken met de gedelegeerd bestuurders heb ik onthouden dat ze alle mogelijke denksporen hebben onderzocht en dat een beperking van het aanbod daar niet is uitgekomen. Hun filosofie is zeker niet die van de teneur in de persberichten dat ze zouden geloven dat ze door wat aan het aanbod te prutsen alle problemen zouden kunnen oplossen. Dat is zeker niet de filosofie van het werk dat deze mensen nu op een grondige manier aan het leveren zijn.