5-34COM

5-34COM

Commission des Finances et des Affaires économiques

Annales

MERCREDI 9 FÉVRIER 2011 - SÉANCE DU MATIN

(Suite)

Demande d'explications de M. Bert Anciaux au vice-premier ministre et ministre des Finances et des Réformes institutionnelles sur «l'élargissement du Fonds de secours européen» (nº 5-316)

Demande d'explications de M. Karl Vanlouwe au vice-premier ministre et ministre des Finances et des Réformes institutionnelles sur «le Fonds de secours européen» (nº 5-328)

M. le président. - Je vous propose de joindre ces demandes d'explications. (Assentiment)

M. Bernard Clerfayt, secrétaire d'État à la Modernisation du Service public fédéral Finances, à la Fiscalité environnementale et à la Lutte contre la fraude fiscale, répondra.

De heer Bert Anciaux (sp.a). - Enige tijd geleden pleitte EU-Commissievoorzitter Barroso voor de uitbreiding van het noodfonds ter ondersteuning van de noodlijdende eurolanden. Voordien wuifde de EU-commissie dat idee altijd weg.

Nu opteert voorzitter Barroso dus toch voor een forser noodfonds, zonder daarbij cijfers te noemen. Verschillende lidstaten veegden het idee inmiddels van tafel. Het lijkt bevreemdend en zelfs ongepast om over zulk delicaat en belangrijk probleem publiekelijk politieke spelletjes te spelen. Op de Ministerraad werd eerst een uitbreiding van het noodfonds aangekondigd, maar die kwam er uiteindelijk niet. Ik begrijp er niets meer van en heb daarom volgende vragen.

Welke verklaring heeft de minister voor het voorstel van Commissievoorzitter Barroso om het bestaande noodfonds uit te breiden? Welk standpunt heeft de minister op de Ministerraad ingenomen tegenover een groter EU-noodfonds?

Zou volgens de minister de versterking van het noodfonds een goed signaal zijn aan de financiële markten? Deelt de regering zijn standpunt? Moet er snel een beslissing worden genomen over de versterking van het noodfonds? Werd de versterking al besproken op een EU-Ministerraad van Financiën? Of is voor de minister het huidige noodfonds van 440 miljard euro voldoende groot?

De heer Karl Vanlouwe (N-VA). - Mijn vraag over verklaringen van Commissievoorzitter Barroso sluit aan bij de vraag van de heer Anciaux. Ik had gehoopt ze nog te kunnen stellen vóór de Europese Top zou plaatsvinden, want intussen kennen we het standpunt van bepaalde lidstaten. Van het standpunt van de federale regering zijn we echter nog niet op de hoogte.

Hoewel de Europese Commissie eerder een ander standpunt innam, kondigde Commissievoorzitter Barroso onlangs aan dat de Europese Commissie het fonds dat noodlijdende lidstaten van de eurozone uit de problemen moet helpen, wil uitbreiden. Exacte bedragen wou de Commissievoorzitter niet noemen, duidelijke flankerende maatregelen evenmin. Wel stelde hij een timing voorop voor een akkoord, namelijk februari, maar die maand is inmiddels al bijna voor de helft voorbij.

We kennen het standpunt van Duitsland en Frankrijk. Zij keerden zich tegen het voorstel om het Europees noodfonds van 440 miljard euro uit te breiden en zelfs nieuwe bevoegdheden te geven. Duitsland geeft de voorkeur aan een plafond op de begrotingstekorten. Bondskanselier Merkel sprak het voorbije weekend zelfs over de afschaffing van de indexaanpassing, Europese voogdij en andere maatregelen. Volgens het persagentschap Reuters zouden Berlijn en Parijs aan een allesomvattend antwoord op de schuldencrisis werken.

Ik had dan ook graag vernomen welke positie België zal innemen als de uitbreiding van het Europees noodfonds besproken wordt. Gelooft de minister dat een uitbreiding van dat fonds zal volstaan om de economieën van de eurozone uit het vizier van de speculanten te houden? Of zijn flankerende maatregelen noodzakelijk?

De heer Bernard Clerfayt, staatssecretaris voor de Modernisering van de Federale Overheidsdienst Financiën, de Milieufiscaliteit en de Bestrijding van de fiscale fraude. - Ik lees het antwoord van minister Reynders.

Op het ogenblik is er een algemene reflectie aan de gang om de cohesie en weerstand van de eurozone te versterken, bovenop alle maatregelen die tot nog toe zijn genomen en die toch een heel positief resultaat hebben opgeleverd.

Een van de hoofdbekommernissen daarbij is de financiële markten te overtuigen van het beleid in de verschillende lidstaten en de speculatie tegen te werken.

De mogelijke verhoging van de werkmiddelen van het European Financial Stability Fund maakt deel uit van die globale strategie. Een versterking van dat stabiliteitsfonds zou voor de financiële markten beslist een goed signaal zijn.

Dat moet uiteraard gepaard gaan met het voortzetten van de ambitieuze aanpassingprogramma's die verschillende staten al hebben uitgewerkt. We hebben inderdaad versterkte wapens nodig om de speculatie tegen te houden - het European Financial Stability Fund is er daar maar één van - en we moeten tegelijkertijd de ambitieuze aanpassingsmaatregelen op financieel, budgettair, economisch en structureel vlak voortzetten of, indien nodig, versterken.

Naar mijn persoonlijke mening is een versterking van het huidige stabiliteitsfonds raadzaam, maar ik heb ook alle begrip voor degenen die de nadruk leggen op de voorwaarden die verbonden moeten zijn aan een financiële bijdrage van de partnerlanden van de eurozone.

Kortom, men heeft twee solide pijlers nodig: financieringsmogelijkheden en aanpassingsmaatregelen.

De gedachtewisseling hieromtrent zal worden voortgezet op het niveau van de Eurogroup.

Op de precieze vragen van de heer Vanlouwe geeft de minister de volgende antwoorden.

De houding van België op de Europese Raad wordt vertolkt door de eerste minister zelf. Persoonlijk heb ik tot nu toe gepleit voor een versterking van de mogelijkheden om in te grijpen ten gunste van de eurozone en meer bepaald voor een verhoging van de beschikbare werkmiddelen van het European Financial Stability Fund. De verhoging van de werkmiddelen is volgens mij een noodzakelijke, maar onvoldoende voorwaarde om de speculanten aan de kant te houden.

Het tweede onontbeerlijke luik is een overtuigend economisch beleid, en niet alleen een begrotingsbeleid, en de verwezenlijking van een programma dat er onder andere moet toe leiden de evolutie van de schuld in toom te houden en de economische groei te bevorderen.

Ik ben niet betrokken bij de Frans-Duitse bilaterale ontmoetingen. Een gemeenschappelijke Frans-Duitse visie is onontbeerlijk om in de eurozone tot een akkoord te komen, maar mag absoluut geen dictaat worden dat de andere deelnemers uitsluit.

De heer Bert Anciaux (sp.a). - Ik dank de staatssecretaris voor het antwoord, maar ik vind het enigszins bizar.

Tot twee keer toe horen we dat het de minister van Financiën `persoonlijk van mening is dat' het noodzakelijk is het stabiliteitsfonds te versterken. De persoonlijke mening van de minister van Financiën? Daar ben ik niet in geïnteresseerd. De minister van Financiën kan in dezen trouwens geen persoonlijke mening naar voren schuiven. Hij moet de publieke mening, de mening van de regering vertolken. Wil u nu zeggen dat hij een andere mening heeft dan de eerste minister of gaat het om het standpunt van de regering? Mij interesseert het standpunt van de regering over de uitbreiding van het stabiliteitspact. Zo eenvoudig is dat.

De heer Karl Vanlouwe (N-VA). - Ook ik had hier genoteerd `... persoonlijke mening?'. Het is enigszins merkwaardig die woorden terug te vinden in een antwoord namens de regering. Ik wil wel degelijk het standpunt van de regering kennen.

Is de regering voorstander van een versterking en een uitbreiding van het Europees Noodfonds? Met welk bedrag? Welke bijkomende concrete maatregelen neemt ze?

U spreekt van aanpassingsmaatregelen. We kunnen kritiek hebben op de voorstellen van mevrouw Merkel, maar zij heeft wel duidelijke voorstellen gedaan. In het antwoord van de minister daarentegen heb ik geen enkele concrete bijkomende maatregel teruggevonden.

De heer Bernard Clerfayt, staatssecretaris voor de Modernisering van de Federale Overheidsdienst Financiën, de Milieufiscaliteit en de Bestrijding van de fiscale fraude. - De regering heeft nog geen beslissing genomen. De minister van Financiën heeft zijn persoonlijke mening gegeven. De opinie van de regering wordt nog niet gevraagd. Ik denk niet dat de mening van de Belgische regering zal afwijken van de consensus in de Europese ministerraad.

De heer Bert Anciaux (sp.a). - En dat is?

De heer Bernard Clerfayt, staatssecretaris voor de Modernisering van de Federale Overheidsdienst Financiën, de Milieufiscaliteit en de Bestrijding van de fiscale fraude. - Als daarover een beslissing wordt genomen, ga ik ervan uit dat België het spel van Europa zal spelen.