5-31COM | 5-31COM |
Mevrouw Elke Sleurs (N-VA). - Enkele dagen geleden, op 28 januari 2011, vaardigde de Europese Commissie een richtlijn uit waarbij de lidstaten worden verplicht melkflesjes die bisfenol A bevatten, uit de handel te verwijderen. De Hoge Gezondheidsraad schat het gevaar voor zuigelingen hoger in dan de Europese Commissie. Hij vraagt immers maatregelen tot de leeftijd van drie jaar.
Uit het persbericht van de minister kan niet worden afgeleid welke maatregelen zij met betrekking tot deze kwestie wenst te nemen.
Graag had ik een antwoord gekregen op volgende vragen.
1. Gaat de minister zich beperken tot de omzetting van de richtlijn?
2. Is de minister van plan om verder te gaan dan de richtlijn?
3. Het rapport van de Hoge Gezondheidsraad wees ook op de risico's van bisfenol A-houdend speelgoed voor zuigelingen. Welke maatregelen acht de minister hiervoor noodzakelijk?
Mevrouw Laurette Onkelinx, vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, belast met Maatschappelijke Integratie. - Richtlijn 2011/8/EG van 28 januari 2011 tot wijziging van richtlijn 2002/72/EG wat de beperking op het gebruik van bisfenol A in zuigflessen van kunststof voor zuigelingen betreft, moet tegen 15 februari 2011 in nationaal recht zijn omgezet en op 1 maart 2011 in werking treden. Deze richtlijn verbiedt vanaf 1 maart 2011 de vervaardiging, en vanaf 1 juni 2011 de verkoop van zuigflessen die bisfenol A bevatten. De termijnen voor de omzetting en inwerkingtreding zijn dus zeer kort. De werkzaamheden hiervoor zijn goed gevorderd en het koninklijk besluit zal, ondanks de huidige periode van lopende zaken, tijdig verschijnen.
Op het ogenblik ben ik niet van plan verder te gaan dan wat de richtlijn bepaalt. Het advies van de Hoge Gezondheidsraad slaat op een interpretatie van de besluiten van de Europese Autoriteit voor Voedselveiligheid, EFSA. Alleen de zuigelingen zoals in de wettekst gedefinieerd, dus van 0 tot 12 maanden, vormen een kwetsbare categorie. Zij kunnen bijzonder kwetsbaar zijn voor de potentiële gevolgen van bisfenol A, hoewel men er ook van uitgaat dat ze dit bestanddeel kunnen uitschakelen en men het risico, in het bijzonder voor de menselijke gezondheid, nog niet volledig heeft kunnen aantonen. Men stelt zuigelingen dus best zo weinig mogelijk bloot aan bisfenol A.
Voor het overige is het advies van de EFSA zeer duidelijk en benadrukt het dat de rest van de bevolking geen gevaar loopt. De toestand met betrekking tot het risico wordt in de overwegingen van de richtlijn duidelijk verwoord. Deze maatregel is genomen op basis van het voorzorgsprincipe dat in een situatie van wetenschappelijke onzekerheid geldt, in overeenstemming met artikel 7 van verordening (EG) nr. 178/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 28 januari 2002, en in afwachting dat men over nieuwe wetenschappelijke gegevens beschikt die de toxicologische relevantie van sommige waargenomen effecten van bisfenol A verduidelijken.
De reglementering inzake speelgoed valt niet onder mijn bevoegdheid, maar ressorteert onder de FOD Economie. Ik heb mijn diensten opdracht gegeven hen alle nuttige inlichtingen te bezorgen zodat ze gepaste maatregelen kunnen treffen.