5-5

5-5

Belgische Senaat

Handelingen

DONDERDAG 21 OKTOBER 2010 - NAMIDDAGVERGADERING

(Vervolg)

Regeling van de werkzaamheden

De voorzitter. - Aangezien de regering heeft beslist zowel de mondelinge vragen als de vragen om uitleg te laten beantwoorden door een staatssecretaris, is in het Bureau eenparig beslist dat alle fracties zullen afzien van het stellen van mondelinge vragen. Het Bureau beschouwt dit als een gevaarlijk precedent, dat zelfs van een regering in lopende zaken niet kan worden aanvaard. Daarom heeft het Bureau besloten dat er geen mondelinge vragen zullen worden gesteld aan de staatssecretaris en dat de ingediende mondelinge vragen kunnen worden omgezet in vragen om uitleg. Indien de indieners dat wensen en ons daarom verzoeken, worden hun mondelinge vragen toegevoegd aan de huidige lijst van vragen om uitleg.

Ik nodig de fracties die hun mondelinge vragen in vragen om uitleg willen omzetten, ertoe uit de diensten daarvan op de hoogte te brengen zodat er geen vergissingen gebeuren.

Volgens de regeling van onze werkzaamheden moeten we eerst de initieel ingediende vragen om uitleg in de geplande volgorde behandelen en daarna de mondelinge vragen die in vragen om uitleg zijn omgezet. Wenst iemand daarover het woord te nemen?

M. Philippe Mahoux (PS). - Je ne peux que vous suivre dans cette démarche. Même si nous ne mettons pas en doute la compétence transversale du secrétaire d'État à la Lutte contre la fraude fiscale, nous ne pouvons accepter que ce ne soit pas un ministre qui vienne s'expliquer et répondre aux questions orales. Accepter une telle situation reviendrait à stériliser le débat parlementaire.

Nous souhaitions poser des questions sur la situation en Tunisie, sur le protocole additionnel à un traité relatif aux droits de l'homme et sur la réduction de la fracture numérique. S'il n'est pas possible que le ministre compétent vienne lui-même répondre à ces questions, autant renoncer à interroger le gouvernement.

Nous ne sommes toutefois pas prêts à en arriver là et nous retirerons dès lors purement et simplement nos questions orales. Nous espérons pouvoir les poser plus tard et comptons sur notre président pour qu'il convainque le gouvernement d'envoyer les ministres compétents répondre aux questions légitimes des parlementaires qui ne font qu'accomplir leur travail.

De heer Jurgen Ceder (VB). - Nu er toch een debat ontstaat, wil ik ook mijn mening geven.

We hebben in het verleden al toegestaan dat een staatssecretaris-postbode alle vragen om uitleg kwam beantwoorden. In feite werden dat schriftelijke vragen met schriftelijke antwoorden. Alleen werden ze hier voorgelezen. We hebben al geduld dat een debat over de regeringsverklaring niet met de eerste minister, maar met een staatssecretaris, in casu de heer Wathelet, werd gevoerd. Het hoeft ons dan ook niet te verbazen dat de regering nu ook voor de mondelinge vragen een staatssecretaris stuurt. Wordt het misschien straks de chauffeur van de minister die de antwoorden komt voorlezen? Het bewijst allemaal dat de Senaat min of meer zinloos aan het worden is en dat ook de regering daar nu van uitgaat.

Mevrouw Liesbeth Homans (N-VA). - In het Bureau hebben we aan de aanwezige minister, de heer De Crem, de opdracht gegeven om dit punt nog eens ter sprake te brengen op de Ministerraad van morgen. Ik hoop dat hij dat zal doen en dat hij daar onze vraag voorlegt dat de bevoegde minister zelf de aan hem gerichte mondelinge vragen komt beantwoorden.

Omdat de drie mondelinge vragen die leden van de N-VA-fractie voor vandaag hebben ingediend, een dringend karakter hebben en we daar graag vandaag nog een antwoord op krijgen, nemen we nu genoegen met het antwoord van de staatssecretaris.

Mevrouw Freya Piryns (Groen!). - Ik sluit me aan bij de vorige sprekers die zeiden dat deze manier om de mondelinge vragen te behandelen kafkaiaans is. Ikzelf en mijn collega, mevrouw Vogels, zitten niet in het Bureau omdat we geen officiële fractie vormen. Ik wil de aandacht van het Bureau vragen voor onze situatie. Die is immers nog meer kafkaiaans. In het verslag van het Bureau heb ik gelezen dat mevrouw Vogels en ikzelf een halve vraag per zitting mogen stellen. Ik wil wel proberen een halve vraag stellen, maar dat is nogal moeilijk. Ik zou een vraag tot in de helft kunnen lezen en de week daarop de andere helft. Welke minister zal dan wanneer antwoorden?

Mevrouw Vogels en ikzelf willen onze taak als senator ernstig nemen. Wij willen onze job in de Senaat doen zolang de Senaat nog bestaat, ondanks het feit dat er op dit moment geen regering is. Ik vraag daarom aan het Bureau deze kwestie te herbekijken. Aangezien wij geen deel uitmaken van het Bureau, kan ik deze vraag enkel stellen in de plenaire vergadering. Wij zijn de enige fractie die zich op dit moment in deze situatie bevindt.

De voorzitter. - Er is nog geen beslissing in het Bureau genomen omdat we inderdaad een probleem hadden vastgesteld en omdat we van de verschillende soorten vragen - schriftelijke vragen, vragen om uitleg en mondelinge vragen - een inhoudelijk zinvol geheel willen maken. Die keuze heeft ook gevolgen voor de kwantiteit.

De vermelding `0,5' in sommige lijstjes, als gevolg van de toepassing van het mechanisme-D'Hondt, betekent uiteraard dat een vraag kan worden gesteld, maar slechts één om de twee weken. Dat was in het verleden ook van toepassing op andere fracties.

Ik herhaal echter dat het Bureau nog geen beslissing heeft genomen op dit punt. Het Bureau zal rekening houden met de inbreng van alle fracties, ook degene die niet vertegenwoordigd zijn.

De heer Louis Ide (N-VA). - Ik wijs collega Piryns erop dat ze erop vooruitgaat in vergelijking met ons in de vorige regeerperiode: ik had slechts recht op een kwart vraag.

De voorzitter. - Ik wil de sprekers erop wijzen dat ons debat nu gaat over wie de mondelinge vragen beantwoordt. De hele problematiek van mondelinge vragen en vragen om uitleg is nu niet aan de orde, aangezien die niet behandeld is in het Bureau.

De heer Bart Laeremans (VB). - Ik heb nog een vraag in verband met de volgorde. Ik heb begrepen dat eerst de vragen om uitleg zouden worden gesteld en nadien de toegevoegde vragen die men aanvankelijk wou stellen.

Het zou toch logischer zijn, omdat die laatste actualiteitsvragen zijn, dat men eerst de omgezette actualiteitsvragen zou behandelen. Die zijn immers korter en veel interessanter voor de pers die is opgedaagd. De vragen om uitleg kunnen nadien dan nog worden gesteld. Die volgorde lijkt mij veel logischer.

De voorzitter. - Onze aanpak is misschien niet de meest logische, maar de mogelijkheid wordt ons geboden om zo te werken. Zo weten we welke van die vragen overgeheveld zijn.

Ik vraag een beetje geduld, het zal gebeuren zoals aangekondigd: eerst de vragen om uitleg en daarna de mondelinge vragen die omgezet worden in vragen om uitleg.

De heer Bert Anciaux (sp.a). - Ik wens nog iets toe te voegen aan wat mijn collega's hebben gezegd.

Het Bureau was eensgezind van oordeel dat de houding van de regering beneden alle peil is. Dat betekent dat we deze actie niet zomaar voeren. Volgende keer zullen we evenmin aanvaarden dat de regering dit eventjes bespreekt en beslist dat ze op dezelfde manier zal werken. Er moet hoe dan ook worden overlegd tussen de voorzitters van de assemblees en de regering om duidelijk te maken dat de regering zich moet schikken naar de eisen en wensen van de Senaat, anders maken we ons hopeloos belachelijk.

M. Francis Delpérée (cdH). - Nous souhaitons qu'une solution structurelle soit établie, une solution qui résulte d'une concertation entre le gouvernement et les chambres législatives, une solution qui touche le problème des questions d'actualité. La crise politique pourrait être longue. C'est pourquoi nous ne devons pas simplement régler la question de l'organisation du débat d'aujourd'hui mais aussi travailler pour les semaines qui viennent. Je me rallie donc entièrement à la solution que le bureau unanime a établie ce matin.

M. François Bellot (MR). - Je me rallie à la décision prise par le bureau tout en faisant remarquer qu'à la Chambre, les questions continuent à être posées aux ministres compétents pour les différentes matières qui les concernent. Puisque le Sénat fonctionne d'une autre façon et que l'on ne peut y poser des questions qu'en séance plénière ou en commission réunie, j'insiste auprès des ministres - et il appartient à chacun d'entre nous de le faire également - pour que le gouvernement donne une suite favorable à la demande qui sera formulée demain par le ministre De Crem.

M. Jacky Morael (Ecolo). - Je me rallie aux propos de mes collègues chefs de groupe. Au bureau, cette question a fait l'objet d'un débat assez long, dont nous nous serions bien passés. Je souhaite attirer l'attention sur le fait que ni le Sénat ni les sénateurs ne sont en cause ici. Ce n'est pas leur attitude qui pose problème mais celle du gouvernement qui s'est montré méprisant à l'égard du Sénat et qui se comporte différemment selon qu'il s'agisse de la Chambre ou du Sénat. Cette situation est inacceptable et nous avons refusé de créer un précédent fâcheux. J'ai l'impression que certaines composantes du gouvernement anticipent sur des réformes de l'État qui devront faire l'objet de discussions nettement plus approfondies.

M. Armand De Decker (MR). - Monsieur le président, l'attitude adoptée par le gouvernement à l'égard de la séance d'aujourd'hui n'a aucun sens. Il importe vraiment que vous mettiez tout en oeuvre pour la corriger. Le Sénat est l'assemblée dont les élus, notamment les élus directs, se font élire sur l'ensemble d'une Communauté et ont donc la plus grande légitimité démocratique. Il est tout à fait vrai que la Chambre détient le pouvoir de contrôle politique mais cela n'enlève rien au droit des sénateurs de se faire informer convenablement à travers les questions orales et les demandes d'explications.

Depuis des années, les ministres viennent répondre personnellement aux questions orales posées par les sénateurs. S'ils décidaient de ne plus le faire, je n'y verrais pas du tout une hypothétique évolution institutionnelle, puisque j'ai lu avec plaisir dans la note de M. De Wever que le Sénat n'est pas mis en cause. Je me réjouis de cette très grande lucidité. Dès lors que le Sénat sera éternel, ce dont je suis persuadé, le gouvernement doit...

(Uitroepen bij de fracties VB en N-VA)

Je rappelle que le général de Gaulle a essayé à plusieurs reprises de supprimer le Sénat et qu'il a failli perdre le pouvoir.

Les ministres sont toujours venus répondre personnellement aux questions orales et il serait inconcevable qu'ils cessent de le faire.

La question des demandes d'explication est d'une autre nature. Elle mérite un débat interne et peut-être un jour une réforme au sein du Sénat. Cela, c'est une autre question.

M. Bernard Clerfayt, secrétaire d'État à la Modernisation du Service public fédéral Finances, à la Fiscalité environnementale et à la Lutte contre la fraude fiscale. - Je rendrai compte de la teneur de ce débat demain, au gouvernement.

M. le président. - Il est rassurant de savoir que deux personnes informeront le gouvernement ! J'espère que cela conduira à un résultat.

In het overleg over deze kwestie zullen we er in elk geval op toezien dat een aantal basisprincipes gerespecteerd blijven.