5-127/1

5-127/1

Belgische Senaat

BUITENGEWONE ZITTING 2010

9 SEPTEMBER 2010


Voorstel van resolutie over de genderdimensie in statistieken en het opstellen van genderindicatoren

(Ingediend door mevrouw Nele Lijnen en de heer Guido De Padt)


TOELICHTING


Dit voorstel van resolutie neemt de tekst over van een voorstel dat reeds op 23 augustus 2007 in de Senaat werd ingediend (stuk Senaat, nr. 4-160/1 - BZ 2007).

Om te tellen moet je geteld worden. Dit was de boodschap van de VN-vrouwenconferentie te Peking in 1995. De Staten kregen toen de opdracht statistische gegevens te verzamelen over de situatie van de vrouw, als aanzet en hefboom voor een gelijkekansenbeleid. Die boodschap is nog eens herhaald op de 10e verjaardag van het Actieplatform van Peking tijdens de 49e sessie van de Commissie voor de Status van de Vrouw in New York, die plaatsvond van 28 februari tot 11 maart 2005. Tijdens deze sessie is er door alle Staten een resolutie rond gendermainstreaming goedgekeurd, waarin het belang van genderstatistieken, indicatoren en het opvolgen en evalueren ervan, nog eens is onderstreept.

Bovendien is onder het motto « meten is weten » de verzameling van statistisch materiaal en de definiëring van genderindicatoren een belangrijk beleidsinstrument. Het biedt de mogelijkheid om effecten van het gevoerde beleid in verhouding tot de beleidsdoelstellingen in kaart te brengen, ze te bewerken, te analyseren en te evalueren en desgewenst bij te sturen.

Om een degelijk gelijkekansen- en gendermainstreamingsbeleid te voeren zijn statistieken nodig die een beeld geven van de situatie van vrouwen en mannen in de samenleving en van de gevolgen van de acties die voor hen gepland zijn.

Genderstatistieken en genderindicatoren brengen genderspecifieke problemen onder de aandacht en zijn alvast nodig met het oog op mogelijke wetenschappelijke studies, het opmaken van een stand van zaken, een evaluatie en een bijsturing van het beleid.

Onderhavig voorstel van resolutie beoogt de federale regering ertoe aan te zetten een beleid uit te stippelen met betrekking tot het verzamelen van genderstatistieken en het opstellen van genderindicatoren. Er wordt voorgesteld een « Nationaal Actieplan Genderstatistiek » uit te werken.

Verder stelt deze resolutie inzake genderstatistieken en genderindicatoren duidelijk de taken vast van het Instituut voor de Gelijkheid van Vrouwen en Mannen en van het Nationaal Instituut voor de Statistiek.

Nele LIJNEN.
Guido DE PADT.

VOORSTEL VAN RESOLUTIE


De Senaat,

A. gelet op het VN-Verdrag van 18 december 1979 inzake de uitbanning van alle vormen van discriminatie van vrouwen (CEDAW), goedgekeurd bij de wet van 11 mei 1983;

B. gelet op het actieplatform dat werd aangenomen op de Wereldvrouwenconferentie die van 4 tot 14 september 1995 in Peking heeft plaatsgehad;

C. gelet op de wet van 6 maart 1996 strekkende tot controle op de toepassing van de resoluties van de Wereldvrouwenconferentie die van 4 tot 14 september 1995 in Peking heeft plaatsgehad, die de regering verplicht jaarlijks verslag uit te brengen aan de Wetgevende Kamers over de toepassing van het actieplatform van Peking;

D. gelet op de resolutie goedgekeurd op de 10e verjaardag van het Actieplatform van Peking tijdens de 49e sessie van de Commissie voor de Status van de Vrouw die van 28 februari 2005 tot 11 maart 2005 in New York heeft plaatsgehad;

E. overwegende dat naar sekse uitgesplitste statistieken een onmisbaar hulpmiddel zijn om de vooruitgang op weg naar de gelijkheidsdoelstellingen te beoordelen en om een gendermainstreaming te bevorderen doordat zo duidelijk gemaakt wordt of een beleid verschillende gevolgen heeft voor vrouwen en mannen;

F. overwegende dat vergelijkbare indicatoren en analyseprocedures belangrijk zijn om een juiste beoordeling door te voeren van alle aspecten die verband houden met de gelijkheid van mannen en vrouwen;

G. overwegende dat meer nadruk zou moeten worden gelegd op het uitsplitsen van indicatoren naar sekse en leeftijd, wat tot meetbare resultaten leidt en aanleiding kan geven tot evaluatie, monitoring en benchmarking;

H. overwegende dat het belang van vergelijkbare indicatoren reeds in verschillende rapporten is beklemtoond (bijvoorbeeld het jaarverslag over de gelijke kansen voor vrouwen en mannen in de Europese Unie in 2000 : verslag van de Commissie aan de Raad, het Europees Parlement, het Sociaal en Economisch Comité en het Comité van de regio's);

I. overwegende dat de resultaten van de studies « Vrouwen (on)zichtbaar in statistieken », uitgevoerd in 1996 en 1998 door de Université Catholique de Louvain en het Limburgs Universitair Centrum in opdracht van de minister belast met het Gelijkekansenbeleid, wijzen op de niet altijd eenvoudige toegankelijkheid van de statistieken, de afwezigheid van bepaalde statistieken, het ontbreken van een uitsplitsing naar geslacht en het gebrek aan regelmatige opvolging;

J. overwegende dat een aantal landen, met name Canada en Zweden, veel ervaring hebben in het verzamelen van genderstatistieken;

Vraagt de regering :

1. een Nationaal Actieplan Genderstatistiek op te stellen;

2. het Instituut voor de Gelijkheid van Vrouwen en Mannen in te schakelen om de ministeriële departementen bewust te maken van de noodzaak van statistische instrumenten waarin de genderdimensie is opgenomen;

3. het Instituut voor de Gelijkheid van Vrouwen en Mannen in te schakelen om zijn expertise aan te brengen bij de ministeriële departementen opdat deze in staat zouden zijn genderstatistieken inzake hun bevoegdheidsdomein op te stellen. De minister bevoegd voor Gelijke Kansen heeft hierin een stuwende rol;

4. in het Peking-rapport dat jaarlijks aan de Wetgevende Kamers wordt overgezonden, per federale overheidsdienst de vooruitgang toe te lichten van de genderdimensies in de statistieken;

5. het Nationaal Instituut voor de statistiek (NIS) te belasten met de opmaak en de verwerking van genderstatistieken rond de verschillende beleidsdomeinen;

6. het Instituut voor de Gelijkheid van Vrouwen en Mannen onder meer te belasten met het toezicht, de opvolging, de begeleiding en de evaluatie van de naar sekse uitgesplitste statistieken;

7. het Instituut voor de Gelijkheid van Vrouwen en Mannen te belasten met het tweejaarlijks opmaken van een publicatie « Vrouwen en mannen in België », waarin de belangrijkste indicatoren in verschillende domeinen worden weergegeven en te zorgen voor de verspreiding ervan;

8. het Instituut te belasten met het inventariseren en het opstellen van genderindicatoren, die door de verschillende producenten van genderstatistieken dienen gebruikt te worden;

9. een structurele samenwerking tussen het NIS en het Instituut voor de Gelijkheid van Vrouwen en Mannen op te zetten waarbij het Instituut zijn expertise voor het opmaken, verzamelen, evalueren van genderstatistieken en genderindicatoren aanbrengt. Eventueel kan gedacht worden aan de oprichting van een werkgroep;

10. de voorzitter van de Federale Overheidsdienst (FOD) Economie jaarlijks een budget te laten uittrekken voor de ontwikkeling van genderstatistieken bij het Nationaal Instituut voor de Statistiek.

20 juli 2010.

Nele LIJNEN.
Guido DE PADT.