5-65/1

5-65/1

Belgische Senaat

BUITENGEWONE ZITTING 2010

8 SEPTEMBER 2010


Wetsvoorstel tot wijziging van de gewone wet van 16 juli 1993 tot vervollediging van de federale staatsstructuur, de wet van 12 januari 1989 tot regeling van de wijze waarop het Parlement van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en de Brusselse leden van het Vlaams Parlement verkozen worden en de wet van 6 juli 1990 tot regeling van de wijze waarop het Parlement van de Duitstalige Gemeenschap wordt verkozen, om stemrecht toe te kennen aan de Belgen die in het buitenland verblijven, voor de verkiezing van respectievelijk het Waals Parlement en het Vlaams Parlement, het Parlement van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en het Parlement van de Duitstalige Gemeenschap

(Ingediend door mevrouw Christine Defraigne)


TOELICHTING


Dit wetsvoorstel neemt de tekst over van een voorstel dat reeds op 12 juli 2007 in de Senaat werd ingediend (stuk Senaat, nr. 4-59/1 - BZ 2007).

Naar aanleiding van de voorlaatste parlementsverkiezingen werden tal van ingevoerde aanpassingen van ons kiesstelsel opnieuw uitgetest. Daarbij denken we aan de provinciale kieskringen, de kiesdrempel of het uittesten van het ticketingsysteem. Bij de verkiezingen van 18 mei 2003 werd echter nog een andere belangrijke wijziging ingevoerd : dankzij een nieuwe regeling konden de in het buitenland verblijvende Belgen hun stem in betere omstandigheden uitbrengen dan voordien het geval was.

Wij menen dat die doelstelling ten volle is bereikt. De cijfers tonen het aan : in juni 1999 zijn slechts achttien uitgeweken Belgen erin geslaagd hun stem uit te brengen; in 2003 hebben meer dan 114 000 in het buitenland verblijvende Belgen aan de verkiezing deelgenomen. Die stijging is op zijn minst veelzeggend : afgezien van de absolute cijfers stellen we met genoegen vast dat met de nieuwe regeling meer dan één op twee in het buitenland verblijvende kiezers naar de stembus is gekomen (in de verschillende diplomatieke posten waren 215 700 Belgen ouder dan achttien jaar ingeschreven). Ten opzichte van in grootte vergelijkbare landen zoals Nederland of Zwitserland behaalt België dus een uitstekende plaats. Van de 257 000 in het buitenland verblijvende Nederlanders brachten er immers slechts 30 000 hun stem uit, en van de 320 000 in het buitenland geregistreerde Zwitsers namen er slechts 78 000 deel aan de laatste stembusgang.

De door de toenmalige regering bedachte regeling is dus betrouwbaar. De kans is groot dat ze bij de volgende verkiezingen nog meer Belgische onderdanen zal aanzetten om te gaan stemmen. Het ligt immers voor de hand dat de verschillende betrokken partijen moeten wennen aan het idee om vanuit het buitenland te stemmen en dat men met de betrokken procedures ervaring moet opdoen vooraleer de regeling haar maximumrendement bereikt.

De regeling geldt momenteel echter alleen voor de parlementsverkiezingen. Rekening houdend met de gewettigde eisen van de « Union francophone des Belges à l'étranger » (UFBE) en de standpunten van de belangrijkste Franstalige politieke organisaties, lijkt het ons in het kader van het federaal bestel noodzakelijk en logisch die leemte op te vullen en de in het buitenland verblijvende Belgen stemrecht te verlenen voor de verkiezing van de raden van de verschillende deelgebieden. Die buitenlandse Belgen tonen immers duidelijk interesse; zij moeten bijgevolg het recht krijgen mee te bepalen wie wordt gekozen en moeten mee hun stempel kunnen drukken op de totstandkoming van de beleidskeuzes van de gewesten en de gemeenschappen waartoe ze behoren. In dat opzicht mag er volgens ons geen enkel onderscheid bestaan tussen de parlementsverkiezingen en de verkiezingen van de gewestelijk en gemeenschapsparlementen en die van het Europees Parlement.

In die visie moet de stemregeling voor de in het buitenland verblijvende Belgen voor de volgende gewest gemeenschijs en Europese verhiezingen zijn uitgebreid. Mutatis mutandis moet de regeling worden afgestemd op die welke bij de parlementsverkiezingen haar nut heeft bewezen. Dat betekent dat de Belgen in het buitenland hun stem dus op vijf manieren kunnen uitbrengen : persoonlijk of bij volmacht in België, persoonlijk of bij volmacht in de diplomatieke of consulaire beroepspost, of per brief. Ter informatie vermelden wij hier enkele cijfers voor de verkiezingen van 18 mei 2003 : 67 % van de buitenlandse kiezers heeft per brief gestemd, 19 % in België, persoonlijk of bij volmacht, en 14 % persoonlijk of bij volmacht in een ambassade of consulaat.

De beoogde uitbreiding zou betrekking hebben op vijf verkiezingen : die van het Waals Parlement, die van het Vlaams Parlement, die van het Brussels Parlement, die van het Parlement van de Duitstalige Gemeenschap en, tot slot, die van het Europees Parlement.

Uit wetgevingstechnisch oogpunt vereist de uitbreiding de aanneming van twee wetten, waarbij vijf vigerende teksten worden gewijzigd. De eerste (bijzondere) wet wijzigt de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen en de bijzondere wet van 12 januari 1989 met betrekking tot de Brusselse instellingen, inzake de vereiste voorwaarden om kiezer te zijn (cf. Stuk Senaat nr. 5-64/1 - BZ 2010); de andere tekst behelst de verschillende wijzen waarop men in de praktijk bij de beoogde verkiezingen zijn stem kan uitbrengen (cf. onderhavig voorstel).

ARTIKELSGEWIJZE BESPREKING

Artikel 1

Aangezien de geplande wijzigingen in deze tekst betrekking hebben op de wijze waarop de parlementen van de gewesten en de gemeenschappen worden verkozen, moet dit wetsvoorstel overeenkomstig artikel 83 van de Grondwet wijzen op de noodzaak de tekst aan te nemen met naleving van artikel 77 van de Grondwet.

Artikelen 3 tot 7, en artikelen 9 tot 11

De vereiste voorwaarden om bij de diverse gewestverkiezingen kiesgerechtigd te zijn, staan vermeld in bijzondere wetten. Overeenkomstig het systeem van verwijzing naar het Kieswetboek dat in de verschillende gewijzigde regelgevingen wordt gebruikt, breidt dit wetsvoorstel de toepassing van de artikelen 180 tot 180septies uit door stelselmatig te verwijzen naar de voor elk parlement specifieke tekst. Er is met zorg op toegezien de aandacht van de gebruikers van de tekst te vestigen op de aan te brengen aanpassingen om de referentietekst te laten overeenstemmen met het voor elke verkiezing specifieke terminologische karakter.

Artikel 8

De vereiste voorwaarden om bij de verkiezing van het Parlement van de Duitstalige Gemeenschap kiesgerechtigd te zijn, staan vermeld in een gewone wet. Het referentieartikel wordt dus gewijzigd om de Belgische burgers te beogen die zijn ingeschreven in de bevolkingsregisters in de Belgische diplomatieke of consulaire beroepsposten.

Artikel 12

Dit artikel bepaalt dat de nieuwe regeling in werking treedt bij de algehele vernieuwing van de diverse parlementen.

Christine DEFRAIGNE.

WETSVOORSTEL


HOOFDSTUK I

Algemene bepaling

Artikel 1

Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 77 van de Grondwet.

HOOFDSTUK II

Wijzigingen aan de wet van 16 juli 1993 tot vervollediging van de federale staatsstructuur

Art. 2

In Boek I van de wet van 16 juli 1993 tot vervollediging van de federale staatsstructuur wordt een nieuw hoofdstuk IIbis ingevoegd, onder het opschrift « Stemming van de Belgen in het buitenland. ».

Art. 3

In hoofdstuk IIbis, ingevoegd bij artikel 2, wordt een artikel 27/1 ingevoegd, luidend als volgt :

« Art. 27/1. — De artikelen 180 tot 180septies van het Kieswetboek zijn van toepassing op de verkiezing van het Parlement, met uitzondering van § 6, eerste en tweede lid, van artikel 180bis, van § 4, tweede lid, van artikel 180quinquies en van § 5, vierde lid, van artikel 180septies, met dien verstande dat :

— in artikel 180, eerste en vijfde lid, de verwijzing naar artikel 1 wordt vervangen door een verwijzing naar artikel 25, eerste paragraaf, eerste en tweede lid van de bijzondere wet;

— in artikel 180bis, § 4, derde lid, de verwijzing naar artikel 10, eerste paragraaf, eerste lid, wordt vervangen door een verwijzing naar artikel 2 van deze wet;

— in artikel 180ter, eerste lid, en in artikel 180quinquies, eerste paragraaf, eerste lid, de verwijzing naar artikel 107 telkens wordt vervangen door een verwijzing naar de artikelen 9 en 10 van deze wet;

— in artikel 180bis, eerste paragraaf, eerste lid, de woorden « van de federale Wetgevende Kamers » worden vervangen door de woorden « van het parlement »;

— in artikel 180bis, § 4, derde lid, de woorden « naar de voorzitter van het kieskringhoofdbureau en naar de voorzitter van het provinciehoofdbureau » worden vervangen door de woorden « naar de voorzitter van het kieskringhoofdbureau »;

— in artikel 180quinquies, § 2, eerste lid, de woorden « de voorzitter van het kieskringhoofdbureau, voor de verkiezing van de Kamer van volksvertegenwoordigers, en de voorzitter van het provinciehoofdbureau bedoeld in artikel 94bis, § 2, voor de verkiezing van de Senaat » worden vervangen door de woorden « de voorzitter van het kieskringhoofdbureau », en de woorden « de stembiljetten voor elk van de twee wetgevende kamers » worden vervangen door de woorden « de stembiljetten voor het Parlement »;

— in artikel 180quinquies, § 6, eerste lid, de woorden « voor elk van de kieskringen, wat de verkiezing van de Kamer van volksvertegenwoordigers betreft, en voor elk van de colleges, wat de verkiezing van de Senaat betreft », worden vervangen door de woorden « wat de verkiezing van het parlement betreft », en de woorden « hetzij de voorzitter van het kieskringhoofdbureau, hetzij de voorzitter van het provinciehoofdbureau bedoeld in artikel 94bis, § 2 » worden vervangen door de woorden « de voorzitter van het kieskringhoofdbureau »;

— in artikel 180quinquies, § 6, tweede lid, de woorden « naar hetzij de voorzitter van het kieskringhoofdbureau, hetzij de voorzitter van het collegehoofdbureau, naargelang het gaat om de resultaten voor de Kamer van volksvertegenwoordigers of de resultaten voor de Senaat », worden vervangen door de woorden « naar de voorzitter van het kieskringhoofdbureau », en de woorden « de voorzitter van het kieskringhoofdbureau en de voorzitter van het collegehoofdbureau » worden vervangen door de woorden « de voorzitter van het kieskringhoofdbureau »;

— in artikel 180septies, eerste paragraaf, eerste lid, de woorden « de voorzitter van het kieskringhoofdbureau, voor de verkiezing van de Kamer van volksvertegenwoordigers, en de voorzitter van het provinciehoofdbureau bedoeld in artikel 94bis, § 2 », worden vervangen door de woorden « de voorzitter van het kieskringhoofdbureau »;

— in artikel 180septies, eerste paragraaf, eerste lid, 4º, de woorden « modellen Ibis-a en Ibis-b » worden vervangen door de woorden « Ibis-a »;

— in artikel 180septies, eerste paragraaf, derde lid, de woorden « de kieskringhoofdbureaus en de provinciehoofdbureaus » worden vervangen door de woorden « de kieskringhoofdbureaus »;

— in artikel 180septies, § 4, eerste lid, de woorden « De voorzitter van het kieskringhoofdbureau of de voorzitter van het provinciehoofdbureau naargelang het gaat om de verkiezing voor de Kamer van volksvertegenwoordigers of voor de Senaat » worden vervangen door de woorden « De voorzitter van het kieskringhoofdbureau »;

— in artikel 180septies, § 5, de woorden « de voorzitter van het kieskringhoofdbureau en de voorzitter van het provinciehoofdbureau » telkens worden vervangen door de woorden « de voorzitter van het kieskringhoofdbureau »;

— in artikel 180septies, § 5, derde lid, de woorden « van deze kieskring of van deze provincie » worden vervangen door de woorden « van deze kieskring »;

— in artikel 180septies, § 5, vijfde lid, de woorden « de kieskring of het college » worden vervangen door de woorden « de kieskring ».

Art. 4

In hetzelfde hoofdstuk IIbis wordt een artikel 27/2 ingevoegd, luidend als volgt :

« Art. 27/2. Het bij het Wetboek gevoegde model Ibis-a, waarnaar wordt verwezen in artikel 180septies, eerste paragraaf, eerste lid, 4º, is van toepassing op de verkiezing van het Parlement. Het opschrift van het model moet worden gelezen als betrekking hebbende op de verkiezing van het Parlement. »

HOOFDSTUK III

Wijziging van de wet van 12 januari 1989 tot regeling van de wijze waarop het Parlement van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en de Brusselse leden van het Vlaams Parlement verkozen worden

Art. 5

In titel II van de wet van 12 januari 1989 tot regeling van de wijze waarop het Brussels Hoofdstedelijk Parlement en de Brusselse leden van het Vlaams Parlement verkozen worden, wordt een hoofdstuk Vbis ingevoegd, onder het opschrift « Stemming van de Belgen in het buitenland. ».

Art. 6

In hoofdstuk Vbis, ingevoegd bij artikel 5 wordt een artikel 21/1 ingevoegd, luidend als volgt :

« Art. 21/1. — De artikelen 180 tot 180septies van het Kieswetboek zijn van toepassing op de verkiezing van het Parlement, met uitzondering van § 6, eerste en tweede lid van artikel 180bis, van § 4, tweede lid van artikel 180quinquies en van § 5, vierde lid, van artikel 180septies, met dien verstande dat :

— in artikel 180, eerste en vijfde lid, de verwijzing naar artikel 1 wordt vervangen door een verwijzing naar artikel 13 van de bijzondere wet;

— in artikel 180bis, § 4, derde lid, de verwijzing naar artikel 10, eerste paragraaf, eerste lid, wordt vervangen door een verwijzing naar artikel 3 van deze wet;

— in artikel 180ter, eerste lid, en in artikel 180quinquies, eerste paragraaf, eerste lid, de verwijzing naar artikel 107 telkens wordt vervangen door een verwijzing naar de artikelen 7bis en 8 van deze wet;

— in artikel 180bis, eerste paragraaf, eerste lid, de woorden « van de federale Wetgevende Kamers » worden vervangen door de woorden « van het Parlement »;

— in artikel 180bis, § 4, derde lid, de woorden « naar de voorzitter van het kieskringhoofdbureau en naar de voorzitter van het provinciehoofdbureau » worden vervangen door de woorden « naar de voorzitter van het gewestbureau »;

— in artikel 180quinquies, § 2, eerste lid, de woorden « de voorzitter van het kieskringhoofdbureau, voor de verkiezing van de Kamer van volksvertegenwoordigers, en de voorzitter van het provinciehoofdbureau bedoeld in artikel 94bis, § 2, voor de verkiezing van de Senaat » worden vervangen door de woorden « de voorzitter van het gewestbureau », en de woorden « de stembiljetten voor elk van de twee wetgevende kamers » worden vervangen door de woorden « de stembiljetten voor het Parlement »;

— in artikel 180quinquies, § 6, eerste lid, de woorden « voor elk van de kieskringen, wat de verkiezing van de Kamer van volksvertegenwoordigers betreft, en voor elk van de colleges, wat de verkiezing van de Senaat betreft », worden vervangen door de woorden « voor de kieskring », en de woorden « hetzij de voorzitter van het kieskringhoofdbureau, hetzij de voorzitter van het provinciehoofdbureau bedoeld in artikel 94bis, § 2 » worden vervangen door de woorden « de voorzitter van het gewestbureau »;

— in artikel 180quinquies, § 6, tweede lid, de woorden « naar hetzij de voorzitter van het kieskringhoofdbureau, hetzij de voorzitter van het collegehoofdbureau, naargelang het gaat om de resultaten voor de Kamer van volksvertegenwoordigers of de resultaten voor de Senaat », worden vervangen door de woorden « naar de voorzitter van het gewestbureau », en de woorden « de voorzitter van het kieskringhoofdbureau en de voorzitter van het collegehoofdbureau » worden vervangen door de woorden « de voorzitter van het gewestbureau »;

— in artikel 180septies, eerste paragraaf, eerste lid, de woorden « de voorzitter van het kieskringhoofdbureau, voor de verkiezing van de Kamer van volksvertegenwoordigers, en de voorzitter van het provinciehoofdbureau bedoeld in artikel 94bis, § 2 », worden vervangen door de woorden « de voorzitter van het gewestbureau »;

— in artikel 180septies, eerste paragraaf, eerste lid, 4º, de woorden « modellen Ibis-a en Ibis-b » worden vervangen door de woorden « Ibis-a »;

— in artikel 180septies, eerste paragraaf, derde lid, de woorden « de kieskringhoofdbureaus en de provinciehoofdbureaus » worden vervangen door de woorden « het gewestbureau »;

— in artikel 180septies, § 4, eerste lid, de woorden « De voorzitter van het kieskringhoofdbureau of de voorzitter van het provinciehoofdbureau naargelang het gaat om de verkiezing voor de Kamer van volksvertegenwoordigers of voor de Senaat » worden vervangen door de woorden « De voorzitter van het gewestbureau »;

— in artikel 180septies, § 5, de woorden « de voorzitter van het kieskringhoofdbureau en de voorzitter van het provinciehoofdbureau » telkens worden vervangen door de woorden « de voorzitter van het gewestbureau »;

— in artikel 180septies, § 5, derde lid, de woorden « van deze kieskring of van deze provincie » worden vervangen door de woorden « van deze kieskring »;

— in artikel 180septies, § 5, vijfde lid, de woorden « de kieskring of het college » worden vervangen door de woorden « de kieskring ».

Art. 7

In hetzelfde hoofdstuk Vbis wordt een artikel 21/2 ingevoegd, luidend als volgt :

« Art. 21/2. — Het bij het Wetboek gevoegde model Ibis-a, waarnaar wordt verwezen in artikel 180septies, eerste paragraaf, eerste lid, 4º, is van toepassing op de verkiezing van het Parlement. Het opschrift van het model moet worden gelezen als betrekking hebbende op de verkiezing van het Parlement. »

HOOFDSTUK IV

Wijziging aan de wet van 6 juli 1990 tot regeling van de wijze waarop het Parlement van de Duitstalige Gemeenschap wordt verkozen

Art. 8

In artikel 5, eerste paragraaf, eerste lid, van de wet van 6 juli 1990 tot regeling van de wijze waarop het Parlement van de Duitstalige Gemeenschap wordt verkozen, wordt het 3º vervangen als volgt :

« 3º ingeschreven zijn in de bevolkingsregisters van een gemeente van het Duitse taalgebied of ingeschreven zijn in de bevolkingsregisters die worden bijgehouden in de Belgische diplomatieke of consulaire beroepsposten. »

Art. 9

In dezelfde wet wordt een titel IVbis ingevoegd, onder het opschrift « Stemming van de Belgen in het buitenland. ».

Art. 10

In hoofdstuk IVbis ingevoegd bij artikel 9, wordt een artikel 48/1 ingevoegd, luidend als volgt :

« Art. 48/1. — De artikelen 180 tot 180septies van het Kieswetboek zijn van toepassing op de verkiezing van het Parlement, met uitzondering van § 6, eerste en tweede lid van artikel 180bis, van § 4, tweede lid van artikel 180quinquies en van § 5, vierde lid, van artikel 180septies, met dien verstande dat :

— in artikel 180, eerste en vijfde lid, de verwijzing naar artikel 1 wordt vervangen door een verwijzing naar artikel 5 van deze wet;

— in artikel 180bis, § 4, derde lid, de verwijzing naar artikel 10, eerste paragraaf, eerste lid, wordt vervangen door een verwijzing naar artikel 7 van deze wet;

— in artikel 180ter, eerste lid, en in artikel 180quinquies, eerste paragraaf, eerste lid, de verwijzing naar artikel 107 telkens wordt vervangen door een verwijzing naar de artikelen 9 en 10 van deze wet;

— in artikel 180bis, eerste paragraaf, eerste lid, de woorden « van de federale Wetgevende Kamers » worden vervangen door de woorden « van het Parlement »;

— in artikel 180bis, § 4, derde lid, de woorden « naar de voorzitter van het kieskringhoofdbureau en naar de voorzitter van het provinciehoofdbureau » worden vervangen door de woorden « naar de voorzitter van het hoofdbureau »;

— in artikel 180quinquies, § 2, eerste lid, de woorden « de voorzitter van het kieskringhoofdbureau, voor de verkiezing van de Kamer van volksvertegenwoordigers, en de voorzitter van het provinciehoofdbureau bedoeld in artikel 94bis, § 2, voor de verkiezing van de Senaat » worden vervangen door de woorden « de voorzitter van het hoofdbureau », en de woorden « de stembiljetten voor elk van de twee wetgevende kamers » worden vervangen door de woorden « de stembiljetten voor het Parlement »;

— in artikel 180quinquies, § 6, eerste lid, de woorden « voor elk van de kieskringen, wat de verkiezing van de Kamer van volksvertegenwoordigers betreft, en voor elk van de colleges, wat de verkiezing van de Senaat betreft », worden vervangen door de woorden « voor de kieskring », en de woorden « hetzij de voorzitter van het kieskringhoofdbureau, hetzij de voorzitter van het provinciehoofdbureau bedoeld in artikel 94bis, § 2 » worden vervangen door de woorden « de voorzitter van het hoofdbureau »;

— in artikel 180quinquies, § 6, tweede lid, de woorden « naar hetzij de voorzitter van het kieskringhoofdbureau, hetzij de voorzitter van het collegehoofdbureau, naargelang het gaat om de resultaten voor de Kamer van volksvertegenwoordigers of de resultaten voor de Senaat », worden vervangen door de woorden « naar de voorzitter van het hoofdbureau », en de woorden « de voorzitter van het kieskringhoofdbureau en de voorzitter van het collegehoofdbureau » worden vervangen door de woorden « de voorzitter van het hoofdbureau »;

— in artikel 180septies, eerste paragraaf, eerste lid, de woorden « de voorzitter van het kieskringhoofdbureau, voor de verkiezing van de Kamer van volksvertegenwoordigers, en de voorzitter van het provinciehoofdbureau bedoeld in artikel 94bis, § 2 », worden vervangen door de woorden « de voorzitter van het hoofdbureau »;

— in artikel 180septies, eerste paragraaf, eerste lid, 4º, de woorden « modellen Ibis-a en Ibis-b » worden vervangen door de woorden « Ibis-a »;

— in artikel 180septies, eerste paragraaf, derde lid, de woorden « de kieskringhoofdbureaus en de provinciehoofdbureaus » worden vervangen door de woorden « het hoofdbureau »;

— in artikel 180septies, § 4, eerste lid, de woorden « De voorzitter van het kieskringhoofdbureau of de voorzitter van het provinciehoofdbureau naargelang het gaat om de verkiezing voor de Kamer van volksvertegenwoordigers of voor de Senaat » worden vervangen door de woorden « De voorzitter van het hoofdbureau »;

— in artikel 180septies, § 5, de woorden « de voorzitter van het kieskringhoofdbureau en de voorzitter van het provinciehoofdbureau » telkens worden vervangen door de woorden « de voorzitter van het hoofdbureau »;

— in artikel 180septies, § 5, derde lid, de woorden « van deze kieskring of van deze provincie » worden vervangen door de woorden « van deze kieskring »;

— in artikel 180septies, § 5, vijfde lid, de woorden « de kieskring of het college » worden vervangen door de woorden « de kieskring ».

Art. 11

In hetzelfde hoofdstuk IVbis wordt een artikel 48/2 ingevoegd, luidend als volgt :

« Art. 48/2. — Het bij het Wetboek gevoegde model Ibis-a, waarnaar wordt verwezen in artikel 180septies, eerste paragraaf, eerste lid, 4º, is van toepassing op de verkiezing van het Parlement. Het opschrift van het model moet worden gelezen als betrekking hebbende op de verkiezing van het Parlement. »

HOOFDSTUK V

Inwerkingtreding

Art. 12

Deze wet treedt in werking bij de volgende algehele vernieuwing van het Waals Parlement, het Vlaams Parlement, het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en het Parlement van de Duitstalige Gemeenschap.

20 juli 2010.

Christine DEFRAIGNE.