4-119 | 4-119 |
M. le président. - M. Olivier Chastel, secrétaire d'État aux Affaires européennes, répondra.
Mevrouw Helga Stevens (Onafhankelijke). - In 2008 kaartte ik bij de minister het onevenwicht aan dat op dat moment bestond inzake de tegemoetkomingen van het RIZIV voor cochleaire implantaten en klassieke hoortoestellen. De implantaten werden en worden integraal terugbetaald, terwijl de hoortoestellen slechts zeer gedeeltelijk werden terugbetaald. De gehanteerde terugbetalingstarieven voor hoorapparaten hielden ook geen rekening met de technologische evolutie: er kwamen kwalitatief hoogstaande, digitale hoortoestellen op de markt, die een stuk duurder waren dan de oorspronkelijke basismodellen die aan de basis lagen van de terugbetalingstarieven.
De minister antwoordde toen dat de Overeenkomstencommissie audiciens-verzekeringsinstellingen van het RIZIV een voorstel aan het voorbereiden was dat moest zorgen voor een betere terugbetaling van klassieke hoorapparaten. De kloof met de implantaten zou niet helemaal gedicht worden, maar er zat toch een belangrijke vooruitgang aan te komen, zo werd gezegd.
Wat is nu de stand van zaken in dat dossier? Heeft de commissie een voorstel uitgewerkt? Is de nieuwe regeling intussen van kracht? Waaruit bestaan de verbeteringen ten opzichte van de voorgaande situatie?
Hierbij aansluitend wens ik nog een gerelateerde kwestie aan te kaarten. Iemand met een cochleaire implantaat zou drie jaar na de implantatiedatum jaarlijks recht hebben op een totaal van 400 euro herstelkosten. Voor hoorapparaten bestaat een gelijkaardige regeling niet. Kan de minister het verschil toelichten, en is zij eventueel bereid om daarin verandering te brengen?
De heer Olivier Chastel, staatssecretaris voor Europese Zaken. - Ik lees het antwoord van de minister.
Op 1 augustus 2008 werden de terugbetalingstarieven voor de hoorapparaten gevoelig verhoogd als gevolg van de nationale overeenkomst S/2008, afgesloten tussen de audiciens en de verzekeringsorganismen. In 2008 werd inderdaad een bijkomend budget van 6 440 000 euro toegekend aan de sector van de audiciens voor een betere terugbetaling van de hoorapparaten.
De terugbetaalde hoorapparaten moeten ook aan strengere en betere kwaliteitsnormen voldoen. Dat is een belangrijke verbetering voor de gebruikers van hoorapparaten zonder dat daarmee het verschil tussen de terugbetalingstarieven en de prijzen voor de nieuwe hoogtechnologische producten volledig is weggewerkt.
Daarnaast werd ook een nieuw getuigschrift van aflevering opgesteld waardoor slechthorenden een duidelijker beeld krijgen van het bedrag dat ze zelf moeten betalen. Er moet een bepaling worden opgenomen die door de rechthebbende moet worden ingevuld en waarmee hij bevestigt vooraf duidelijk geïnformeerd te zijn over het totale bedrag dat te zijnen laste valt.
De Overeenkomstencommissie audiciens-verzekeringsinstellingen werkt in het RIZIV momenteel een voorstel uit waarbij meer aandacht gaat naar de tevredenheid van de slechthorende in het volledige proces van de aanvraag van hoorapparaten. De bedoeling is om de slechthorende beter te begeleiden en te informeren bij de keuze van een hoorapparaat.
In het voorwoord van de lopende overeenkomst tussen de audiciens en de verzekeringsinstellingen is ook het engagement van de Overeenkomstencommissie opgenomen om meer prijstransparantie op de Belgische markt te creëren. Ik zal er dan ook over waken dat de voorstellen van de Overeenkomstencommissie voor de slechthorenden onmiskenbaar een verbetering inhouden.
De herstelkosten van een cochleair implantaat worden jaarlijks terugbetaald, voornamelijk omdat ze duur zijn en om de tien jaar moeten worden vernieuwd. Een klassiek hoorapparaat is veel goedkoper en is gedurende twee jaar tegen elke fabricagefout gewaarborgd. Daarenboven is de hernieuwingstermijn voor een verzekeringstegemoetkoming door het RIZIV vijf jaar. Ik wil het belang van herstelkosten voor een klassiek hoorapparaat niet minimaliseren. Toch lijkt het me meer aan te bevelen om in de eerste plaats extra middelen te besteden aan de vermindering van de supplementen voor klassieke hoorapparaten voor de slechthorenden of om de terugbetaling van de klassieke hoorapparaten uit te breiden naar slechthorenden die daarvoor momenteel niet in aanmerking komen.