4-115 | 4-115 |
M. le président. - M. Carl Devlies, secrétaire d'État à la Coordination de la lutte contre la fraude et secrétaire d'État, adjoint au ministre de la Justice, répondra.
Mevrouw Helga Stevens (Onafhankelijke). - Dankzij de wet van 10 mei 2007 op de transseksualiteit is het voor transgenderpersonen die een geslachtsverandering hebben ondergaan, mogelijk geworden om het geslacht dat vermeld staat in hun geboorteakte te laten wijzigen. Concreet wordt de geslachtswijziging na het volgen van de normale procedure in de kantlijn van de geboorteakte bijgeschreven. Er wordt geen nieuwe, vervangende akte opgemaakt.
In een aantal gevallen is het verplicht een eensluidend afschrift van de geboorteakte te tonen. Dat is bijvoorbeeld het geval bij het sluiten van een huwelijk, maar ook bij het voor de eerste maal aanvragen van een paspoort. Ook werkgevers - onder meer de Vlaamse Gemeenschap - vragen vaak zo'n eensluidend afschrift. En zo zijn er nog heel wat gevallen te noemen.
De geschetste werkwijze inzake het inschrijven van de geslachtswijziging heeft tot gevolg dat iedereen die de geboorteakte, of een eensluidend afschrift daarvan, te zien krijgt, kan vaststellen dat de betrokken persoon een geslachtswijziging heeft ondergaan. Een transgenderpersoon ervaart het dan ook vaak, niet onterecht, als een inbreuk op zijn privéleven om zo'n afschrift en de zeer persoonlijke informatie die het bevat, te moeten voorleggen aan derden.
Is de minister bekend met deze problematiek en staan er eventueel plannen op stapel om dit te verhelpen? Hoe staat de minister tegenover de idee om in geval van een geslachtswijziging een nieuwe geboorteakte te laten opmaken, die alleen het nieuwe geslacht - en de eventuele nieuwe voornaam - zou vermelden? De oorspronkelijk akte kan dan gearchiveerd worden en dient verder geen praktisch doel meer.
De heer Carl Devlies, staatssecretaris voor de Coördinatie van de Fraudebestrijding en staatssecretaris, toegevoegd aan de minister van Justitie. - Ik lees het antwoord van minister De Clerck.
Overeenkomstig artikel 62bis, §5, van het Burgerlijk Wetboek, ingevoegd door de wet van 10 mei 2007 betreffende de transseksualiteit, moet de ambtenaar van de burgerlijke stand op de kant van de geboorteakte die betrekking heeft op de betrokkene het nieuwe geslacht vermelden of moet hij kennis geven van de akte houdende vermelding van het nieuwe geslacht aan de bevoegde ambtenaar van de burgerlijke stand.
De rondzendbrief van 1 februari 2008 (Belgisch Staatsblad 20 februari 2008) van de vorige minister van Justitie betreffende de transseksualiteitswetgeving gaat in op het probleem van de uittreksels en afschriften: `Wat de afgifte van uittreksels en afschriften betreft moet eraan herinnerd worden dat uittreksels essentieel erop gericht zijn de staat van de personen die in de akten figureren aan te tonen. Uittreksels zijn een samenvatting van de akte van de burgerlijke stand waarin de essentiële gegevens ervan worden overgenomen. In beginsel zal een uittreksel de nieuwe gegevens opnemen zonder enige verwijzing naar de oorspronkelijke toestand.
Ingevolge artikel 45, lid 2, van het Burgerlijk Wetboek zullen alleen de openbare overheden, de persoon op wie de akte betrekking heeft, zijn echtgenoot of overlevende echtgenoot, zijn wettelijke vertegenwoordiger, zijn bloedverwanten in de opgaande lijn of nederdalende lijn, zijn erfgenamen, hun notaris en hun advocaat een eensluidend afschrift kunnen verkrijgen van de akte, dan wel een uittreksel uit de akte met de afstamming van de personen op wie de akte betrekking heeft. Zo kunnen afstammelingen van een persoon, na de opmaak van de akte houdende vermelding van het nieuwe geslacht, bewijzen dat zij een afstammeling zijn van de persoon die een nieuwe staat, en, in voorkomend geval, een nieuwe identiteit aannam.
Ik meen evenwel te moeten verwijzen naar de bescherming van de persoonlijke levenssfeer. Het komt mij dan ook voor dat uit respect voor het privéleven van de transseksueel enerzijds zoveel mogelijk moet vermeden worden om nog afschriften af te geven waarin gerefereerd wordt naar het vroegere geslacht.
Anderzijds moet rekening worden gehouden met de gerechtvaardigde belangen van de andere personen op wie de akte eventueel betrekking heeft. Tijdens de parlementaire werkzaamheden werd aangegeven dat een uittreksel de actuele toestand vermeldt, tenzij de noodzaak tot een andere vermelding bestaat. Er moet dan ook worden aangenomen dat de ambtenaar van de burgerlijke stand ook uittreksels kan afgeven die de situatie vóór de definitieve geslachtsaanpassing weergeeft. In dit verband moet inzonderheid de aandacht erop worden gevestigd dat de geslachtswijziging geen terugwerkende kracht heeft en artikel 62bis, §8, eerste lid van het Burgerlijk Wetboek er uitdrukkelijk in voorziet dat de bestaande afstamming onverlet blijft.
Zo lijkt het mij dat kinderen, op hun verzoek, een uittreksel uit de geboorteakte van hun ouder moeten kunnen bekomen met vermelding van het oorspronkelijke geslacht. Evenzeer moeten zij, niettegenstaande een eventuele randmelding, een uittreksel met afstamming uit hun eigen geboorteakte kunnen bekomen zonder dat erin van de geslachtswijziging van de ouder melding wordt gemaakt. Ook het bekomen van een uittreksel uit de huwelijksakte met vermelding van het oorspronkelijk geslacht moet mogelijk zijn. Inzonderheid zal een uittreksel met vermelding van het oorspronkelijk geslacht van de echtgenoten worden afgeleverd indien het huwelijk werd afgesloten vóór de openstelling van het huwelijk voor personen met gelijk geslacht, dus vóór 1 juni 2003.'
Uit het voorgaande blijkt dat na een geslachtswijziging in principe uittreksels uit de geboorteakte dienen te worden afgegeven die de actuele toestand weergeven zonder verwijzing naar de vroegere toestand en dat slechts een beperkt aantal personen gerechtigd is om een volledig afschrift of uittreksel te bekomen dat nog naar de oorspronkelijke toestand verwijst.
Transseksuelen kunnen dus steeds vragen dat hun een uittreksel wordt afgegeven waarin de nieuwe gegevens zijn opgenomen zonder enige verwijzing naar de oorspronkelijke toestand.
Tevens kan een uittreksel met afstamming worden bekomen. Een dergelijk uittreksel moet in de regel volstaan wanneer gevraagd wordt een geboorteakte voor te leggen. Bovendien stelt mijn voorganger in de rondzendbrief dat uit respect voor het privéleven van de transseksueel zoveel mogelijk moet worden vermeden om nog afschriften af te geven waarin aan het vroegere geslacht wordt gerefereerd.
De gevallen waarin een eensluidend verklaard afschrift moet worden voorgelegd, zijn beperkt.
Als een aanvrager voor de eerste keer een paspoort aanvraagt, dient hij als bewijs van identiteit een eensluidend afschrift van zijn geboorteakte of zijn identiteitskaart voor te leggen. Een eensluidend afschrift is dus niet noodzakelijk, de identiteitskaart volstaat. Wat de huwelijksaangifte betreft, bepaalt artikel 64, §1, 1º van het Burgerlijk Wetboek inderdaad dat een voor eensluidend verklaard afschrift van de akte van geboorte moet worden voorgelegd.
Voor het sluiten van een huwelijk bepaalt artikel 64, §3, van het Burgerlijk Wetboek dat, indien de aanstaande echtgenoot in België is geboren en voor zover het huwelijk in België wordt voltrokken, de ambtenaar van de burgerlijke stand het eensluidend verklaard afschrift van de akte van geboorte opvraagt aan de houder van het register. In dit geval zal de transseksueel niet zelf het afschrift van de akte van geboorte moeten afgeven, maar maakt het automatisch deel uit van het dossier.
Krachtens artikel 55 van het Burgerlijk Wetboek wordt de aangifte van geboorte gedaan binnen vijftien dagen na de bevalling en krachtens artikel 56 wordt de akte van geboorte in alle gevallen zonder vertraging opgemaakt. De vermeldingen in de oorspronkelijke akte van geboorte van een transseksueel zijn in principe correct en authentiek.
Een transseksueel wordt pas geacht een nieuw geslacht te hebben vanaf het ogenblik van de inschrijving van de akte houdende vermelding van het nieuwe geslacht. De geslachtswijziging heeft geen terugwerkende kracht en artikel 62bis, §8, eerste lid, van het Burgerlijk Wetboek bepaalt uitdrukkelijk dat de bestaande afstamming onverlet blijft.
De akte houdende vermelding van het nieuwe geslacht ressorteert slechts gevolgen vanaf de inschrijving ervan of de overschrijving van de rechterlijke beslissing. Een uitzondering hierop ligt vervat in artikel 62bis, §8, tweede lid van het Burgerlijk Wetboek dat bepaalt dat de bepalingen betreffende de afstamming van vaderschap niet van toepassing zijn vanaf het moment van de opmaak van de akte houdende vermelding van het nieuwe geslacht.
Een nieuwe geboorteakte opmaken, zou bijgevolg indruisen tegen de algemene regels betreffende de burgerlijke stand. Die nieuwe geboorteakte zou een foute vermelding bevatten daar het geslacht in die akte niet zou overeenstemmen met het geslacht op het ogenblik van de geboorte.
Zoals hierboven aangehaald, moet rekening worden gehouden met de gerechtvaardigde belangen van de andere personen op wie de akte eventueel betrekking heeft.
Tot slot mag niet uit het oog worden verloren dat betrokkene vóór de geslachtswijziging bekend was onder een ander geslacht en identiteit en dat hij er hoe dan ook nog mee geconfronteerd kan worden om de overeenstemming met de vroegere identiteit te bewijzen.
Mevrouw Helga Stevens (Onafhankelijke). - Het antwoord van de minister was wel vrij technisch, maar bijzonder uitgebreid. Ik ben er dan ook tevreden mee.