4-114 | 4-114 |
M. le président. - M. Jean-Marc Delizée, secrétaire d'État aux Affaires sociales, chargé des Personnes handicapées, répondra.
Mevrouw Cindy Franssen (CD&V). - De regering heeft de afgelopen jaren veel inspanningen geleverd om het percentage van de bevolking dat actief is op de arbeidsmarkt, te vergroten. Ze heeft bij het activeren van werklozen de intense begeleiding van werkzoekenden gestimuleerd en daarnaast ook de drempels tot de arbeidsmarkt - in de vorm van inactiviteitsvallen - aangepakt. Er is echter nog steeds sprake van inactiviteitsvallen voor bepaalde categorieën werklozen.
Onder meer het bruusk wegvallen van inkomensondersteunende uitkeringen en sociale voordelen bij het starten van een nieuwe job werkt contraproductief. De overgang tussen inactiviteit en tewerkstelling zou minder radicaal zijn wanneer bij het vinden van een nieuwe job de uitkeringen en sociale voordelen niet onmiddellijk volledig worden stopgezet, maar geleidelijk degressief afgebouwd.
Dit voorstel werd als volgt opgenomen in het federaal plan Armoedebestrijding: `De ministers van Werk en van Sociale Zaken zullen de toekenningsregels voor de sociale voordelen in het kader van werkhervatting wijzigen volgens de volgende bepalingen: (a) Op korte termijn de degressiviteit van de aanvullende hulp bij de sociale uitkeringen organiseren, beperkt in de tijd, veeleer dan een op het statuut gebaseerd binair systeem. (b) Op middellange termijn niet de voorkeur geven aan een statuut, maar veeleer aan een "referentieloon" onder hetwelk iedere persoon sommige sociale voordelen zou kunnen blijven krijgen."
1. Hebben de ministers initiatieven genomen om de organisatie van aanvullende hulp bij de sociale uitkeringen in het kader van werkhervatting te hervormen van een binair naar een degressief systeem? Zo ja, welke? Zo neen, binnen welke termijn hoopt men deze hervorming te realiseren?
2. Wat zijn de bepalingen van de nieuwe regeling met betrekking tot de aanvullende hulp bij de sociale uitkering? Concreet: voor welke vormen van aanvullende hulp zal deze regeling van toepassing zijn? Welke termijn zal gehanteerd worden voor het afbouwen van de hulp?
3. Hebben de ministers initiatieven genomen om de sociale voordelen te koppelen aan een referentieloon eerder dan aan een bepaald statuut? Zo ja, welke? Zo neen, binnen welke termijn hopen ze dit te realiseren?
4. Zijn er al bepalingen uitgewerkt voor de nieuwe regeling met betrekking tot het koppelen van de sociale voordelen aan een referentieloon? Op welk bedrag zal dit referentieloon liggen? Zal er een beperking zijn in de tijd? Zo ja, welke termijn is hiervoor bepaald?
5. Heeft er in het kader van deze maatregelen overleg plaatsgevonden tussen de minister van Werk, de minister van Sociale Zaken en de staatssecretaris voor Maatschappelijke Integratie? Zo ja, onder welke vorm? Werd in het kader van deze maatregelen overleg gepleegd met de sociale partners? Zo ja, onder welke vorm en wie was bij het overleg betrokken? Wat waren de resultaten van de verschillende overlegmomenten? Kunnen we de verslagen van deze overlegmomenten krijgen?
6. Wat is de verwachte budgettaire impact van de genomen en geplande maatregelen?
De heer Jean-Marc Delizée, staatssecretaris voor Sociale Zaken, belast met Personen met een handicap. - Ik lees het antwoord van minister Milquet.
Ik heb altijd al willen strijden tegen de werkloosheidsvallen en tegen alles wat een rem zet op het aanvaarden van een arbeidsovereenkomst.
In het kader van mijn bevoegdheden inzake werk heb ik in 2009 voor een alleenstaande werkloze met een kind ten laste die het werk hervat, een toeslag voor kinderopvang ingevoerd. Het gaat om een uitkering van 75 euro per maand gedurende twaalf maanden.
Ik heb de voorwaarden uitgebreid om toegang te krijgen tot de werkhervattingstoeslag voor oudere werknemers die het werk hervatten.
Het gaat om een bedrag van 182 euro per maand, dat in bepaalde gevallen onbeperkt kan worden toegekend. Ik heb ook het bedrag van de inkomensgarantie-uitkering opgetrokken. Die uitkering wordt toegekend bovenop het inkomen van een deeltijdse werknemer. Ik heb ook het bedrag van het gewaarborgde minimummaandinkomen opgetrokken.
De voordelen die worden toegekend in de andere sectoren van de sociale zekerheid, vallen niet onder mijn bevoegdheid, maar onder die van de minister van Sociale Zaken en de staatssecretaris voor Maatschappelijke Integratie en Armoedebestrijding.
Ik blijf ervan overtuigd dat de bijkomende sociale voordelen moeten afnemen in de tijd en veeleer aan een inkomensniveau dan aan een sociaal statuut gekoppeld moeten worden. Enerzijds moet worden vermeden dat de inkomens te snel dalen wanneer het voordeel afloopt, anderzijds mogen er geen verschillen en onrechtvaardigheden tussen werknemers ontstaan. Zo moeten we vermijden dat een werknemer die een kind krijgt, minder kinderbijslag krijgt dan iemand die bij de geboorte van een kind werkloos is.
Ik heb met collega's-ministers nog geen overleg gepleegd over de uitvoering van deze twee wijzigingen, noch over de keuze van de voordelen waarop de wijzigingen betrekking hebben, noch over de toekenningsvoorwaarden van deze voordelen, noch over de datum van de uitvoering.
Deze beslissingen, vooral degenen die slaan op aangelegenheden die tot het globaal beheer van de Sociale Zekerheid behoren, moeten nog worden besproken met de sociale partners. Ik ben van plan mijn collega's voor te stellen om dit in de loop van de komende weken te bespreken en dit punt op de agenda te plaatsen van de onderhandelingen over het volgende interprofessioneel akkoord.
Aangezien er geen nauwkeurigheid bestaat over de nieuwe toekenningsvoorwaarden van die sociale voordelen, kan ik geen schatting geven van het bedrag van de uitvoering ervan. We moeten er in ieder geval rekening mee houden dat de budgettaire marges zeer beperkt zijn. Er moet dus voor gezorgd worden dat de sociale uitkeringen door de wijzigingen beter worden verdeeld.
Mevrouw Cindy Franssen (CD&V). - Ik ben blij dat er al initiatieven zijn genomen om tot overleg te komen. Aan de andere kant ben ik onvoldaan, omdat ik geen antwoord van minister Onkelinx gekregen heb en de beide ministers samen deze maatregelen moeten nemen. Ik zie me dus verplicht mijn vraag om uitleg opnieuw in te dienen.