4-113

4-113

Sénat de Belgique

Annales

JEUDI 25 FÉVRIER 2010 - SÉANCE DE L'APRÈS-MIDI

(Suite)

Question orale de M. Roland Duchatelet au ministre de la Coopération au développement sur «l'octroi d'un revenu de base aux habitants de Haïti» (nº 4-1107)

M. le président. - M. Bernard Clerfayt, secrétaire d'État à la Modernisation du Service public fédéral Finances, à la Fiscalité environnementale et à la Lutte contre la fraude fiscale, répondra.

De heer Roland Duchatelet (Open Vld). - De natuurramp in Haïti van enkele weken geleden genoot ruime media-aandacht. Verschillende landen, organisaties en particulieren hebben geld geschonken aan Haïti.

BIEN, het Basic Income Earth Network, heeft deze maand een internationale oproep gelanceerd aan de internationale gemeenschap om het geld voor ontwikkelingssamenwerking in Haïti te besteden door een basisinkomen te geven aan de Haïtianen.

In Brazilië, een van de landen met de grootste kloof tussen arm en rijk, werd een dergelijk basisinkomen ingevoerd voor de allerarmsten. Het heet daar de Bolsa Família of `familiebeurs'. Ook in Namibië is men ondertussen gestart met een Basic Income Grant.

Om elke Haïtiaan elke maand 500 gourdes - dat is ongeveer 9 euro - te geven, heeft men maandelijks 81 miljoen euro nodig - jaarlijks 972 miljoen euro. Dat is twee derden van het totale budget voor ontwikkelingssamenwerking van een klein land als België, zoals door de minister voorgelegd in zijn beleidsnota van 18 november. Met zo'n basisinkomen zou in het reeds zo lang beproefde land een sociale, economische en welvaartsrevolutie kunnen plaatsvinden.

Een cashtransfer in deze zin zal de Haïtianen niet alleen behoeden voor de meest extreme vormen van armoede, ondervoeding en hongersdood, maar zal hen in de eerste plaats een toekomstperspectief bieden. Een basisinkomen vormt immers de grondslag voor economische ontwikkeling. De injectie van koopkracht brengt allerlei andere economische activiteiten mee.

Het geeft hen bijvoorbeeld de mogelijkheid om een microkrediet aan te gaan en een eigen bedrijfje op te richten of om hun kinderen naar school te sturen. En dat is precies wat de Haïtianen nodig hebben om op een bottom-upmanier te kunnen beginnen aan de heropbouw van hun land.

Wat vindt de minister van dit initiatief van BIEN en hoeveel geld is hij bereid hieraan bij te dragen?

De heer Bernard Clerfayt, staatssecretaris voor de Modernisering van de Federale Overheidsdienst Financiën, de Milieufiscaliteit en de Bestrijding van de fiscale fraude. - Ik lees het antwoord van de minister van Ontwikkelingssamenwerking.

Ik dank de heer Duchatelet voor zijn vraag en neem goed nota van het vermelde initiatief.

Het toekennen van een basisinkomen aan alle Haïtianen, met als doel een minimale levensstandaard te verzekeren, is een idee dat zeker onderzocht kan worden in het kader van de heropbouw van het land op lange termijn. Het toekennen van een basisinkomen kan inderdaad de heropleving van de economie bevorderen. Door de burgers een inkomen te geven kunnen inkomstgenererende activiteiten worden gestart.

Men zou dit ten behoeve van de coördinatie evenwel moeten overwegen met alle donorlanden en de Haïtiaanse overheid. Men moet ook de potentiële positieve of negatieve macro-economische effecten van een dergelijke maatregel bestuderen op een kleine economie zoals deze van Haïti. Deze kwestie zou aan bod kunnen komen op de conferentie voor de heropbouw van Haïti eind maart te New York.

De bovenvermelde bedenkingen buiten beschouwing gehouden, lijkt dit mechanisme me op korte termijn geen aangepaste oplossing te bieden voor de huidige chaos in Haïti en dit om twee redenen.

Een van de voornaamste doelstellingen van deze uitkering bestaat erin toegang te verschaffen tot een sociaal minimum voor voeding, huisvesting, medische zorg, enzovoort. Volgens de cijfers van de Europese Commissie is evenwel 40% van de infrastructuur in Port-au-Prince vernietigd, in steden zoals Jacmel en Léogâne zelfs zo'n 80%. De prioriteit gaat dus naar de heropbouw van scholen, de vorming van onderwijzers, het operationeel maken van gezondheidscentra en naar huisvesting voor het anderhalf miljoen daklozen. Een grote psychologische ondersteuning zal eveneens nodig zijn voordat kinderen en hun ouders opnieuw bereid zullen zijn gebouwen te betreden.

De huidige situatie in Haïti bewijst dat mensen die over een degelijk inkomen beschikken, dat niet kunnen uitgeven omdat het land te kampen heeft met een groot tekort aan voedsel en allerlei goederen. Dat leidt onder andere tot een grote stijging van de voedselprijzen. De prijs van rijst is bijvoorbeeld met 30% gestegen. Een van de prioriteiten is daarom het landbouwsysteem opnieuw op poten te krijgen om de lokale markten te kunnen bevoorraden.

Om die redenen ben ik op het ogenblik niet geneigd in te gaan op de oproep van het Basic Income Earth Network.

Een interessant initiatief in het kader van het weer op gang brengen van de Haïtiaanse economie is het programma Cash-for-Work dat door het UNDP wordt uitgevoerd. Werkers krijgen 180 gourdes per dag betaald voor zes uur werk, waar het minimumloon in Haïti 200 gourdes voor acht uur werk bedraagt. Dit werk kan bestaan in het opruimen van het puin van gebouwen langs de wegen, het vermalen en sorteren van materiaal dat voor recycling in aanmerking komt en het opruimen van schroot. Het programma heeft tot doel de openbare basisvoorzieningen zoals elektriciteit en openbare infrastructuur te herstellen, de toegang tot water, maar ook tot markten en andere centra verzekeren. Deze en andere maatregelen moeten de basis vormen voor het herstel op middellange termijn en ontwikkeling op langere termijn.

Het initiatief lijkt me pertinent voor de heropbouw van Haïti en wordt op dit moment onderzocht in het kader van een eventuele toekomstige bijdrage.

De heer Roland Duchatelet (Open Vld). - De maatregelen waarover de minister spreekt, zijn helaas van tijdelijke aard. Ze verschaffen de werkers alleen voor de duur van de wederopbouw een inkomen. Dat is natuurlijk positief, maar er zijn in Haïti ook vele mensen die niet aan de wederopbouw kunnen meewerken, omdat ze te oud of te jong zijn. Door de injectie van koopkracht via het werk voor de wederopbouw zal er natuurlijk ook wel overgedragen koopkracht ontstaan.

Ik denk dat de twee voorstellen van aanpak complementair zijn. Haïti leeft overigens al veel langer dan vandaag onder de armoedegrens. Om de economie duurzaam te doen herleven is er alleszins veel meer nodig dan een tijdelijke maatregel om de infrastructuur te herstellen.

De heer Bernard Clerfayt, staatssecretaris voor de Modernisering van de Federale Overheidsdienst Financiën, de Milieufiscaliteit en de Bestrijding van de fiscale fraude. - Als econoom weet de heer Duchatelet zonder twijfel dat de vraag verhogen zonder het aanbod op te trekken, alleen maar leidt tot inflatie. Dat garandeert niet eens dat de mensen meer voedsel kunnen kopen.

De heer Roland Duchatelet (Open Vld). - Als men de bevolking echter een basisinkomen toekent, zal er snel een middenstand ontstaan, die door de inkomensverhoging van de bevolking meer gaat verdienen. Men creëert een middenstand met een hoger inkomen, die meer initiatieven kan nemen en meer zal produceren. Hij zal ook productiever gaan werken, waardoor de voedselprijzen dalen. Hij zal rijker worden en meer auto's, telefoons en andere consumptiegoederen kopen, waardoor hij ook belasting zal betalen, bijvoorbeeld op ingevoerde auto's. Die belastingopbrengsten kan men dan weer in de economie injecteren, waardoor een duurzaam circuit ontstaat.