4-111

4-111

Sénat de Belgique

Annales

JEUDI 4 FÉVRIER 2010 - SÉANCE DE L'APRÈS-MIDI

(Suite)

Demande d'explications de M. Yves Buysse à la ministre de la Fonction publique et des Entreprises publiques sur «la prestation de serment par les accompagnateurs de train» (nº 4-1424)

M. le président. - M. Olivier Chastel, secrétaire d'État aux Affaires européennes, répondra.

De heer Yves Buysse (VB). - In principe moeten treinbegeleiders worden beëdigd. Artikel 10 van de wet van 25 juli 1891 houdende herziening van de wet van 15 april 1843 op de Politie der Spoorwegen vormt de wettelijke grondslag van deze eedaflegging.

Het gevolg van deze beëdiging is dat die treinbegeleiders onder meer de identiteit kunnen controleren van de passagiers die in staat van overtreding zijn en vaststellingen kunnen doen.

Volgens mijn informatie is een deel van de treinbegeleiders die de jongste jaren in dienst is gekomen nog steeds niet beëdigd en beschikken die begeleiders dus ook niet over een aantal wettelijke bevoegdheden. Het gevolg hiervan is onder andere dat, indien een niet-beëdigde treinbegeleider het formulier C170, het formulier om onregelmatigheden en overtredingen vast te stellen, opstelt, dit tot resultaat heeft dat dit niet afdwingbaar is, bijvoorbeeld wat de inning van boetes betreft.

Hoeveel treinbegeleiders moeten nog worden beëdigd?

Welk percentage is dat van het totaal aan treinbegeleiders?

Klopt het dat de achterstand geografische verschillen kent? Indien ja, hoe valt dit te verklaren?

Wanneer worden de achterstallige beëdigingen verwacht?

Hoeveel invorderingen konden in de praktijk niet juridisch worden afgedwongen omdat de vaststelling ervan gebeurde door niet-beëdigde treinbegeleiders? Over welk geldvolume aan winstderving spreken we dan?

Hoeveel invorderingen kunnen om andere redenen, bijvoorbeeld reizigers die in het buitenland wonen of van wie de identiteit niet bekend is, niet worden afgedwongen?

De heer Olivier Chastel, staatssecretaris voor Europese Zaken. - Ik lees het antwoord van de minister van Ambtenarenzaken en Overheidsbedrijven.

Er moeten nog 748 treinbegeleiders worden beëdigd. De namen van deze personen worden opgenomen in een ontwerp van koninklijk besluit dat momenteel in voorbereiding is bij de FOD Mobiliteit.

Er zijn al 2210 treinbegeleiders beëdigd. De verhouding beëdigde ten opzichte van niet-beëdigde treinbegeleiders bedraagt 75 tegenover 25 procent.

De geografische verschillen die bestaan, vinden hun oorzaak in twee hoofdredenen.

De eerste is dat de rechtbanken van eerste aanleg de treinbegeleiders uitnodigen om de eed te zweren, ieder volgens hun planning en mogelijkheden.

Daarnaast verstoren de overplaatsingen van treinbegeleiders deze planning omdat de werkzetel bepalend is voor de toewijzing van een bediende aan een gerechtelijk arrondissement.

Zoals hierboven vermeld, wordt de beëdiging van de ambtenaren van de NMBS Groep opgenomen in een koninklijk besluit. Na publicatie hiervan leggen zij de eed af voor de rechtbank van eerste aanleg van hun werkzetel. In de praktijk worden de lijsten met de voorstellen voor het te beëdigen personeel door de NMBS Groep aan de federale overheidsdienst Mobiliteit overgemaakt, die het ontwerp van koninklijk besluit ter ondertekening doorstuurt naar de Koning. Daarna organiseert de NMBS Holding in samenwerking met de griffies van de rechtbanken de eedaflegging voor elk personeelslid van de groep.

Op dit ogenblik liggen drie ontwerpen van koninklijk besluit, één per maatschappij, bij de federale overheidsdienst Mobiliteit klaar voor ondertekening bij de betrokken minister.

De NMBS Groep heeft voorgesteld om de koninklijke besluiten zesmaandelijks bij te werken of te vervangen. Het laatste koninklijk besluit van de treinbegeleiders dateert namelijk al van 2007.

Tenslotte wil de NMBS Groep ook de procedures van de eedaflegging vereenvoudigen. Gezien het grote aantal te beëdigen ambtenaren, is de organisatie hiervan moeilijk te beheren. Het gaat immers over uitvoerend personeel tewerkgesteld in een continu systeem. Daarnaast zorgt ook de administratieve opvolging voor een relatief grote werklast. De NMBS Groep onderzoekt op dit ogenblik de mogelijkheid om de procedure van de eedaflegging te vereenvoudigen zonder de rechtbanken te blijven belasten.

Het is niet mogelijk te zeggen hoeveel invorderingen juridisch niet konden worden afgedwongen omdat de vaststelling ervan gebeurde door niet-beëdigde treinbegeleiders. De informaticatoepassing van de NMBS maakt dit niet mogelijk.

In totaal konden 25 000 invorderingen om andere redenen niet worden afgedwongen.

De heer Yves Buysse (VB). - Ik ben blij met de intentie om de koninklijke besluiten halfjaarlijks bij te werken of te vervangen. Twee jaar geleden heb ik deze kwestie ook ter sprake gebracht in de Senaat en ook toen werd reeds een koninklijk besluit in het vooruitzicht gesteld. Ik sta dus wat sceptisch tegenover de verbintenis van de minister.

Ik ben echter vooral verrast door het cijfermateriaal dat ik vandaag heb gekregen: één op vier treinbegeleiders is niet beëdigd. Bovendien is een raming van de bedragen die niet kunnen worden ingevorderd niet bestaand. We worden geregeld geconfronteerd met stakingen voor bijkomende middelen. Misschien moet men eerst eens proberen de inkomsten waarop de NMBS recht heeft, in te vorderen.

M. le président. - L'ordre du jour de la présente séance est ainsi épuisé.

La prochaine séance aura lieu le jeudi 11 février à 15 h.

(La séance est levée à 20 h 20.)