4-109

4-109

Belgische Senaat

Handelingen

DONDERDAG 21 JANUARI 2010 - NAMIDDAGVERGADERING

(Vervolg)

Vraag om uitleg van mevrouw Helga Stevens aan de minister van KMO's, Zelfstandigen, Landbouw en Wetenschapsbeleid en aan de staatssecretaris voor Sociale Zaken, belast met Personen met een handicap over «de toegankelijkheid van horecazaken voor assistentiehonden» (nr. 4-1376)

De voorzitter. - De heer Jean-Marc Delizée, staatssecretaris voor Sociale Zaken, belast met Personen met een handicap, antwoordt.

Mevrouw Helga Stevens (Onafhankelijke). - De rechtbank van eerste aanleg in Dendermonde heeft op 4 november 2009 een restauranthouder veroordeeld wegens discriminatie op grond van handicap op basis van de federale antidiscriminatiewet van 10 mei 2007. De man had geweigerd om de assistentiehond van een dame met een handicap tot zijn zaak toe te laten.

Welke initiatieven heeft de minister reeds genomen om de horecasector te sensibiliseren aangaande de problematiek?

Hoe plant de minister de al ondernomen acties in de toekomst voort te zetten of eventueel nog op te voeren?

De heer Jean-Marc Delizée, staatssecretaris voor Sociale Zaken, belast met Personen met een handicap. - De vraag werd gericht tot collega Laruelle en tot mezelf. Ik heb ook een antwoord ontvangen van minister Milquet die bevoegd is voor Gelijke Kansen. Ik zal eerst het antwoord van mevrouw Milquet lezen.

De federale regering ondersteunt verschillende initiatieven die discriminatie van personen met een handicap bestrijden. Het Centrum voor gelijkheid van kansen en racismebestrijding, dat onder mijn toezicht staat, heeft tien handige brochures opgesteld over redelijke aanpassingen die kunnen worden aangebracht voor personen met een handicap of beperkte mobiliteit, in tien sectoren van het dagelijkse leven, zoals de culturele sector, de horeca, overheidsdiensten, handelszaken enzovoort. Zo willen ze leveranciers van goederen en diensten sensibiliseren voor het concept van redelijke aanpassing. De brochure voor de horeca is vooral een handig en nuttig middel voor café-, restaurant- en hotelhouders om die redelijke aanpassingen in hun sector door te voeren. De voorbeelden komen enerzijds van een onderzoek dat het Onderzoeks- en Informatiecentrum van de Verbruikersorganisaties in opdracht van het Centrum heeft uitgevoerd, en anderzijds uit de dagelijkse praktijk.

Het project `Label Gelijkheid Diversiteit' dat momenteel nog in een beginfase zit, steunt ondernemingen die geïnteresseerd zijn in het opzetten van een diversiteitsbeleid rond gender, etnische afkomst, leeftijd, personen met een handicap. Het project biedt steun bij de analyse, het ontwerp en de implementatie van een actieplan over een periode van drie jaar met het oog op voortdurende verbetering.

Het project `Netwerk Diversiteit' is een platform voor het uitwisselen van ervaringen met diversiteitsmanagement - betrokkenheid van het management, de werknemers, verandering in bedrijfscultuur enzovoort - en ervaringen met acties rond diversiteit en gelijke kansen. Dat zijn precies de thema's die vooral de basis van het diversiteitsbeleid vormen, met inbegrip van diversiteit in termen van doelgroepen. Om tot het netwerk te behoren, ondertekenen de ondernemingen het Charter van het Netwerk en zetten ze in hun bedrijf een diversiteitsbeleid op en/of steunen ze zo een project. Het netwerk organiseert reflectiedagen. De volgende reflectiedag, op 23 maart 2010 bij de FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg, gaat over personen met een handicap.

Tot zover het antwoord van collega Milquet. Dan volgt nu mijn persoonlijk antwoord.

Assistentiehonden de toegang weigeren is een indirecte discriminatie op basis van een handicap volgens de antidiscriminatiewet van 10 mei 2007. In de meeste gevallen is die discriminatie inderdaad moeilijk te verantwoorden.

De antidiscriminatiewet geldt niet enkel in de horeca. Ze geldt in alle openbare gebouwen en voor privéwoningen, in die zin dat het verboden is te weigeren een woning te verhuren aan iemand met een assistentiehond. De assistentiehond kan niet als een huisdier worden beschouwd, hij is onontbeerlijk voor de autonomie van de persoon die hij helpt. Tot zover de uitleg over de federale antidiscriminatiewet.

Daarnaast is de toegang tot openbare plaatsen ook een bevoegdheid van de gewesten en gemeenschappen. Op regionaal niveau bestaan er dus ook bepalingen die de toegankelijkheid regelen en soms stipuleren die dat assistentiehonden verboden zijn in openbare plaatsen wegens de hygiëne, de volksgezondheid of de veiligheid.

Voor de wetgeving in verband met assistentiehonden moet ik dus ook verwijzen naar de verordening van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest van 18 december 2008 over assistentiehonden in openbare plaatsen, het Waalse decreet van 23 november 2006 over de toegankelijkheid voor personen met een handicap die vergezeld worden van een assistentiehond en het Vlaamse decreet van 20 maart 2009 over de toegankelijkheid voor personen met een handicap die vergezeld worden van een assistentiehond in openbare plaatsen.

De reglementering over het toelaten van assistentiehonden op openbare plaatsen is dus uitgebreid. Als staatssecretaris voor Personen met een handicap moedig ik alle bevoegdheidsniveaus aan alles af te schaffen wat een vrij en autonoom uitoefenen van de fundamentele rechten in de weg staat.

Bovendien is de toegankelijkheid van alle openbare gebouwen opgenomen in de VN-conventie over de rechten van personen met een handicap. Omdat ik helemaal achter die tekst sta die de basis vormt voor een samenleving voor iedereen, zal ik de erkenning van een referentiesysteem afronden. Dat systeem zal toegankelijkheidsnormen bevatten, zowel architecturale als gedragsmatige, waaronder de vrije toegang voor assistentiehonden. Ik zal de toepassing van die performante normen aanmoedigen, op gemeentelijk vlak, namelijk in de reglementering voor het exploiteren van een horecazaak, maar ook op de andere bevoegdheidsniveaus in België.

Mevrouw Helga Stevens (Onafhankelijke). - Ik dank de staatssecretaris voor zijn antwoord en dat van minister Milquet. Het verheugt me dat hij zelf zoveel mogelijk vormen van discriminatie direct of indirect, ten aanzien van personen met een handicap wil wegwerken. Woorden, wetten of decreten alleen volstaan niet. De overheid moet zelf een inspanning doen om iedereen te motiveren mee te werken en meer toegang in de samenleving voor personen met een handicap te realiseren. Vooral de vrijheid van keuze is belangrijk. Personen met een handicap moeten kunnen gaan en staan waar ze willen.