4-103 | 4-103 |
M. le président. - M. Jean-Marc Delizée, secrétaire d'État aux Affaires sociales, chargé des Personnes handicapées, répondra.
De heer Louis Ide (Onafhankelijke). - Ik zal mijn vraag kort houden, aangezien ze samenhangt met het debat daarover morgen en overmorgen.
De Vlaamse Liga tegen Kanker betreurt het uitstel van het algemeen rookverbod. Volgens de advocaat van de Liga druist de wet in tegen het recht op de bescherming van de gezondheid. De Liga zal stappen ondernemen bij het Grondwettelijk Hof.
Is de minister bereid om dit dossier in de Ministerraad opnieuw ter discussie te stellen? Misschien kan zij haar liberale collega's overtuigen met het feit dat een rookverbod op korte termijn zal leiden tot aanzienlijk minder ziekenhuis- en spoedopnames, wat ook een financiële impact heeft. Legt de minister zich daarentegen neer bij alle gevolgen van het roken?
Hoe staat de minister tegenover de actie die de Vlaamse Liga tegen Kanker aankondigt?
De heer Jean-Marc Delizée, staatssecretaris voor Sociale Zaken, belast met Personen met een handicap. - Ik lees het antwoord van minister Onkelinx.
Zoals bekend, werd bij het begin van de regeerperiode een akkoord gesloten met het parlement. Dat moest de basis vormen van het wetsvoorstel in verband met het rookverbod.
Ik zal de heer Ide niet beledigen door terug te komen op de chronologie van dit dossier, die hij trouwens zeer goed kent.
De volksvertegenwoordigers van de meerderheid waren van mening dat een totaal rookverbod zonder uitzonderingen zou kunnen leiden tot heel wat problemen voor de horecasector en meer in het bijzonder voor de cafés, met mogelijke sluitingen en banenverlies. De horeca is een kwetsbare sector en is afhankelijk van het vertrouwen van de verbruikers. De huidige economische crisis kan de cafés, die zich al in een precaire economische situatie bevinden, nog harder treffen.
Daarom kozen de volksvertegenwoordigers voor een geleidelijke invoering van het rookverbod in de horeca.
Ze zijn trouwens ook van mening dat het invoeren van een rookverbod in de drankgelegenheden moet samengaan met begeleidende maatregelen, die in overleg met de sector worden genomen.
Ze hebben dus een nieuw wetsvoorstel ingediend, dat bepaalt dat dit uitzonderingsregime zal eindigen tussen 1 januari 2012 en 1 juli 2014. Dat geeft ons de tijd om met de sector te overleggen en passende begeleidende maatregelen te nemen alvorens een totaal rookverbod op leggen.
De Ministerraad zal dus met een overlegd besluit kunnen beslissen om tussen 1 januari 2012 en 1 juli 2014 een einde te maken aan het uitzonderingsregime.
Mocht de Ministerraad een dergelijk besluit niet nemen, gaat het algemeen rookverbod uiterlijk in op 1 juli 2014.
Ik heb al vaak herhaald dat ik voorstander ben van een algemeen verbod in alle horecazaken. Persoonlijk en als minister van Volksgezondheid, hoop ik dat dit algemeen rookverbod er vóór deze uiterste datum zal komen.
De heer Louis Ide (Onafhankelijke). - Het standpunt van de Senaat was mijns inziens toch verstandiger. De Senaat had zijn rol van reflectiekamer voor één keer prima gespeeld door het rookverbod in te voeren vanaf 2012. Juridisch zou men ook sterker staan. Nu het verbod wordt uitgesteld tot 2014, kan men nog moeilijk van een overgangsmaatregel spreken. De eerste de beste werknemer uit de horeca die naar het Grondwettelijk Hof stapt, zou dus wel eens gelijk kunnen krijgen.
Ik hoop dus dat de Senaat ook morgen blijk zal geven van gezond verstand en dat het amendement dat ik opnieuw zal indienen, zal worden aangenomen.