4-96 | 4-96 |
M. le président. - M. Olivier Chastel, secrétaire d'État aux Affaires européennes, répondra.
Mevrouw Nahima Lanjri (CD&V). - Tijdens het debat van daarnet hebben we de crisis in de opvang van asielzoekers besproken. Fedasil roeit met de riemen die het heeft, maar kan nu eenmaal geen wonderen verrichten. Dat heeft natuurlijk ook te maken met het gebrek aan personeel.
Fedasil ziet zich genoodzaakt meer personeel in dienst te nemen. De audit van de personeelscyclus uitgevoerd door het Rekenhof bracht een aantal pertinente problemen naar voren. Nu bereiken mij ook vanuit de verschillende opvangcentra onheilspellende berichten.
Het rapport van het Rekenhof bracht onder meer aan het licht dat het hoofdbestuur bij de indienstneming en selectie van nieuwe medewerkers niet kan controleren of wel degelijk de meest geschikte kandidaat werd geselecteerd. Daarnaast ontbreekt bij vele selecties een degelijke motivatie. Voorts controleert het hoofdbestuur nooit hoe de centra voor het selectie-interview selecteren. Bovendien is dat interview vaak het enige selectiemiddel, wat een eerder wankele techniek blijkt te zijn. Ten slotte blijkt dat er onvoldoende mededinging is en dat voor verschillende dossiers slechts één kandidaat tot het selectieproces werd toegelaten.
Dergelijke technieken zetten de deur open voor willekeur en zorgen ervoor dat van een objectieve wervingsmethode geen sprake kan zijn. Die situatie wordt ook aangeklaagd door verschillende personeelsleden van Fedasil, maar zij vinden geen gehoor bij de directie. Zij klagen onder meer over het gebrek aan communicatie en overleg bij veranderingsprocessen en over willekeur bij de selecties en wervingen. Dat alles leidt tot demotivatie en frustratie, zeker in de huidige crisissituatie.
Is de staatssecretaris op de hoogte van de inhoud van het rapport van het Rekenhof? Is de staatssecretaris op de hoogte van de klachten van de medewerkers van Fedasil? Welke maatregelen zal de staatssecretaris nemen om de wervings- en selectiemethoden van Fedasil snel te objectiveren?
De heer Olivier Chastel, staatssecretaris voor Europese Zaken. - Ik lees het antwoord van de staatssecretaris voor Maatschappelijke integratie en Armoedebestrijding.
Ik ben uiteraard op de hoogte van het genoemde rapport en de aanbevelingen. De algemene strekking van het rapport is volgens mij positief. Zo vermeldt het rapport dat Fedasil `belangrijke stappen heeft gezet om tot een gedegen interne beheersing van de personeelscyclus te komen (..)' en dat het `dankzij een aantal beheersactiviteiten de regelgeving grotendeels naleeft' en dat de organisatie haar personeelsverrichtingen `efficiënt, effectief en ethisch' behartigt en dat `de personeelsfunctie hiertoe beschikt over deskundig personeel'.
Het Rekenhof wijst op een aantal positieve punten, zoals het bestaan van een vademecum met betrekking tot de selectie- en wervingsprocedures. Uiteraard zijn er altijd punten voor verbetering vatbaar. Zo doet het Rekenhof twee concrete aanbevelingen: in de eerste aanbeveling dringt het erop aan dat men naast het interview ook bijkomende tests zou organiseren. De tweede aanbeveling is meer zorg te besteden aan de motivatie van de beslissing van de selectiejury.
Mijn administratie heeft die aanbevelingen ter harte genomen: ze werden opgenomen in het jaaractieplan 2009 van de personeelsdienst en zullen dus effectief nog dit jaar worden ten uitvoer gelegd; ik kom hierop terug in mijn antwoord op de derde vraag.
Mijn administratie, noch ikzelf zijn op de hoogte van specifieke en ernstige klachten van medewerkers over de vermeende subjectiviteit van selecties, laat staan dat wij op dit ogenblik een oorzakelijk verband detecteren tussen die vermeende subjectiviteit in het bijzonder en de motivatie van het personeel in het algemeen.
De maatregelen die in het jaaractieplan 2009 van Fedasil worden voorgesteld naar aanleiding van het rapport van het Rekenhof acht ik relevant en afdoende. Het gebruik van extra selectietools zal voortaan in het selectiedossier worden geëxpliciteerd. Mijn administratie betwist overigens dat geen gebruik wordt gemaakt van extra tests, maar beseft wel dat die tests niet zichtbaar zijn in de dossiers zoals die door het Rekenhof werden geauditeerd.
De motivatieplicht wordt uitgebreid naar een absolute rangschikking van kandidaten van gelijke geschiktheid via een nummering. Die nummering wordt telkens gemotiveerd in de individuele beoordelingsformulieren van de kandidaten. De voorselectie op basis van een cv zal standaard in het selectiedossier worden opgenomen.
De centrale personeelsdienst zal meer gestructureerde steekproeven uitvoeren in de centra om de kwaliteit van het decentrale selectieproces te monitoren.
Mevrouw Nahima Lanjri (CD&V). - Ik wil er toch op wijzen dat wij hetzelfde rapport van het Rekenhof hebben gelezen en dat daar behalve positieve punten ook heel wat problemen in vermeld staan, waarvoor het Rekenhof concrete aanbevelingen doet.
Natuurlijk gaat het niet om `vermeende' subjectiviteit, aangezien ze ook door het Rekenhof wordt vastgesteld en de personeelsleden eveneens klachten hebben. Het lijkt me daarom nodig dat het Rekenhof hierop een reactie krijgt.
In elk geval noteer ik dat de staatssecretaris en Fedasil bereid zijn, op basis van wat in het jaaractieplan voor Fedasil voor 2009 is opgenomen, nog dit jaar een aantal maatregelen te nemen die door het Rekenhof worden aangebracht ter verbetering van de selectieprocedure. Dat is positief. Over een aantal maanden zal ik de staatssecretaris daarover opnieuw vragen stellen om te kijken of deze maatregelen ook op het terrein effect hebben. Het is immers belangrijk dat iedereen opnieuw gemotiveerd raakt. We weten allemaal hoe moeilijk het werken is en een selectieprocedure die niet helemaal objectief verloopt, draagt bij tot de demotivatie.
M. le président. - Nous sommes ainsi arrivés à la fin de cette importante journée. En plus d'un Roi, nous avons maintenant aussi un Président. Notre premier ministre et ancien collègue - Herman Van Rompuy fut sénateur en 1987 - devient le premier président de l'Union européenne. Il a reçu une bonne formation de base pour passer sans problème des affaires belges aux affaires européennes. Je ne doute pas un seul instant que tous les collègues du Sénat s'en réjouissent profondément.
L'ordre du jour de la présente séance est ainsi épuisé.
La prochaine séance aura lieu le jeudi 26 novembre à 15 h.
(La séance est levée à 20 h 10.)