4-95 | 4-95 |
(Voor de tekst geamendeerd door de commissie voor de Sociale Aangelegenheden, zie stuk 4-1392/5.)
De voorzitter. - Artikel 2 luidt:
Voor de toepassing van deze wet en de uitvoeringsbesluiten ervan wordt verstaan onder:
1º roken: het roken van tabak, producten op basis van tabak of van soortgelijke producten;
2º gesloten plaats: plaats door wanden afgesloten van de omgeving en voorzien van een plafond of zoldering;
3º plaats toegankelijk voor het publiek:
a) plaats waarvan de toegang niet beperkt is tot de gezinssfeer;
b) onder meer inrichtingen of gebouwen van volgende aard:
i. overheidsplaatsen;
ii. stations;
iii. luchthavens;
iv. handelszaken;
v. plaatsen waar al dan niet tegen betaling aan het publiek diensten worden verstrekt, met inbegrip van plaatsen waar voedingsmiddelen en/of dranken ter consumptie worden aangeboden;
vi. plaatsen waar zieken of bejaarden worden opgevangen of verzorgd;
vii. plaatsen waar preventieve of curatieve gezondheidszorgen worden verstrekt;
viii. plaatsen waar kinderen of jongeren op schoolgaande leeftijd worden opgevangen, gehuisvest of verzorgd;
ix. plaatsen waar onderwijs en/of beroepsopleidingen worden verstrekt;
x. plaatsen waar vertoningen plaatsvinden;
xi. plaatsen waar tentoonstellingen worden georganiseerd;
xii. plaatsen waar sport wordt beoefend;
4º openbaar vervoer: personenvervoer dat openbaar toegankelijk is en waar iedereen die dat wil - tegen het geldende tarief - gebruik van kan maken;
5º werkruimte:
a) elke arbeidsplaats, ongeacht of deze zich binnen of buiten een onderneming of inrichting bevindt en ongeacht of deze zich in een gesloten of een open ruimte bevindt, met uitzondering van de ruimte in open lucht;
b) elke open of gesloten ruimte binnenin de onderneming of de inrichting waar de werknemer toegang tot heeft;
6º sociale voorzieningen: de sanitaire voorzieningen, de refter en lokalen bestemd voor rust of eerste hulp;
7º rookkamer: ruimte afgesloten door wanden en een zoldering waar gerookt mag worden;
8º het Comité: het Comité voor preventie en bescherming op het werk, of bij ontstentenis hiervan, de syndicale afvaardiging, of bij ontstentenis hiervan, de werknemers zelf overeenkomstig de bepalingen van artikel 48 en volgende van de wet van 4 augustus 1996 betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk;
9º Drankgelegenheid: een inrichting waar de belangrijkste en permanente activiteit er enkel uit bestaat dranken, waaronder dranken met ethylalcohol, aan te bieden voor consumptie ter plaatse en waar geen andere levensmiddelen worden aangeboden voor consumptie ter plaatse dan voorverpakte levensmiddelen die zonder enige bijkomende maatregel gedurende minstens drie maanden houdbaar blijven;
10º rookverbodsteken: verbodsteken met een diameter van minstens negen centimeter en uitgevoerd in de volgende kleuren:
a) grond: wit;
b) afbeelding sigaret: zwart;
c) rand en dwarsbalk: rood.
11º Dranken met ethylalcohol: de dranken zoals bedoeld in artikel 16 van de wet van 7 januari 1998 betreffende de structuur en de accijnstarieven op alcohol en alcoholhoudende dranken;
12º Sportruimte: een ruimte of infrastructuur afgescheiden van de openbare weg waar een sport wordt beoefend;
Een inrichting, waar één of meerdere sporten worden in beoefend, wordt als een sportruimte beschouwd indien de volledige oppervlakte, die noodzakelijk is om deze sporten te beoefenen, groter is dan 50 m2;
13º Sport: alle sporten en sportieve vrijetijdsbestedingen erkend en/of gesubsidieerd door één van de Gemeenschappen en alle sporten van sportfederaties die erkend en/of gesubsidieerd zijn door één van de Gemeenschappen.
Op dit artikel heeft de heer Ide amendement 4 ingediend (zie stuk 4-1392/2) dat luidt:
In het 3º b), van dit artikel, de woorden "de niet exhaustieve lijst van zulke plaatsen bevat" invoegen voor de woorden "onder meer".
De heer Louis Ide (Onafhankelijke). - Bij wijze van statement dien ik mijn amendementen opnieuw in.
Samen met de heer Claes heb ik het wetsvoorstel ingediend. Mijn amendementen strekken ertoe de tekst in zijn oorspronkelijke staat te herstellen. Ik blijf immers aan die oorspronkelijke versie vasthouden.
Zoals ik tijdens de algemene bespreking al heb gezegd, zal ik constructief voor het compromis stemmen, mochten mijn amendementen worden verworpen.
De voorzitter. - Op hetzelfde artikel heeft de heer Ide amendement 5 ingediend (zie stuk 4-1392/2) dat luidt:
Het 9º vervangen als volgt:
"9º Horeca-inrichting: elke voor het publiek toegankelijke plaats of lokaal, ongeacht de toegangsvoorwaarden, voor maaltijden en/of dranken voor te bereiden en/of voor consumptie, al dan niet ter plaatse aan te bieden, en dit zelfs kosteloos."
Op hetzelfde artikel heeft de heer Ide amendement 6 ingediend (zie stuk 4-1392/2) dat luidt:
Het 11º doen vervallen.
Op hetzelfde artikel heeft de heer Ide amendement 7 ingediend (zie stuk 4-1392/2) dat luidt:
Het 12º doen vervallen.
Op hetzelfde artikel heeft de heer Ide amendement 8 ingediend (zie stuk 4-1392/2) dat luidt:
Het 13º doen vervallen.
Artikel 4 luidt:
§1. Onverminderd de bepalingen van artikel 3, §1, wordt een uitzondering gemaakt op het rookverbod voor afgesloten drankgelegenheden en die geen deel uitmaken van een sportruimte.
De uitzondering, opgenomen in het eerste lid, geldt tot 1 januari 2012. De uitbater van een drankgelegenheid bedoeld in het eerste lid, of het gaat om een fysiek persoon of een rechtspersoon, kan een zone die duidelijk afgebakend is, installeren, waar het toegestaan is te roken volgens vormen en voorwaarden voorzien in volgende paragrafen.
§2. De zone gereserveerd voor rokers moet aangeduid worden door allerhande middelen die het mogelijk maken ze te situeren.
Ze moet zodanig ingericht zijn dat de ongemakken van de rook ten opzichte van niet-rokers maximaal verminderd worden.
De oppervlakte ervan moet minder dan de helft van de totale oppervlakte van de plaats waar dranken ter consumptie worden opgediend zijn, behalve indien deze totale oppervlakte minder dan 50 vierkante meter bedraagt.
§3. In de plaatsen gereserveerd voor niet-rokers dienen rookverbodstekens overeenkomstig punt 10º van artikel 2 zo te worden aangebracht dat alle aanwezige personen er kennis van kunnen nemen.
§4. Elk element dat tot roken kan aanzetten of dat laat geloven dat roken toegestaan is, is verboden in de zone gereserveerd voor niet-rokers.
§5. De Koning kan bijkomende voorwaarden vaststellen waaraan de drankgelegenheden moeten voldoen waar roken toegelaten is. Deze voorwaarden hebben betrekking op de installatie van een ventilatiesysteem dat een minimaal volume van luchtverversing verzekert.
Op dit artikel heeft de heer Ide amendement 9 ingediend (zie stuk 4-1392/2) dat luidt:
Dit artikel doen vervallen.
Op hetzelfde artikel hebben mevrouw Jansegers en de heer Ceder amendement 18 ingediend (zie stuk 4-1392/6) dat luidt:
Paragraaf 1, tweede lid, doen vervallen.
Artikel 5 luidt:
Het in artikel 3 bedoelde verbod is niet van toepassing op de kansspelinrichtingen van klasse I, zoals omschreven in artikel 28 van de wet van 7 mei 1999 op de kansspelen, de kansspelinrichtingen en de bescherming van de spelers in de lokalen die uitsluitend bestemd zijn om te spelen en waar dranken mogen worden geserveerd.
De uitzondering, opgenomen in het eerste lid, geldt tot 1 januari 2012.
Op dit artikel heeft de heer Ide amendement 10 ingediend (zie stuk 4-1392/2) dat luidt:
Dit artikel doen vervallen.
Op hetzelfde artikel hebben mevrouw Jansegers en de heer Ceder amendement 19 ingediend (zie stuk 4-1392/6) dat luidt:
Het tweede lid doen vervallen.
Artikel 10 luidt:
Zijn van overeenkomstige toepassing op de artikelen 1 tot 9, de artikelen 11, 11bis, 16, 17, 19, 20 en 27 van de wet van 24 januari 1977 betreffende de bescherming van de gezondheid van de verbruikers op het stuk van voedingsmiddelen en andere producten.
Op dit artikel heeft de heer Ide amendement 11 ingediend (zie stuk 4-1392/2) dat luidt:
Dit artikel vervangen als volgt:
"Art. 10. - De artikelen 11, 11bis, 16, 17, 19 en 20 van de wet van 24 januari 1977 betreffende de bescherming van de gezondheid van de verbruikers op het stuk van voedingsmiddelen en andere producten zijn van overeenkomstige toepassing."
Artikel 11 luidt:
§1. Dit hoofdstuk is van toepassing op de werkgevers en de werknemers en op de daarmee gelijkgestelde personen, bedoeld in artikel 2, §1, tweede lid, 1º, a) tot e), en 2º, van de wet van 4 augustus 1996 betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk.
§2. Dit hoofdstuk is niet van toepassing op:
1º de als private vertrekken te beschouwen gesloten plaatsen van alle instellingen van maatschappelijke dienstverlening en van de gevangenissen, waar de bewoners en niet-bewoners kunnen roken onder de voorwaarden die er voor hen zijn vastgelegd;
2º privéwoningen, behalve de ruimten die exclusief bestemd zijn voor professioneel gebruik en waar werknemers tewerk worden gesteld.
3º de drankgelegenheden en de kansspelinrichtingen respectievelijk bedoeld in de artikelen 4, §1 en 5. Deze uitzondering eindigt op 1 januari 2012.
Op dit artikel heeft de heer Ide amendement 12 ingediend (zie stuk 4-1392/2) dat luidt:
In §2, het 3º doen vervallen.
Op hetzelfde artikel hebben mevrouw Jansegers en de heer Ceder amendement 20 ingediend (zie stuk 4-1392/6) dat luidt:
Paragraaf 2, tweede lid, doen vervallen.
Artikel 14 luidt:
In afwijking van het verbod bedoeld in artikel 13, bestaat de mogelijkheid te voorzien in een rookkamer binnen de onderneming, na voorgaand advies van het Comité.
De rookkamer, die uitsluitend tot het roken bestemd is, wordt afdoende verlucht of wordt voorzien van een rookafzuigsysteem dat de rook afdoende verwijdert. De Koning bepaalt de bijkomende voorwaarden waaraan de rookkamer dient te beantwoorden.
De regeling van de toegang tot deze kamer tijdens de werkuren wordt vastgesteld, na voorafgaand advies van het Comité.
Deze regeling veroorzaakt geen ongelijke behandeling van de werknemers.
Op dit artikel heeft de heer Ide amendement 13 ingediend (zie stuk 4-1392/2) dat luidt:
Het vierde lid vervangen als volgt:
"Deze regeling mag geen ongelijke behandeling van de werknemers veroorzaken."
Mevrouw Khattabi en de heer Hellings hebben amendement 3 ingediend (zie stuk 4-1392/2) dat luidt:
Een artikel 14/1 (nieuw) invoegen, luidende:
"Art. 14/1. - Een steunpremie, waarvan de Koning het bedrag bepaalt, wordt toegekend aan de horecazaken die vóór 1 januari 2012 voor het volledig rookverbod kiezen.".
Mme Zakia Khattabi (Ecolo). - Je souhaiterais défendre notre amendement qui vise à aller au bout de la logique du texte adopté par la Chambre.
Nous sommes tous d'accord avec l'idée que l'interdiction immédiate n'est pas souhaitable. Nous proposons néanmoins de donner un signal en apportant un soutien aux établissements qui montreraient l'exemple en anticipant l'interdiction totale. Ce signal serait donné par l'octroi d'une prime dont le montant serait fixé par arrêté royal et serait lié à l'évaluation de l'avantage fiscal dont aurait pu bénéficier l'établissement s'il avait installé des dispositifs comme des fumoirs.
M. Philippe Mahoux (PS). - Je voudrais connaître précisément les arguments de Mme Khattabi. Je souhaiterais en particulier avoir une estimation du manque à gagner qu'engendrerait une application immédiate de l'interdiction de fumer. Ou bien on pense que l'interdiction n'induit pas de manque à gagner, c'est notre thèse qui est validée par l'exemple des pays qui ont appliqué l'interdiction. Ou bien il y a un manque à gagner et, effectivement, on pourrait encourager par une prime les établissements qui appliqueraient dès maintenant l'interdiction de fumer. Encore faudrait-il établir ce manque à gagner.
Cela me pousse à poser la question de la cohérence de ce type d'amendement.
Mme Zakia Khattabi (Ecolo). - Je voudrais apporter une petite précision. Nous ne voulons pas mettre en avant quelque manque à gagner que ce soit, mais plutôt encourager le secteur à anticiper l'interdiction.
M. Francis Delpérée (cdH). - Je ne vois pas comment le législateur pourrait permettre au Roi de diminuer les taxes qui pourraient être imposées à l'un ou l'autre. Cette compétence relève des pouvoirs spéciaux, y compris en matière fiscale, ce qui est vraiment l'abomination de la désolation.
Mme Zakia Khattabi (Ecolo). - Il ne s'agit pas d'une diminution de taxe mais bien de l'octroi d'une prime.
M. Francis Delpérée (cdH). - Mais cette prime devrait être accordée par le Roi. Ces façons de faire ne sont pas admissibles.
-De stemming over de amendementen wordt aangehouden.
-De stemming over het wetsontwerp in zijn geheel heeft later plaats.
De voorzitter. - We zetten onze werkzaamheden voort vanmiddag om 15 uur.
(De vergadering wordt gesloten om 12.35 uur.)