4-93

4-93

Sénat de Belgique

Annales

JEUDI 29 OCTOBRE 2009 - SÉANCE DE L'APRÈS-MIDI

(Suite)

Demande d'explications de M. Louis Ide à la vice-première ministre et ministre des Affaires sociales et de la Santé publique, chargée de l'Intégration sociale sur «l'avenir de la parodontologie» (nº 4-1120)

M. le président. - M. Carl Devlies, secrétaire d'État à la Coordination de la lutte contre la fraude et secrétaire d'État, adjoint au ministre de la Justice, répondra.

De heer Louis Ide (Onafhankelijke). - De Raad van State velde onlangs een arrest over een ministerieel besluit van 2001. In dit besluit van 11 juni 2001 werden de algemene voorwaarden vastgelegd voor beroepstitels waaronder de tandarts-specialisten. In het arrest van de Raad van State werd artikel 5, §1, lid 1 en 2 van het besluit vernietigd omdat er geen rechtsgrond is om de exclusieve uitoefening van het beroep te eisen in het kader van de verlenging van de beroepstitel.

Door dit arrest dient de huidige wetgeving in beperkte mate te worden aangepast, wat niet onoverkomelijk is. Blijkbaar zou de aangepaste tekst reeds klaar zijn, aangezien het de bedoeling was deze op te nemen in de programmawet van 17 juni 2009. Dat gebeurde evenwel niet.

Ik stelde ondertussen vast dat er een nieuw wetsontwerp in de Kamer ligt dat de exclusiviteit van de specialiteiten in de tandheelkunde behandelt. Als het ontwerp wordt goedgekeurd, zou deze problematiek dus geregeld moeten zijn.

De minister kiest dus duidelijk voor exclusiviteit en wil orthodontie, maar ook parodontologie, als specialiteit erkennen.

Dit is slechts een eerste stap. Wat zal de volgende stap van de minister zijn? Hoe zal zij die exclusiviteit nu inbouwen en garanderen? Zal zij bijvoorbeeld een exclusieve nomenclatuur ontwikkelen die dan alleen zal zijn voorbehouden aan bijvoorbeeld de parodontoloog of orthodontist?

Kan de minister de parodontologen de exclusiviteit over een aantal nomenclatuurnummers toekennen?

Zo ja, welke nomenclatuurnummers zullen dat dan zijn? Voor welke interventies?

Voor die interventies werd in de DPSI-index (Dutch Periodontal Screening Index) onder nomenclatuurnummer 301254-301265 een budget vrijgemaakt voor tandartsen en parodontologen, dat blijkbaar niet wordt opgebruikt. Kan de minister mij meedelen of de algemene tandarts niet geïnteresseerd is in dit budget? Hoe komt dat?

Wat is de algemene visie van de minister op de toekomst van de parodontologie? Hoe ziet zij dat de komende jaren?

De heer Carl Devlies, staatssecretaris voor de Coördinatie van de Fraudebestrijding en staatssecretaris, toegevoegd aan de minister van Justitie. - Ik lees het antwoord van minister Onkelinx.

Sinds 1 januari 2006 werd in de nomenclatuur een nieuwe rubriek `parodontologie' ingevoegd. De eerste parodontologische verstrekking die werd ingevoerd maakte het mogelijk om de parodontale index (DPSI - opgeven van scores over de gezondheidstoestand van de tanden, die het mogelijk maken te bepalen of er een parodontale infectie is, evenals de graad ervan) te bepalen vanaf de 18de tot de 36ste verjaardag. Sinds die eerste stap kende de parodontologie meer evoluties.

Op 1 september 2007 werd aan de erkende tandarts-specialisten in de orthodontie en parodontologie een eigen Riziv-identificatienummer gegeven volgens hun specialisme en werd de nomenclatuur voor de tandartsen aangepast. Voor de tandarts gespecialiseerd in orthodontie en parodontologie werd het aantal prestaties beperkt. Voor elk van die specialismen werd een nieuwe, exclusieve en iets beter vergoede code gecreëerd voor de raadpleging in de spreekkamer van een tandarts-specialist. Die exclusiviteitsregel voor de tandheelkundige specialiteiten heeft bijgedragen tot de integratie van de prestaties parodontologie in de nomenclatuur.

Op 26 juni 2008 werd de bovenste leeftijdsgrens voor de verstrekking DPSI opgetrokken tot de veertigste verjaardag. Vanaf 1 februari 2009 werd de leeftijdsgrens zelfs helemaal afgeschaft en is er terugbetaling voor alle rechthebbenden vanaf de vijftiende verjaardag. Dat was mogelijk omdat de kostprijs voor de verstrekking DPSI initieel te groot werd ingeschat en niet omdat de algemeen tandartsen er niet zouden in geïnteresseerd zijn.

Ten slotte wordt vanaf 1 mei 2009 jaar onder bepaalde voorwaarden verzekeringstegemoetkoming toegekend voor het `verwijderen van subgingivaal tandsteen onder lokale verdoving met indien nodig het gladden van het worteloppervlak' bij rechthebbenden vanaf de achttiende tot de veertigste verjaardag.

De inspanningen in de parodontologie zullen worden voortgezet, aangezien in het voorstel van het verzekeringscomité met betrekking tot het budget voor 2010 geld wordt vrijgemaakt om de leeftijdsgrens van de verstrekking `verwijderen van subgingivaal tandsteen' op te trekken en om een nieuwe parodontologische verstrekking `Uitgebreid parodontaal onderzoek' in te voegen, waarbij de status van het parodontium wordt opgemaakt met het oog op een adequaat behandelplan. Die voorstellen worden momenteel besproken door de Technische Tandheelkundige Raad en staan op de agenda van de komende vergadering van de Nationale commissie tandheelkundigen-ziekenfondsen.

Het doel is om op termijn, en rekening houdend met de budgettaire middelen, een volwaardige parodontale nomenclatuur te ontwikkelen waarbij de verzekering tegemoetkomt voor alle fasen van de parodontale behandeling. Telkens een nieuwe verstrekking wordt geïntroduceerd, wordt uitgebreid besproken wie in aanmerking komt om ze te attesteren.

De algemeen tandarts wordt vanuit zijn basisopleiding gezien als de verzorger in de eerste lijn die in staat moet zijn om de frequent voorkomende pathologieën op een ambulante manier te behandelen en die op basis van zijn kennis weet wanneer hij zijn patiënt moet doorverwijzen naar een specialist.

De tandheelkunde evolueert sterk en wordt steeds meer gespecialiseerd. Die evolutie wordt van dichtbij opgevolgd en kan eventueel in de toekomst gevolgen hebben voor de exclusiviteit.

(M. Hugo Vandenberghe, premier vice-président, prend place au fauteuil présidentiel.)

De heer Louis Ide (Onafhankelijke). - Ik dank de staatssecretaris voor het antwoord. Ik weet dat deze materie een beetje technisch is, maar dat mevrouw Onkelinx een inspanning doet om de exclusiviteit van de parodontologie in te vullen, zij het stapsgewijze, is belangrijk. Ik raad haar dan ook ten stelligste aan contact te nemen met de wetenschappelijke verenigingen voor parodontologie en orthodontie, en dus niet alleen met de beroepsverenigingen.

Mevrouw Onkelinx neemt als uitgangspunt dat tandartsen de eerste lijn zijn, wat een doorverwijzing naar specialisten impliceert. Ze blijft ook een beetje vaag en ik begrijp ook waarom. Onverhoeds keuzes maken is niet aangewezen. Omdat de evolutie niet stil te zetten is, dring ik er toch op aan dat ze verder werk maakt van een doorgedreven specialisatie.

De heer Carl Devlies, staatssecretaris voor de Coördinatie van de Fraudebestrijding en staatssecretaris, toegevoegd aan de minister van Justitie. - Ik zal mevrouw Onkelinx aanmoedigen dat te doen.