4-93 | 4-93 |
M. Philippe Mahoux (PS), corapporteur. - Mon intervention en qualité de corapporteur se limitera à signaler que confiance a été accordé par la commission aux rapporteurs pour la rédaction du rapport écrit.
Cependant, je souhaite m'exprimer au nom de mon groupe et à titre personnel pour rappeler que ce projet de loi est, pour la Belgique, l'aboutissement d'un long processus qui fut initié au cours de la précédente législature. Par une initiative parlementaire personnelle, nous avons anticipé sur ce qui est à présent le Traité de Dublin, puisque nous avons décidé en Belgique d'interdire les bombes à sous-munitions ainsi que leur financement, ce qui est une démarche originale. Cette interdiction s'inscrit dans une démarche entamée depuis longtemps en Belgique. En effet, elle a été précédée par l'interdiction des mines antipersonnel.
Depuis, à la suite de l'initiative prise notamment par Mme de Bethune, nous avons interdit les bombes à uranium appauvri et nous comptons entamer la discussion sur l'interdiction des bombes au phosphore blanc, proposition que j'ai faite, avec celle sur l'interdiction de l'armement nucléaire. Nous suivons donc une trajectoire cohérente.
Si nous avons agi en précurseurs, le département des Affaires étrangères aurait cependant dû privilégier la voie d'une convention internationale en ce qui concerne les bombes à sous-munitions, à l'instar de la Convention d'Ottawa qui avait été suivie pour les mines antipersonnel. Pendant tout un temps, le département des Affaires étrangères et le prédécesseur de l'actuel ministre ont privilégié la voie de la Conférence sur le désarmement à Genève alors que l'on pouvait craindre que cette voie n'aboutisse pas à des avancées sur le plan international. Soit, il s'agit du passé.
À présent, la Belgique ratifie cette convention de Dublin et c'est éminemment positif. J'invite tous ceux qui exercent quelque influence dans les parlements régionaux, particulièrement les sénateurs de communauté, à oeuvrer à la ratification de cette convention par lesdits parlements puisqu'il s'agit d'une convention à compétences mixtes. La Belgique est le 24e pays à ratifier cette convention et j'invite le ministre des Affaires étrangères à insister auprès de ses collègues dans le monde afin que l'on atteigne rapidement le chiffre de trente ratifications indispensable pour que la convention soit d'application.
Mevrouw Sabine de Bethune (CD&V), corapporteur. - Ik sluit mij aan bij de woorden van de corapporteur, de heer Mahoux.
Het verheugt mij dat we vandaag dit verdrag zullen goedkeuren en zo de ratificatieprocedure in gang kunnen zetten.
Het dient te worden onderstreept dat ons land de voorbije vijftien jaar een vooraanstaande rol heeft gespeeld in de strijd tegen wapens die volgens het internationaal humanitair recht een overbodig lijden veroorzaken. Ik verwijs naar de wet 1995 over het verbod op antipersoonsmijnen, valstrikmijnen en soortgelijke mechanismen. Intussen is er al een hele weg afgelegd. De heer Mahoux heeft terecht gewezen op de vernieuwende maatregelen die we telkens namen. Ik wil echter wel even ook de aandacht vestigen op een ander wetsvoorstel dat ik destijds samen met collega Erika Thijs heb ingediend, maar dat nog niet werd goedgekeurd. Het gaat om het verbod op antihanteerbaarheidsmechanismen, die verwant zijn met submunitie.
Dient het te worden onderstreept dat 98% van alle slachtoffers van deze wapens burgerslachtoffers zijn? Dit argument is voor mij voldoende om een algemeen verbod op dit soort van wapens te verantwoorden.
Belangrijk is dat het voorliggende verdrag een noodzakelijke, nieuwe dimensie geeft aan de strijd tegen deze wapens door de nodige instrumenten te geven voor de hulpverlening aan de slachtoffers en hun families en voor de ontruiming van de getroffen gebieden.
Collega Mahoux heeft terecht benadrukt dat het van belang is dat ons land bij de dertig eerste landen is die het verdrag ratificeren, zodat we kunnen bijdragen tot de inwerkingtreding. Onze minister van Buitenlandse Zaken heeft ook beloofd om al zijn buitenlandse contacten op te roepen om het verdrag goed te keuren, zodat het een zo ruim mogelijke toepassing krijgt.
De heer Pol Van Den Driessche (CD&V). - Ik wil de stemming over dit belangrijke wetsontwerp aangrijpen om mijn hart te luchten. De verklaringen van sommige collega's over de werking van deze instelling hebben mij geschokt en bedroefd. Er wordt permanent beweerd dat de Senaat een nutteloze instelling is, waar niets wordt gedaan en waarin alleen maar prutsers zitten. Ik word hierop aangesproken en ik ben dat beu.
Net als andere collega's probeer ik als senator goed werk te doen. Vanzelfsprekend kan de werking van de Senaat worden verbeterd. Er moet een betere verdeling komen tussen Kamer en Senaat. Ik sta open voor een debat, maar ik vraag de collega's ermee op te houden onszelf belachelijk te maken. Laat de senatoren die het goed voorhebben met deze assemblee en willen werken, hun werk voortzetten. Wie zich hier ongelukkig voelt, raad ik aan plaats te maken voor wie wel hard wil werken. Ik ben die stemmingmakerij echt beu. (Applaus)
De voorzitter. - Ik dank de heer Van Den Driessche voor zijn woorden waarin hij onderstreept dat wij, onder andere in dossiers als dit, zeer belangrijk werk doen.
De heer Luckas Van der Taelen (Groen!). - Ik weet niet of ik mij aangesproken moet voelen.
Mevrouw Sabine de Bethune (CD&V). - Boe!
De heer Luckas Van der Taelen (Groen!). - Ik dank mevrouw de Bethune voor haar beleefde reactie. (Protest van de heer Mahoux)
Het verbaast me dat sommigen uit mijn artikel in de pers opmaken dat ik een zeker misprijzen heb voor het werk dat hier wordt verricht.
Wie zich de inspanning had getroost om het artikel onbevooroordeeld te lezen, had begrepen dat mijn stelling was ingegeven door mijn bekommernis over de staatsfinanciën. Het getuigt volgens mij van goed bestuur om onszelf de vraag te stellen hoe we de werking van het parlement in het algemeen kunnen verbeteren. Daarbij moet men ook de vraag durven te stellen of de werking van deze instelling niet kan worden verbeterd of dat de instelling misschien zelfs niet kan worden afgeschaft.
Er heerst een economische crisis en heel wat mensen moeten vechten voor hun job. Politici moeten op zo'n moment het voortouw nemen en een dergelijke vraag stellen, wat ook het antwoord moge zijn ... (Protest van de heer Mahoux)
De voorzitter. - Ik breek dit debat hier af.
De heer Jurgen Ceder (VB). - U heeft het debat geopend, dus mag iedereen het woord nemen.
De voorzitter. - U heeft het woord.
De heer Jurgen Ceder (VB). - Deze instelling is zogezegd een evocatiekamer, maar in de praktijk evoceert de meerderheid om te voorkomen dat de oppositie het zou doen. Bij het debat over de regeringsverklaring was één staatssecretaris aanwezig. Voor de vragen om uitleg stuurt de regering een soort postbode met wie de senatoren zelfs het debat niet kunnen aangaan.
De voorzitter. - Vanmiddag waren alle vice-eersteministers in de Senaat aanwezig.
De heer Jurgen Ceder (VB). - Misschien moet de Senaat eens een echt debat organiseren over zijn rol. De heer Van Den Driessche heeft de aanzet gegeven; ik denk dat de heer Van der Taelen en wij dat debat willen voeren. In dit land worden heel veel organen en instellingen opgericht, maar nooit wordt iets afgeschaft. (Applaus)
M. Philippe Mahoux (PS). - Je ne pense pas que les victimes des bombes à sous-munitions au Sud-Liban, au Cambodge et au Laos soient particulièrement intéressées par les quelques interventions que je viens d'entendre !
Il est un peu lamentable, quand on discute de problèmes de cette nature, d'orienter le débat sur la question de la légitimation de notre institution.
De heer Louis Ide (Onafhankelijke). - Ik vraag het woord.
De voorzitter. - Mijnheer Ide, ik waardeer uw werk, maar u begrijpt dat we nu moeten stemmen.
De heer Louis Ide (Onafhankelijke). - Mijnheer de voorzitter, u laat anderen aan het woord, maar ik krijg het woord niet. Dat getuigt niet van respect voor uw eigen instelling.
Dit is ongehoord.
-De algemene bespreking is gesloten.