4-84

4-84

Sénat de Belgique

Annales

MERCREDI 15 JUILLET 2009 - SÉANCE DE L'APRÈS-MIDI

(Suite)

Demande d'explications de M. Dirk Claes au ministre de la Justice sur «les poursuites à l'encontre des citoyens ne participant pas aux élections ou ne siégeant pas dans les bureaux de vote» (nº 4-1037)

M. le président. - M. Melchior Wathelet, secrétaire d'État au Budget, adjoint au premier ministre, et secrétaire d'État à la Politique des familles, adjoint à la ministre de l'Emploi, et en ce qui concerne les aspects du droit des personnes et de la famille, adjoint au ministre de la Justice, répondra.

De heer Dirk Claes (CD&V). - Uit recente cijfers blijkt dat maar liefst 9,6% van de kiezers in ons land - bijna 1 kiezer op de 10 - niet heeft deelgenomen aan de verkiezingen van juni 2009. Voor de federale verkiezingen van 2007 bleef ongeveer 1 op de 9 van de stemgerechtigde burgers thuis. Dat is ontzettend veel en deze negatieve evolutie verontrust mij ten zeerste.

Het zou goed zijn een correct beeld te krijgen van de werkelijke omvang van deze problematiek. De mensen beschouwen het uitbrengen van hun stem bij officiële verkiezingen blijkbaar niet meer als hun burgerplicht. Nochtans kent ons land de wettelijke stemplicht.

Op de verkiezingsdag heeft de minister van Justitie gezegd nieuwe maatregelen te willen nemen om deze negatieve tendens tegen te gaan. Eerder hadden diverse procureurs al laten weten dat ze bij de vorige verkiezing in 2007 niet zijn opgetreden. Ook dienstweigeraars in kies- en telbureaus zouden tegenwoordig niet meer worden vervolgd.

Is de minister op de hoogte van het hoge aantal burgers dat niet is komen opdagen voor het vervullen van de kiesplicht en het hoge aantal dienstweigeraars in de kies- en telbureaus?

Welke houding neemt hij aan tegenover deze verontrustende tendens?

Is hij ervan op de hoogte dat de rechterlijke macht deze feiten niet zou vervolgen en dat de procureurs opdracht hebben gegeven deze dossiers niet meer te behandelen?

Is hij effectief van plan om maatregelen te nemen? Aan welke juridische stappen denkt hij daarbij? Zal hij de procureurs hierover inlichten?

De heer Melchior Wathelet, staatssecretaris voor Begroting, toegevoegd aan de eerste minister, en staatssecretaris voor Gezinsbeleid, toegevoegd aan de minister van Werk, en wat de aspecten inzake personen- en familierecht betreft, toegevoegd aan de minister van Justitie. - Ik lees het antwoord van de minister.

Naar aanleiding van vraag nummer 13 569 van volksvertegenwoordiger Baeselen over hetzelfde onderwerp, heb ik erop gewezen dat vervolging van degenen die zich bij de jongste federale parlementsverkiezingen niet naar de stembus hebben begeven niet als prioritair werd beschouwd in het algemene vervolgingsbeleid van de parketten.

Het is dus onjuist te stellen dat geen vervolgingen meer worden ingesteld tegen dienstweigeraars in kies- en telbureaus.

Onlangs werd dit punt van het vervolgingsbeleid nog in herinnering gebracht aan de onderscheiden parketten naar aanleiding van de regionale en Europese verkiezingen.

De cijfers over de ingestelde vervolgingen zijn mij niet bekend. Er werd mij bevestigd dat wanneer vervolgingen worden overwogen, dit in een zeer korte tijdspanne gebeurt, te meer omdat de verjaringstermijn van die dossiers bijzonder kort is, namelijk zes maanden.

Zo kan bijvoorbeeld een minnelijke schikking worden voorgesteld. Bij weigering zou dan worden overgegaan tot een dagvaarding voor de rechtbank.

Wat de afwezigheid van voorzitters of bijzitters van de kies- en telbureaus betreft, is de situatie verschillend. Hier zijn meerdere vervolgingen ingesteld omdat het hier gaat om het waarborgen van het goede verloop van de verkiezingen.

De procureur-generaal heeft mij meegedeeld dat het vervolgingsbeleid ter zake zou worden geëvalueerd. Ik wacht daarvan de conclusies af alvorens een uitspraak te doen.

De heer Dirk Claes (CD&V). - Niet alleen degenen die in tel- of kiesbureaus aanwezig moeten zijn, moeten worden gemotiveerd, maar ook de kiezers. De minister zou dat best met de procureurs bekijken.