4-81 | 4-81 |
M. le président. - M. Carl Devlies, secrétaire d'État à la Coordination de la lutte contre la fraude, adjoint au premier ministre, et secrétaire d'État, adjoint au ministre de la Justice, répondra.
Mevrouw Helga Stevens (Onafhankelijke). - Op basis van artikel 1 van het koninklijk besluit van 12 december 2001 betreffende de dienstencheques kunnen dergelijke cheques worden gebruikt voor het begeleid vervoer van personen met beperkte mobiliteit, waaronder onder meer volwassenen en kinderen met een handicap. Voor mensen met een handicap wordt hierbij wel de voorwaarde gesteld dat het vervoer dient te gebeuren met een speciaal aangepast voertuig, waarvoor de FOD Mobiliteit en Vervoer een attest heeft afgeleverd.
Deze voorwaarde maakt dat mensen met een handicap voor dit type vervoer via dienstencheques alleen een beroep kunnen doen op gespecialiseerde ondernemingen, die beschikken over een aangepast wagenpark. Een andere mogelijkheid is dat de gezinnen met een volwassen of minderjarig gezinslid met een handicap het eigen gezinsvoertuig laten ombouwen.
Via verschillende kanalen verneem ik dat deze beperkingen problematisch zijn. Het is immers niet voor elke persoon met een handicap nodig dat een aangepast voertuig wordt gebruikt. Blinden en zwaar slechtziende mensen kunnen gebruik maken van een gewone wagen. Dit geldt ook voor bijvoorbeeld mensen met een mentale handicap. Ook voor kinderen met een handicap aan de onderste ledematen zijn aanpassingen niet altijd nodig: tot de leeftijd van twaalf tot veertien jaar kunnen ze met wat hulp plaatsnemen in een niet-aangepast voertuig.
Voor de groepen die ik opsom, is de bestaande regelgeving discriminerend: ook voor hen is zich via gemotoriseerd vervoer verplaatsen geen evidentie, maar toch kunnen zij of de mensen die voor hen verantwoordelijk zijn geen gebruik maken van de hier besproken maatregel, tenzij ze geheel overbodig de gezinswagen laten ombouwen, wat een zware en onnodige kost is voor zowel de betrokkene als de overheid, of tenzij ze een beroep doen op een van de weinige ondernemingen die deze dienstverlening via aangepaste voertuigen aanbieden. Daarenboven mag men de lange wachttijd niet uit het oog verliezen.
Graag had ik vernomen of de minister het met me eens is dat de huidige regelgeving niet geheel rechtvaardig is. Is de minister bereid de voorwaarde van een speciaal aangepast voertuig te schrappen uit het genoemde koninklijk besluit, behalve dan voor die categorieën van mensen met een handicap voor wie een aangepast voertuig werkelijk onontbeerlijk is? Zal de minister in dezen contact opnemen met mevrouw Julie Fernandez Fernandez, staatssecretaris voor Personen met een handicap, en zal de minister het advies vragen van de Nationale Hoge Raad voor Personen met een handicap? Is het mogelijk een timing voorop te stellen?
De heer Carl Devlies, staatssecretaris voor de Coördinatie van de Fraudebestrijding, toegevoegd aan de eerste minister, en staatssecretaris, toegevoegd aan de minister van Justitie. - Ik lees het antwoord van de minister.
Het begrip mindervaliden in het koninklijk besluit betreffende de dienstencheques werd reeds vorig jaar herbekeken en gedifferentieerd, in samenspraak met de Algemene Directie Personen met een Handicap van de FOD Sociale Zekerheid. Een persoon komt in aanmerking voor mindermobielenvervoer met dienstencheques als hij aan een van de volgende voorwaarden voldoet.
Ten eerste, de gebruiker is als mindervalide erkend door het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap, het Agence wallonne pour l'Intégration des personnes handicapées, de Service bruxellois francophone des personnes handicapées of de Dienststelle für Personen mit Behinderung. Ten tweede, de gebruiker geniet een tegemoetkoming voor hulp aan bejaarden, een inkomensvervangende tegemoetkoming of een integratietegemoetkoming, op basis van de wet van 27 december 1987 betreffende de tegemoetkomingen aan personen met een handicap. Ten derde, de gebruiker of zijn kind, jonger dan 21 jaar, werd ten minste 7 punten toegekend op de zelfredzaamheidsschaal en beschikt hiervoor over een attest van de Algemene Directie Personen met een Handicap van de FOD Sociale Zekerheid. Ten vierde, de gebruiker geniet een verhoogde kinderbijslag voor gehandicapte kinderen of het kind dat aan een zware ziekte lijdt. Ten vijfde, de gebruiker is ten minste zestig jaar en geniet prestaties verstrekt door een door de bevoegde overheid erkende dienst voor gezins- en bejaardenhulp.
De personen die erkend zijn als mindervalide door de bevoegde gewestelijke overheid onder voorwaarde 1, moeten in het kader van het mindermobielenvervoer met dienstencheques worden vervoerd met een speciaal uitgerust voertuig. Voor alle andere gebruikers die in aanmerking komen voor het begeleid vervoer van personen met beperkte mobiliteit is echter geen aangepaste wagen vereist. Bovendien komen de gebruikers die erkend zijn als mindervalide onder voorwaarde 1 en die het bewijs kunnen leveren dat ze aan één van de andere voorwaarden voldoen, eveneens in aanmerking voor vervoer zonder aangepast voertuig.
Een verdere opsplitsing van de categorie van de gebruikers die erkend zijn als mindervalide is niet evident. Men zou al met nieuwe, bijkomende attesten moeten werken en dat betekent een extra administratieve belasting voor de gebruiker en de onderneming. Bovendien moet er zeker over worden gewaakt dat het al dan niet toestaan van mindermobielenvervoer zonder aangepast voertuig geen willekeur wordt.
Ik ben van oordeel dat de opsplitsing in de huidige regelgeving rechtvaardig is. Ik ben evenwel altijd bereid om hierover overleg te plegen met mevrouw Julie Fernandez Fernandez, staatssecretaris voor Personen met een handicap.
Mevrouw Helga Stevens (Onafhankelijke). - Ik dank de staatssecretaris voor het antwoord. Het was nogal technisch en ik wil het eerst nog eens goed doornemen. Het verheugt me wel dat de minister bereid is contact op te nemen met staatssecretaris Fernandez Fernandez.
Ik blijf dit onderwerp zeker volgen, want het is niet echt logisch dat mensen met een handicap, die minder zelfredzaam zijn, verplicht worden hun eigen vervoer met een aangepast voertuig te organiseren. Waarom dan geen gebruik maken van vervoer met dienstencheques in een niet-aangepast voertuig? Ik zal het verder grondig bekijken.