4-81

4-81

Sénat de Belgique

Annales

JEUDI 25 JUIN 2009 - SÉANCE DE L'APRÈS-MIDI

(Suite)

Demande d'explications de Mme Helga Stevens à la vice-première ministre et ministre des Affaires sociales et de la Santé publique sur «le remboursement d'un deuxième implant cochléaire» (nº 4-966)

M. le président. - M. Carl Devlies, secrétaire d'État à la Coordination de la lutte contre la fraude, adjoint au premier ministre, et secrétaire d'État, adjoint au ministre de la Justice, répondra.

Mevrouw Helga Stevens (Onafhankelijke). - De voorbije maanden word ik zeer regelmatig benaderd door ouders die zich afvragen wanneer de terugbetaling van een tweede cochleair implantaat eindelijk een feit zal worden. De kwestie is dringend. Vele van deze mensen zien zich immers voor volgend dilemma geplaatst: ofwel niet langer wachten en de loodzware kost - zo'n 25 000 euro - zelf proberen dragen via een lening of anderszins, ofwel toch wachten tot de terugbetaling mogelijk wordt, met het risico dat de implantatie door het langere wachten minder doeltreffend zal zijn.

In antwoord op mijn schriftelijke vraag 4-888 van april 2008 had de minister in het vooruitzicht gesteld dat de terugbetaling in 2009 mogelijk zou worden. Het RIZIV laat echter uitschijnen dat die planning niet langer haalbaar is. Volgens mijn informatie zou de betreffende werkgroep vermoedelijk in juni een voorstel doen aan de Technische Raad voor implantaten. Vervolgens moet het voorstel worden voorgelegd aan de Overeenkomstencommissie en het Verzekeringscomité. Het kabinet van de minister stelt dan een ontwerp van koninklijk besluit op dat voor advies wordt voorgelegd aan de inspecteur van Financiën, de staatssecretaris van Begroting en de Raad van State. Ten slotte wordt het definitief koninklijk besluit opgesteld en gepubliceerd, om dan in principe twee maanden na publicatie in werking te treden.

De hele procedure, vanaf de voorlegging aan de Technische Raad, duurt normaal gezien minimaal zes maanden en maximaal één jaar. De implantatie van een tweede cochleair implantaat zou dus ten vroegste vanaf februari 2010 en mogelijk nog heel wat later voor terugbetaling in aanmerking komen.

In het licht van de vroegere toezegging dat een tweede cochleair implantaat al in 2009 zou kunnen vergoed worden, vind ik dit ten aanzien van de vernoemde ouders niet kunnen.

De resultaten van de voorbereidende vijfjarige studie ter zake werden al in juni 2008 - een jaar geleden dus - gepresenteerd. Het komt me voor dat de werkgroep die het voorstel voor de Technische Raad heeft uitgewerkt, meer dan ruim de tijd heeft genomen. Dit kan toch niet wanneer zovele ouders, die het beste willen voor hun kind, zitten te wachten!

Welk tijdsschema zal nu worden gehanteerd? Wanneer zal het koninklijk besluit over de terugbetaling van een tweede cochleair implantaat worden gepubliceerd? Is de minister bereid om dit dossier met de grootst mogelijke spoed te laten afwerken?

Is de minister bereid om het koninklijk besluit met terugwerkende kracht vanaf 1 januari 2009 in werking te laten treden? Die werkwijze is ongebruikelijk, maar ik vraag het niettemin in het licht van de eerdere toezegging.

Aan welke indicaties en voorwaarden zal volgens het voorstel van de werkgroep moeten worden voldaan om in aanmerking te komen voor een vergoeding van een tweede cochleair implantaat?

(M. Hugo Vandenberghe, premier vice-président, prend place au fauteuil présidentiel.)

De heer Carl Devlies, staatssecretaris voor de Coördinatie van de Fraudebestrijding, toegevoegd aan de eerste minister, en staatssecretaris, toegevoegd aan de minister van Justitie. - Ik lees het antwoord van de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid.

Het cochleaire implantaat is een auditief implantaat dat gebruikt wordt bij ernstigste gevallen van doofheid. Technisch gezien stimuleert het rechtstreeks de gehoorzenuwen via elektroden. Voor het plaatsen ervan is in tegenstelling tot de andere auditieve implantaten, die gebaseerd zijn op het versterken van de ontvangen geluiden, een chirurgische ingreep nodig.

De Technische Raad voor implantaten van het RIZIV moet de mogelijke terugbetaling van een tweede cochleair implantaat nog onderzoeken. In dit stadium kunnen dus onmogelijk definitieve antwoorden worden gegeven. Er lijkt een consensus te bestaan voor de terugbetaling van dit tweede implantaat, maar ik wacht op de definitieve conclusies betreffende de voorwaarden voor de terugbetaling.

Er zijn nog heel wat procedurestappen nodig, maar die kunnen wel vlugger gebeuren dan mevrouw Stevens raamt, namelijk een inwerkingtreding tegen februari 2010. Of de datum van inwerkingtreding kan worden vooruitgeschoven naar 1 januari 2009, kan in dit stadium echter onmogelijk worden bevestigd. Ik ben niet gekant tegen het idee om de mogelijkheid van een inwerkingtreding met terugwerkende kracht te onderzoeken, op voorwaarde dat hierdoor het hele dossier wegens budgettaire overschrijding niet op de helling wordt gezet.

Mevrouw Helga Stevens (Onafhankelijke). - Ik dank de staatssecretaris voor het antwoord, maar betreur dat de minister zelf niet aanwezig is. Nu kan ik niet in debat gaan.

Het is vreemd dat het zo lang moet duren om een voorstel aan de Technische Raad voor te leggen. Dit is een modern land onwaardig. Het getuigt niet van goed bestuur om de mensen zo lang in het ongewisse te laten.

Het verheugt me dat de minister overweegt om de zaak met terugwerkende kracht te regelen, maar we hebben besluiten nodig. Als het besluit er niet komt, dan wordt het tweede implantaat niet vergoed. Inmiddels hebben vele ouders de kosten al gemaakt. Het is een vreemde situatie en ik pleit voor een snellere afhandeling van dit dossier.