4-79 | 4-79 |
De voorzitter. - De heer Jean-Marc Delizée, staatssecretaris voor Armoedebestrijding, toegevoegd aan de minister van Maatschappelijke Integratie, Pensioenen en Grote Steden, antwoordt.
De heer Tony Van Parys (CD&V). - Op 8 en 9 december 2008 werd het codificatieproject, een initiatief van de FOD Economie, Energie en Middenstand, voorgesteld aan alle betrokken middenveldorganisaties. De voorstelling beperkte zich toen tot de grote lijnen van het project. Er was nog geen voorontwerp van wet waarop de betrokken organisaties zicht kregen. De sociale partners hebben herhaaldelijk de wens geuit zich te kunnen uitspreken over een voorontwerp van wet. Tot op heden zijn ze daaromtrent nog niet geconsulteerd.
De voorzitter van het directiecomité liet de verschillende adviesorganen weten dat midden juni een voorontwerp van wet aan de betrokken sociale partners zou worden voorgelegd. Tot op heden is dat niet gebeurd. Hoever staat het met de werkzaamheden van de Rondetafel tot Codificatie van het Economisch Recht inzake het voorontwerp van wet?
Het project stelt een aantal erg verregaande afschaffingen van bepaalde bestaande reglementeringen voor, zoals de afschaffing van het attest bedrijfsbeheer en de sociaal-economische vergunning. Acht de minister het niet noodzakelijk dat voorafgaand aan een dergelijk ingrijpend project eerst een grondige juridische en sociaal-economische analyse wordt uitgevoerd om de impact van het project in te schatten?
Een eerste lezing van het document, zoals voorgesteld op het colloquium van 8 en 9 december 2008, leert dat de FOD Economie ervoor kiest een doorgedreven codificatie in plaats van een coördinatie van de bestaande wetgeving door te voeren. Heeft het codificatieproject de goedkeuring gekregen van de regering en in het bijzonder van de bevoegde ministers van economie, administratieve vereenvoudiging en consumentenzaken? Wordt in dit project wel voldoende met de KMO-belangen rekening gehouden? Die moeten immers het instrumentarium hanteren.
Een aantal van de voorgestelde wetswijzigingen en -afschaffingen lopen parallel met bestaande wetsontwerpen die momenteel in behandeling zijn in de federale adviesorganen, bijvoorbeeld de herziening van de wetgeving op de handelspraktijken en de herziening van de wetgeving inzake de reiscontracten. Zal de codificatie afwijken van voormelde wetsontwerpen en de uitgebrachte adviezen? Dat wordt bijzonder moeilijk in een behoorlijke besluitvorming, omdat die wetsontwerpen voorliggen en de uitgebrachte adviezen ook bestaan.
Moet een dergelijk project niet Europees worden gedragen? Een typische en eigen Belgische benadering verschilt immers vaak met die van de supranationale, de Europese wetgever. Zal een eenzijdig Belgische codificatie de concurrentiepositie van de Belgische bedrijven niet schaden?
De heer Jean-Marc Delizée, staatssecretaris voor Armoedebestrijding, toegevoegd aan de minister van Maatschappelijke Integratie, Pensioenen en Grote Steden. - Ik lees het antwoord van de bevoegde ministers.
Zoals het geachte lid terecht signaleert, vond op 8 en 9 december 2008 een colloquium plaats inzake de codificatie van het economische recht. Tijdens de twee studiedagen werden een aantal specialisten in deze materie verenigd: professoren, advocaten, magistraten, bedrijfsjuristen, hoge ambtenaren van internationale organisaties, leden van de Raad van State enzovoort. Het colloquium betekende enerzijds de beëindiging van de evaluatiewerkzaamheden van het economisch recht en anderzijds de overgang naar de uitvoering van de aanbevelingen die uit de evaluatie zijn ontsproten.
Ik heb begrip voor het ongeduld van belanghebbende kringen. Hoe dan ook moet worden voorkomen dat bij de redactie van het voorontwerp van codex wordt gefaald, zoals eerdere pogingen ons hebben aangetoond en die in het door de vraagsteller geciteerde verslag worden beschreven.
Bij de redactie van de codex worden een aantal specifieke doelstellingen nagestreefd. Zo gaat in de eerste plaats aandacht naar de integratie van het Belgisch economisch recht in de Europese regels, de vrijheid van ondernemen en het vrijwaren van de vrijheid van mededinging, de vrijhandel en de transparantie van de markt.
Hiermee hoop ik tegemoet te komen aan de bezorgdheid van de heer Van Parys dat deze codex een louter Belgische oefening zou zijn die ingaat tegen het Europees recht. Dat is alleszins niet de bedoeling.
We moeten ook oog hebben voor de beperking van corporatistische invloeden doorheen wetgeving die op maat wordt ontworpen en van de transactiekosten. We moeten bij dat alles ook oog hebben voor een evenwichtige bescherming van de zwakke partij en het vermijden van overmatig formalisme. Een andere doelstelling die bij de redactie van de codex wordt nagestreefd, is een klare kijk bieden op de rol van het overheidsgezag bij de regulering van de economische activiteit en de instrumenten nauwkeurig bepalen waarover de overheid beschikt, waarbij de noodzakelijke rechtszekerheid wordt gegeven aan de actoren van de economische activiteit. Ten slotte dient de codex een stabiel kader tot stand te brengen dat kan weerstaan aan de technische evolutie, ogenblikkelijke actualiteiten of tendensen.
De heer Tony Van Parys (CD&V). - Het antwoord is vrij algemeen. Ik zal later terugkomen op de concrete punten. Ik begrijp uiteraard dat de staatssecretaris het document leest zoals het hem werd doorgegeven.
De voorzitter. - De agenda van deze vergadering is afgewerkt.
De volgende vergadering vindt plaats op donderdag 18 juni om 15 uur.
(De vergadering wordt gesloten om 19.10 uur.)