4-75

4-75

Belgische Senaat

Handelingen

DONDERDAG 30 APRIL 2009 - NAMIDDAGVERGADERING

(Vervolg)

Mondelinge vraag van mevrouw Freya Piryns aan de minister van Migratie- en Asielbeleid over «het koninklijk besluit over het regime in gesloten centra en de bepalingen met betrekking tot juridische bijstand» (nr. 4-743)

Mevrouw Freya Piryns (Groen!). - De Raad van State heeft in een arrest van 10 december 2008 een groot deel van de reglementering in verband met de opsluiting van vreemdelingen in gesloten centra vernietigd.

Het gaat hier over het koninklijk besluit van 2 augustus 2002 over het regime in gesloten centra, zoals bepaald in artikel 74, 8º, §1 van de vreemdelingenwet.

Ik verneem dat dit koninklijk besluit in de komende weken zal worden aangepast omdat het in overeenstemming moet worden gebracht met dat arrest van de Raad van State.

Die aanpassing lijkt mij de ideale gelegenheid te zijn om ook een ander lang aanslepend probleem aan te pakken, dat door heel wat vluchtelingenorganisaties wordt aangeklaagd. Ik heb het over het ontbreken van voldoende garanties op een kwaliteitsvolle juridische bijstand in die gesloten centra.

Ik besef uiteraard dat de Raad van State net die artikelen niet heeft geschrapt. Het is echter een feit dat over die juridische bijstand in het betrokken besluit bijzonder weinig wordt bepaald. De directies van de centra beschikken dus nog over een zeer ruime interpretatiemarge, die ze op eigen wijze kunnen invullen.

Zij kunnen binnen de grenzen van het besluit blijven, maar toch de rechtszekerheid van de bewoners van de gesloten centra schenden.

Het gaat hier over een bijzonder kwetsbare doelgroep, wat een regelgeving met sterke garanties noodzakelijk maakt. De opgesloten vreemdeling is, in tegenstelling tot de rechtzoekenden die in vrijheid leven, voor bijstand voortdurend afhankelijk van het personeel in het gesloten centrum. De taken van de sociale dienst en het bewakingspersoneel in die centra zijn op het vlak van juridische bijstand in het bewuste koninklijk besluit nochtans niet omschreven. De kwaliteit van de aangeboden juridische bijstand hangt dan ook af van de kwaliteit van het werk van de maatschappelijk werkers en van de instructies eigen aan elk centrum.

Ik heb alle centra bezocht en nogal wat verschillen vastgesteld. Onder andere die verschillen en de afhankelijkheid van de opgesloten mensen zijn de oorzaken van de angst die verbonden is aan de administratieve opsluiting en de uitwijzing. Het gevoel volledig afhankelijk te zijn, creëert rechtsonzekerheid.

In ieder geval heeft de minister er in de kamercommissie voor de Buitenlandse Betrekkingen zelf al een aantal zaken over gezegd. Ik zal die punten niet herhalen, maar de minister vragen of ze effectief van de gelegenheid gebruik zal maken om sterkere garanties te geven op het gebied van de juridische bijstand.

In het koninklijk besluit wordt gespecificeerd dat het niet van toepassing is op het INAD-centrum in Zaventem. Volgens de Raad van State is dat een vorm van discriminatie. Is de minister dan ook van plan een afzonderlijk koninklijk besluit op te stellen voor dat INAD-centrum, zodat ook de mensen die daar verblijven de rechtszekerheid krijgen die hun toekomt?

Mevrouw Annemie Turtelboom, minister van Migratie- en Asielbeleid. - De Raad van State heeft geen opmerkingen gemaakt over de artikelen die betrekking hebben op de juridische bijstand in het koninklijk besluit van 2 augustus 2002 betreffende de gesloten centra. De wettigheid van die artikelen is dan ook bevestigd. Het nieuwe koninklijk besluit bevat dan ook geen extra bepalingen inzake juridische bijstand.

In de praktijk is er wel permanent overleg tussen de centra en de bevoegde balies om de nodige garanties te kunnen geven voor een correcte juridische ondersteuning. Ik ben bovendien voorstander van het organiseren van een permanente juridische eerstelijnsbijstand in de gesloten centra, georganiseerd door de balies. De verantwoordelijkheid hiervoor ligt voor het grootste deel bij de balies, namelijk het ter beschikking stellen van pro-Deoadvocaten en dergelijke meer.

Wat de annulering van artikel 2 van het koninklijk besluit betreffende de gesloten centra betreft, werd een ontwerptekst opgesteld voor een specifiek besluit voor alle INAD-centra. Dit besluit wordt gelijktijdig met het reeds genoemde besluit voor advies voorgelegd aan de Raad van State.

Het recht op juridische bijstand en het bezoekrecht van advocaten, met eventueel bijstand van een tolk, wordt daarin uitdrukkelijk gegarandeerd.

Mevrouw Freya Piryns (Groen!). - Ik dank de minister, hoewel ik teleurgesteld ben over het antwoord. Ik heb zelf gezegd dat ik mij ervan bewust ben dat de Raad van State de artikelen over juridische bijstand niet heeft vernietigd. De minister moet evenwel erkennen dat er op dat vlak een probleem is. Ik heb haar trouwens tijdens commissievergaderingen en op andere ogenblikken meermaals horen zeggen dat de juridische bijstand die de mensen krijgen niet altijd van voldoende kwaliteit is. Het gaat niet op alle verantwoordelijkheid daarvoor bij de balies te leggen. Ik weet dat de minister verwijst naar het probleem dat een aantal pro-Deoadvocaten hun taak misschien niet altijd uitvoeren zoals ze dat zouden moeten doen. Op dat vlak heeft de minister gelijk, maar zij is de bevoegde minister en het is haar taak in regelgevende teksten vast te leggen dat rechtszekerheid en juridische bijstand moeten worden gegarandeerd voor iedereen die in een gesloten centrum verblijft. Dit is een absolute noodzaak, gelet op de precaire situatie waarin deze mensen zich bevinden.

Mevrouw Annemie Turtelboom, minister van Migratie- en Asielbeleid. - Ik zou willen dat mijn woorden juist geïnterpreteerd worden. Ik heb gezegd dat ik voorstander ben van een permanente juridische eerstelijnsbijstand. Ik heb daar niet de connotatie aan gegeven die mevrouw Piryns eraan geeft, en die laat ik dan ook volledig voor haar rekening. Ik wil alleen zeggen dat de artikelen met betrekking tot de juridische bijstand niet door de Raad van State werden vernietigd en dat er dus geen probleem is. Voor een permanente juridische eerstelijnsbijstand kunnen mijn ambtenaren echter niet zorgen, daar zijn advocaten voor nodig. Voor het overige laat ik de interpretatie over de advocaten en hun werk geheel voor rekening van mevrouw Piryns.