4-72 | 4-72 |
De heer Dirk Claes (CD&V). - Onlangs maakte de minister bekend dat ze de beroepsvoorwaarden voor de toegang tot de horeca voor ondernemers wil afschaffen. Volgens UNIZO zou deze maatregel tot meer faillissementen leiden. UNIZO gaat wel akkoord met een aanpassing van de huidige beroepsvoorwaarden, maar vindt dat er een soort buffer moet blijven bestaan om de professionaliteit van het beroep echt te garanderen. Het hoge aantal faillissementen in de horeca is volgens de organisatie een gevolg van het ontbreken van een grondige voorbereiding of van elementaire ondernemersvaardigheden. Daarom vraagt UNIZO de beroepsvoorwaarden te laten bestaan en te zorgen voor een grondige actualisatie. De horecaorganisaties vragen eigenlijk ook een verdere professionalisering van het beroep.
Wat zijn de uitgangspunten van de minister in dit dossier?
Is ze inderdaad, zoals in de pers verscheen, voorstander van een volledige afschaffing van de beroepsvoorwaarden in de horeca? Op welke voorwaarden zou dat dan specifiek zijn?
Is de minister bereid om beroepsvoorwaarden te laten bestaan, maar aangepast aan de realiteit van de huidige ondernemerswereld?
Is de minister bereid om over dit dossier van gedachten te wisselen met de ondernemersorganisaties? Zo ja, wanneer kan dat dan?
Wanneer wenst de minister dit plan concreet in uitvoering te laten gaan?
Mevrouw Sabine Laruelle, minister van KMO's, Zelfstandigen, Landbouw en Wetenschapsbeleid. - Ik heb me niet uitgesproken voor de eenzijdige afschaffing van de toegang tot het beroep in de horeca. Op een conferentie met beroepsmensen uit de sector en het onderwijs heb ik wel de basisvraag gesteld of de toegang tot het beroep in de huidige vorm aangepast is aan de echte noden van de sector.
Uit regelmatig overleg met beroepsmensen uit de horeca blijkt dat ze zelf ontevreden zijn over de voorwaarden van toegang tot het beroep. Daar zijn verschillenden redenen voor. Sommige starters hebben bijvoorbeeld onvoldoende basisvaardigheden om in de horeca efficiënt te kunnen werken.
Ik kan me niet uitspreken over de studie van UNIZO en de gevolgen van een afschaffing van de toegangsvoorwaarden voor faillissementen. Ik ben ook geen voorstander van die afschaffing. Toch moet ik vaststellen dat ook de huidige toegangsvoorwaarden de exploitant niet tegen een faillissement beschermen. Aan de horecasector worden ook andere normen opgelegd, bijvoorbeeld inzake voedselveiligheid. Het FAVV speelt dus ook een zeer belangrijke rol.
We moeten een analyse maken om te bepalen wat nodig is, zodat we van kandidaat-ondernemers niet twee keer hetzelfde vragen en overlappingen tussen de toegangsvoorwaarden tot het beroep en de normen inzake voedselveiligheid kunnen voorkomen. Ik vind het dan ook van het grootste belang grondig na te denken over een hervorming van de toegang tot het beroep, zowel naar vorm als naar inhoud. Alleen zo kunnen we komen tot een systeem dat de consument een betere bescherming biedt, zoals een geschikte en aangepaste opleiding voor wie in de sector stapt, ongeacht of het gaat om een geschoolde arbeider of een ondernemer.
Het spreekt vanzelf dat de vertegenwoordigers van de sector, de representatieve organisaties voor de middenstand en mensen uit het onderwijs de volgende weken bij de besprekingen zullen worden betrokken.
De heer Dirk Claes (CD&V). - Het verheugt me dat de minister bevestigt dat ze de beroepsvoorwaarden wel wil aanpassen, maar zeker niet wil afschaffen.
Misschien is het toch nuttig dan ook eens te kijken naar een gelijkschakeling tussen restaurants en cafés. Voor cafés gelden nu geen beroepsvoorwaarden en precies daar zien we veel faillissementen en zou een opleiding rond voedselveiligheid zeer nuttig kunnen zijn.