4-65 | 4-65 |
M. le président. - Mme Julie Fernandez Fernandez, secrétaire d'État aux Personnes handicapées, adjointe à la ministre des Affaires sociales et de la Santé publique, répondra.
Mevrouw Marleen Temmerman (sp.a). - Naar aanleiding van de voorbije Wereld Aids Dag kondigde de minister aan dat de zogenaamde profylactische tritherapie of PEP, een preventieve behandeling tegen aids, vanaf begin 2009 wordt terugbetaald. Voor mensen die een ernstig risico op hiv hebben gelopen, kan dit preventief middel veel hulp bieden. Zo zijn een prikaccident voor gezondheidswerkers een ernstig risico. Hetzelfde geldt bij risicogedrag door onveilig seksueel contact. Ook voor meisjes en vrouwen die het slachtoffer zijn van verkrachting is een preventieve behandeling vaak raadzaam.
PEP is een pillenbehandeling met aidsremmers gedurende een maand. Het is zware medicatie. De kuur moet beletten dat het hiv-virus de lichaamscellen kan binnendringen. Uit onderzoek blijkt dat een PEP-behandeling efficiënt is. Ze verlaagt substantieel de kans op hiv-besmetting. Een voorwaarde is wel dat de behandeling zo snel mogelijk wordt opgestart, namelijk binnen de 72 uur, maar liefst vroeger. Er mag uiteraard geen misbruik worden gemaakt van de behandeling. PEP is niet zoiets als een morning-afterpil tegen een mogelijke ongewenste zwangerschap. De behandeling is behoorlijk duur en kan zware bijwerkingen hebben. Daarom denken artsen goed na voordat ze een behandeling voorschrijven.
Met ingang van 2009 wordt PEP, dat voorheen al in enkele ziekenhuizen beschikbaar was, terugbetaald door de ziekteverzekering. Dat is nog steeds niet algemeen bekend en er zijn veel onduidelijkheden over de regeling. Wie kan aanspraak maken op de terugbetaling en onder welke voorwaarden? Jan Roegiers, mijn collega in het Vlaams parlement, ondervroeg hierover eergisteren Vlaams minister Veerle Heeren. Zij staat volkomen achter het terugbetalingsbeleid van de minister. In de discussie bleek echter dat het ook voor haar nog niet erg duidelijk is wie recht heeft op terugbetaling en wat de voorwaarden zijn.
De minister kondigde eind februari op een interkabinettenwerkgroep aan dat ze een werkgroep zal samenbrengen met het RIZIV, de gemeenschappen, de aidsreferentiecentra, artsen, Sensoa en het Plateforme de prévention du sida, om de onduidelijkheden uit te klaren en een meer gecoördineerde voorlichtingscampagne uit te werken. Ondertussen blijft het voor patiënten en artsen onduidelijk.
De terugbetaling geldt al vanaf begin dit jaar. Kan de minister precies zeggen wie momenteel in aanmerking komt voor de terugbetaling van de PEP-behandeling?
Wat zijn precies de voorwaarden voor de terugbetaling?
Wanneer wordt er samen met de gemeenschappen en de actoren een gezamenlijke informatiecampagne uitgewerkt?
Mevrouw Julie Fernandez Fernandez, staatssecretaris voor Personen met een handicap, toegevoegd aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid. - Ik lees het antwoord van minister Onkelinx.
Volgende personen zullen bijvoorbeeld van de conventie kunnen genieten: slachtoffers van een verkrachting die niet weten of hun agressor seropositief was; koppels met een seropositieve partner, wanneer een condoom scheurt; gezondheidswerkers die zich aan een besmette naald prikken.
Verder moeten volgende voorwaarden vervuld zijn: de blootstelling moet duidelijk vermeld worden in het medisch dossier; de voorschrijvende arts van het referentiecentrum moet de indicatie profylactische behandeling met antivirale middelen voor de begunstigde verantwoorden overeenkomstig de consensus van de Belgische deskundigen van de referentiecentra; de terugbetaling van de kosten van de profylactische behandeling wordt niet erkend door de arbeidsongevallenverzekering en mag noch door het Fonds voor Beroepsziekten, noch door een andere Belgische of buitenlandse verzekering worden terugbetaald.
Verder werden de artsen coördinatoren van de aidsreferentiecentra alsook de vertegenwoordigers van Sensoa en het aidsplatform uitgenodigd voor een informatiesessie op 9 maart. Ze kregen ook al een rondzendbrief met informatie over de stand van zaken betreffende het koninklijk besluit en de conventie die ermee samenhangt.