4-64

4-64

Sénat de Belgique

Annales

JEUDI 19 FÉVRIER 2009 - SÉANCE DE L'APRÈS-MIDI

(Suite)

Question orale de Mme Freya Piryns au secrétaire d'État à la Mobilité sur «la mortalité infantile dans le trafic» (nº 4-643)

Mevrouw Freya Piryns (Groen!). - De afgelopen tien jaar zijn volgens de European Transport Safety Council, ETSC, in de 27 landen van de Europese Unie circa 18 500 kinderen tussen 0 en 14 jaar om het leven gekomen bij verkeersongevallen. Alleen al in 2007 eiste het verkeer bij kinderen jonger dan veertien jaar zo'n 1200 doden. Nog volgens de ETSC zou de helft van die dodental vermeden kunnen worden als heel Europa hetzelfde niveau van verkeersveiligheid als Zweden zou halen.

België boekt weliswaar jaarlijks vooruitgang op het vlak van kindersterfte in het verkeer, maar in de rangschikking staan we toch pas op een schamele zeventiende plaats op 28 landen. Zweden heeft het kleinste aantal slachtoffers, en ook het Verenigd Koninkrijk, Duitsland en Nederland staan in de top vijf.

Hoe komt het dat wij nog steeds zo erg achterop hinken ten opzichte van onze buurlanden? Zou het misschien kunnen liggen aan een gebrek aan visie en daadkracht? In het Verenigd Koninkrijk werd er in 2000 een prioriteit van gemaakt om tegen 2010 het aantal minderjarige slachtoffers met minstens 50% te doen dalen. Volgens het ETSC-rapport zijn ze goed bezig die doelstelling te halen. Nederland gaat voor een geïntegreerde aanpak met zijn plan Duurzaam Veilig, dat ik hier trouwens al als een te volgen model heb aangehaald. Een pakket aan maatregelen op gebied van infrastructuur, regelgeving, handhaving, educatie en voorlichting en kennisoverdracht zorgen ervoor dat Nederland elk jaar een stuk veiliger wordt voor kinderen, en uiteraard ook voor volwassenen, in het verkeer.

Hoeveel kinderen sterven er in België jaarlijks in het verkeer? Kan de staatssecretaris een overzicht van de laatste vijf jaar geven? Kan hij een overzicht geven van de aard van de ongevallen waarbij kinderen om het leven komen? Hoe wil hij dit cijfer doen dalen? Is hij bereid hieraan absolute prioriteit te geven? Denkt hij niet dat een totale aanpak, zoals bij onze noorderburen, de beste - of de enige - garantie biedt om het aantal verkeersslachtoffers terug te dringen?

De heer Etienne Schouppe, staatssecretaris voor Mobiliteit, toegevoegd aan de eerste minister. - Ik zal mevrouw Piryns een statistiek bezorgen met een overzicht van het aantal verkeersdoden per leeftijdscategorie in de periode 2000-2006. De cijfers voor 2007 en 2008 zijn nog niet beschikbaar.

In 2000 vielen in de leeftijdscategorie van 0 tot 14 jaar 52 verkeersdoden, tegenover 32 in 2006, of een daling met bijna 40%. Deze daling loopt in feite parallel met de algemene daling van de ongevallencijfers die we sinds 2000 optekenen en het is onze doelstelling om tegen 2010 het aantal verkeersdoden te halveren ten opzichte van 2000.

Over het soort van ongevallen waarbij deze jonge dodelijke slachtoffers betrokken zijn, kan ik binnen het korte tijdsbestek van deze vraag geen statistisch onderbouwd antwoord geven, maar het is duidelijk dat er een verband is met de manier waarop kinderen zich verplaatsen of vervoerd worden. Kinderen tot 4 jaar worden over het algemeen het slachtoffer van ongevallen als inzittenden van auto's, van 5 tot 9 jaar vooral als voetganger en van 10 tot 14 jaar vooral als fietser.

Een mix van maatregelen op de verschillende bevoegdheidsniveaus is noodzakelijk om de verkeersonveiligheid in het algemeen te doen dalen, wat ook - bijna automatisch - een weerslag zal hebben op de daling van het aantal slachtoffers onder de kinderen.

Er werden en worden specifieke acties genomen die inzonderheid bedoeld zijn voor kinderen. Ik som ze op. De herhaalde bewustmakingscampagnes voor het dragen van de veiligheidsgordel en, meer specifiek, voor het gebruik van de gepaste kinderbeveiligingsmiddelen in de auto; de invoering van de zone 30 in de schoolomgeving en de infrastructurele maatregelen die worden genomen ter beveiliging van de schoolomgeving en de fiets- en voetgangersvoorzieningen op de weg van en naar de school; de aandacht die wordt geschonken aan de problematiek van de dode hoek bij vrachtwagens, zowel voor de chauffeurs als voor de kinderen in de scholen; de acties ter bevordering van het dragen van het fluovestje en de fietshelm; het verkeersonderwijs in de scholen; het verhoogd verkeerstoezicht van de politie aan het begin en het einde van de schooluren; meer algemene maatregelen op het vlak van de sensibilisatie, de infrastructuur, de regelgeving en het verkeerstoezicht, die ervoor moeten zorgen dat het aantal verkeersslachtoffers, onder wie ook kinderen, verder vermindert.

We pleiten voor een geïntegreerde aanpak van de verkeersveiligheid. We beschikken over de Federale Commissie voor de Verkeersveiligheid en de taskforce Verkeersveiligheid, waarin op federaal niveau alle bevoegde overheden vertegenwoordigd zijn en waaraan ook de gewesten zeer actief deelnemen.

Mevrouw Freya Piryns (Groen!). - Ik dank de staatssecretaris voor het overzicht dat hij mij bezorgd heeft. Ik ga er zeer oprecht vanuit dat de staatssecretaris het niet zo heeft bedoeld, maar een mooie statistiek is dit uiteraard niet. We kunnen uiteraard niet toejuichen dat er in 2006 nog steeds 32 kinderen om het leven kwamen; ik blijf dan ook weigeren mij daarbij neer te leggen. De doelstelling om het aantal slachtoffers tegen 2010 te halveren is op zich ambitieus, maar op lange termijn moeten we streven naar nul slachtoffers, wat enkel met een nultolerantie kan worden bereikt.

De staatssecretaris zegt dat hij in dit korte tijdsbestek geen gegevens kan verstrekken over het soort ongevallen. Ik kan daarvoor wel begrip opbrengen omdat ik deze vraag pas om half elf heb ingediend en we nog maar enkele uren verder zijn, maar ik vind eigenlijk wel dat een beleid die naam waardig over deze statistieken zou moeten beschikken. Alle maatregelen die de staatssecretaris heeft opgesomd, lijken mij logisch. Een goed beleid zou echter toch gebaseerd moeten zijn op statistieken en feiten en we zouden moeten weten waar de slachtoffers vallen om er echt iets aan te kunnen doen. Ik hoop dat de staatssecretaris snel ook over de cijfers van 2007 en 2008 beschikt, want ook hier is meten weten en op dat gebied hebben we toch nog een weg af te leggen.