4-60

4-60

Sénat de Belgique

Annales

JEUDI 22 JANVIER 2009 - SÉANCE DE L'APRÈS-MIDI

(Suite)

Question orale de Mme Freya Piryns au ministre de la Justice sur «l'octroi d'une indemnisation à des personnes sans papiers» (nº 4-588)

Mevrouw Freya Piryns (Groen!). - Als je in België geen papieren hebt, ben je blijkbaar minder waard dan `andere' mensen. Tot die vaststelling ben ik jammer genoeg al meer dan eens moeten komen. Sommigen hebben het dan over `illegalen', een woord dat ik nooit in de mond neem omdat het over mensen gaat, zij het dan over mensen zonder papieren.

Dat dit ook nog geldt als je wordt vermoord, tart echt alle verbeelding. Het zou een regelrechte schande zijn, mocht de familie van Oulematou een schadevergoeding worden geweigerd enkel en alleen omdat ze geen geldige papieren had op het moment dat ze werd doodgeschoten. Ik heb gelukkig gemerkt dat Groen! niet alleen staat in haar verontwaardiging hierover. We hebben zowel in de Kamer als in de Senaat een wetsvoorstel ingediend om de wet op de slachtofferhulp te wijzigen zodat ook mensen zonder papieren altijd recht hebben op schadevergoeding. Ik neem aan dat dit voorstel door een meerderheid zal worden goedgekeurd. Een dergelijke wetswijzing biedt echter jammer geen soelaas in de zaak-Oulematou, tenzij de wet met terugwerkende kracht in werking zou treden.

Minister De Clerck blijft erbij dat de commissie in deze zaak nog geen beslissing heeft genomen en noemt een wetswijziging dan ook voorbarig. Blijkbaar zou het ministerie van Justitie wel een negatief advies hebben gegeven, wat de hoop op een positieve beslissing niet bepaald vergroot. Bovendien lijkt het me niet meer dan logisch dat de wet wordt aangepast om vergelijkbare zaken in de toekomst te voorkomen.

Ik had dan ook graag vernomen of de minister bij zijn standpunt blijft om voorlopig niets te ondernemen omdat de commissie, die de schadevergoedingen moet uitbetalen, nog geen definitieve beslissing heeft genomen. Zal de minister de wet wel wijzigen als de beslissing uiteindelijk negatief zou zijn? Zou het niet beter zijn deze wet alleszins aan te passen om gelijksoortige gevallen in de toekomst te voorkomen? Is de minister bereid een eventuele wetswijziging met terugwerkende kracht toe te passen?

Ziet de minister nog andere mogelijkheden dan een wetswijziging om de familie in deze zaak te geven waar ze, net als de andere slachtoffers van de moordpartij van Van Themsche, recht op heeft?

De heer Stefaan De Clerck, minister van Justitie. - Ik ben blij dat ik naar aanleiding van deze mondelinge vraag alle elementen nog even op een rij kan zetten.

Ik was enigszins gegriefd door de tussenkomst van een advocaat die in dezelfde week, om kantoortechnische redenen, vroeg het dossier uit te stellen en tegelijkertijd een oproep deed om me niet tegen uitbetaling te verzetten. Dat is niet de gepaste methode om een reëel probleem aan te kaarten en op politiek niveau te behandelen. Ik wil de afhandeling van dat dossier immers niet vermengen met een wetswijziging. Gelet op dit belangrijk principe, dat we onszelf opleggen, kan de wetgever in een lopend dossier niet rechtstreeks interveniëren.

Ik leg er toch de nadruk op dat dit dossier behartigenswaard is en dat iedereen wel voelt dat hierover discussie kan ontstaan. De wetgeving bepaalt sinds 1985 echter dat die commissie alleen een vergoeding kan toekennen aan mensen met de Belgische nationaliteit of aan anderen die gerechtigd zijn ons land binnen te komen, er te verblijven of er zich te vestigen.

De vertegenwoordiger van de minister, die ook deel uitmaakt van die commissie, heeft geadviseerd de commissie de gegevens te bezorgen waaruit het statuut van de betrokkene blijkt. Meer steekt er niet in het dossier. Daaruit afleiden dat de minister hardvochtig is en zich tegen elke tussenkomst zou verzetten, is niet correct, ja zelfs misplaatst.

Ik herhaal dat nog geen beslissing is genomen en ik hoop dat de zaak binnen een redelijke termijn behandeld kan worden. De commissie zal oordelen op basis van alle elementen van het dossier. Ik beklemtoon dat ze alleen een vergoeding toekent als tot veroordeling werd overgegaan en een schadevergoeding werd toegekend en op voorwaarde dat de betrokkene niet op andere manieren kan worden vergoed.

Het is dus een `subsidiaire' procedure voor specifieke gevallen. Men zal dus moeten onderzoeken of er al geen andere vergoeding is uitgekeerd en of aan de wettelijke bepalingen voor de toekenning is voldaan. We moeten dus wachten op de uitspraak, maar ik geef toe dat de bewuste bepaling problemen kan veroorzaken.

Los van dit specifieke geval is het evident dat een evaluatie nuttig is en dat over bewuste bepaling een debat moet worden gevoerd. Ik heb al meermaals bevestigd, dat we na de afhandeling van deze concrete procedure, meteen moeten nagaan of de wetgeving al dan niet moet worden aangepast. Het onderzoek terzake is al gestart.

Als de wet zou worden gewijzigd en de bepaling dat men Belg moet zijn of wettig in België moet verblijven, zou worden geschrapt, rijst de vraag naar de retroactiviteit. Daar zijn verschillende oplossingen mogelijk. Er kan bijvoorbeeld een nieuw verzoekschrift worden ingediend. Er zijn dus mogelijkheden om ervoor te zorgen dat de vergoeding in dit concrete dossier toch wordt uitgekeerd.

We moeten dus de procedure afwachten, de wet rustig evalueren en kijken hoe ze kan worden gewijzigd en of en hoe de retroactiviteit kan spelen.

Mevrouw Freya Piryns (Groen!). - De minister en ik kennen elkaar nog niet zo goed, want in het anderhalf jaar dat ik senator ben, was hij volksvertegenwoordiger. Hij moet wel weten dat ik niet altijd zo kalm en sereen blijf als vandaag. Ik heb geprobeerd mijn vragen zeer sereen te stellen, net omdat ik het zo'n schrijnend verhaal vind. Je hoeft niet uit Antwerpen te komen om door deze geschiedenis aangegrepen te worden, maar misschien voel je het toch nog intenser aan als je wel in die stad woont.

Ik benadruk nogmaals dat ik dit debat sereen wil voeren en ik ben de minister dankbaar dat hij de zaken uit elkaar houdt. Ik hoop echter dat hij geëngageerd zal blijven om ook in dit specifieke dossier actief naar een oplossing te zoeken. Ik onthoud alvast dat hij een wetswijziging niet bij voorbaat afwijst.

Ik blijf erbij dat het een absolute schande is en een democratie onwaardig dat de familie van een slachtoffer van dergelijke brutale daden geen recht heeft op een schadevergoeding, enkel en alleen omdat hij of zij geen `papieren' heeft. Mensen zonder papieren die iets fout doen, moeten wel aan het schadefonds betalen. En terecht! Maar ze moeten er dan ook aanspraak op kunnen maken. In deze mag het wel of niet hebben van papieren geen enkele rol spelen.