4-59

4-59

Sénat de Belgique

Annales

JEUDI 15 JANVIER 2009 - SÉANCE DE L'APRÈS-MIDI

(Suite)

Demande d'explications de Mme Helga Stevens au vice-premier ministre et ministre de la Fonction publique, des Entreprises publiques et des Réformes institutionnelles sur «la délivrance de certificats linguistiques par le SELOR en ce qui concerne la langue des signes flamande et la langue des signes de Belgique francophone» (nº 4-652)

M. le président. - M. Carl Devlies, secrétaire d'État à la Coordination de la lutte contre la fraude, adjoint au premier ministre, et secrétaire d'État, adjoint au ministre de la Justice, répondra.

Mevrouw Helga Stevens (Onafhankelijke). - In mei 2008 stelde ik aan de voorgangster van de minister, minister Vervotte, een vraag (nr. 4-327) over het uitreiken van taalattesten door SELOR betreffende kennis van de Vlaamse of Frans-Belgische gebarentaal. Voor politiemensen bestaat de wettelijke basis voor het behalen van zo'n attest al. Binnen afzienbare tijd zou het effectief verwerven ervan mogelijk moeten zijn, eens de nodige afspraken tussen de politiediensten en SELOR zijn gemaakt.

In haar antwoord stelde minister Vervotte dat ze de regeling voor de politiediensten een interessante mogelijkheid vond. De minister zegde toe de FOD Personeel & Organisatie opdracht te zullen geven om de opportuniteit van een dergelijke regeling voor de federale overheidsdiensten te onderzoeken tegen begin juli 2008. Inmiddels is het al januari 2009 en daarom heb ik volgende vragen.

Is het onderzoek van de FOD Personeel & Organisatie ondertussen afgerond?

Wat zijn de resultaten van het onderzoek?

Welke beleidsmaatregelen plant de minister te koppelen aan de resultaten van het onderzoek? Kan hij een timing geven?

De heer Carl Devlies, staatssecretaris voor de Coördinatie van de Fraudebestrijding, toegevoegd aan de eerste minister, en staatssecretaris, toegevoegd aan de minister van Justitie. - Ik lees het antwoord van de minister. De eerste vraag was of het onderzoek van de FOD Personeel & Organisatie ondertussen is afgerond.

SELOR heeft in opdracht van mijn voorgangster onderzocht hoe het de taalexamens gebarentaal (Vlaams en Frans-Belgisch) in een eerste fase kan openstellen voor alle federale ambtenaren.

Op termijn zal, na de proeffase, overwogen kunnen worden om de certificatietest van de gebarentalen open te stellen voor al de Belgische burgers en wel naar analogie van het testen van de tweede landstaal.

Om die aanpak voor te bereiden is SELOR op zoek gegaan naar experts (Nederlandstalige en Franstalige) die de procedure mee kunnen uitwerken. Mogelijke vragen die beantwoord moeten worden zijn de volgende. Hoe zou een dergelijke certificatietest eruit moeten zien? Welk niveau dient te worden getest? Wat zijn mogelijke equivalenten (bijvoorbeeld vrijstellingen voor dove ambtenaren die een bepaalde opleiding gebarentaal genoten hebben enzovoort)? Hoe over de aanpak communiceren?

De tweede vraag ging over de resultaten van het onderzoek.

Voor de certificering van de (Vlaamse en Frans-Belgische) Gebarentaal werd een samenwerking aangegaan met de federatie van Vlaamse dovenorganisaties - Fevlado (met Maartje De Meulder voor het Nederlands) en la `Commission consultative de la langue des signes' (met Maurice Hayard voor het Frans).

Twee voorbereidende vergaderingen werden georganiseerd in augustus en oktober jongstleden, waarop bovenstaande vragen in detail werden besproken. Aan de experts werd achteraf eveneens om een formeel advies gevraagd.

Inzake de certificatie van Vlaamse gebarentaal (VGT), adviseren de Vlaamse experts om voor dove mensen de bestaande taaltesten Nederlands of Frans niet aan te passen, zodat die testen toegankelijk worden voor dove mensen. Dit betekent dat ze een test `Nederlands' of `Frans' afleggen en geen test Vlaamse of Frans-Belgische Gebarentaal.

Binnen de bestaande taalprocedures test SELOR nooit de eerste taal van een kandidaat, Nederlandstalige kandidaten worden bijvoorbeeld getest op het Frans en Franstalige kandidaten op het Nederlands.

De vraag werd gesteld of het testen van een gebarentaal niet neerkomt op het testen van een `eerste' taal. De experts oordelen dat ervan wordt uitgegaan dat iedereen, doof of horend, het Nederlands of het Frans als `eerste taal' heeft en dus een test gebarentaal kan afleggen. Ze zijn bovendien van oordeel dat een tolkendiploma op zich onvoldoende is om een certificatie te krijgen. Dat heeft tot gevolg dat ook de tolken Vlaamse gebarentaal bij SELOR een test moeten afleggen.

Een openstaande vraag blijft hoe en door wie de testen ontwikkeld zullen worden. Hier moeten zeker gebarentaalkundigen bij betrokken worden, maar die zijn in Vlaanderen op één hand te tellen. De ontwikkeling van dergelijke testen is zeker geen vanzelfsprekendheid.

Ook deze punten werden door de Vlaamse experts op de agenda van de adviescommissie Vlaamse Gebarentaal geplaatst.

Op 28 januari 2009 is een nieuwe vergadering gepland bij SELOR, waar zowel de Nederlandstalige als de Franstalige experts op uitgenodigd zijn. Tijdens dat overleg zal een concrete aanpak worden besproken die tot een effectieve operationalisering van het certificeren van gebarentalen moet leiden.

Ook tussen de federale politie en SELOR werd een protocol gesloten voor de evaluatie van de kennis van andere talen die kan leiden tot de toekenning van een toelage.

Er werd, ten derde, gevraagd welke beleidsmaatregelen de minister zal koppelen aan de resultaten van het onderzoek en of een timing kan worden gegeven.

Op basis van de vervolgvergadering zal een concreet stappenplan worden opgesteld om de certificering van de Vlaamse en Frans-Belgische gebarentaal - voor twee doelgroepen, namelijk dove gebarentaligen en horenden die de gebarentaal machtig zijn - te integreren in de taalexamens die door SELOR worden georganiseerd. De implementatie van de procedures is gepland voor 2009.

Mevrouw Helga Stevens (Onafhankelijke). - Ik ben bijzonder aangenaam verrast door de bereidwilligheid van SELOR en van de FOD Personeel en Organisatie om samen na te denken over de manier waarop de kennis van de gebarentaal in beide landsdelen kan worden gevaloriseerd. Ook het antwoord over de certificatie is bijzonder positief. Ik ben benieuwd naar het resultaat want op dat vlak lopen wij, in vergelijking met bijvoorbeeld Groot-Brittannië, echt wel achterop.