4-59 | 4-59 |
De voorzitter. - Tijdens zijn vergadering van deze middag heeft het Bureau besloten een actualiteitendebat te houden over `de situatie in Gaza'.
Mevrouw Marleen Temmerman (sp.a). - De minister antwoordde tijdens de hoorzitting vorige week reeds op vele vragen vanuit het parlement met betrekking tot de situatie in Gaza. Toch lijkt enige verduidelijking nog wenselijk. De huidige dramatische situatie in het Midden-Oosten roept immers steeds meer vragen op.
Er zijn al een tijd geruchten dat vluchten van het Israëlische leger met wapens van en naar de Verenigde Staten een tussenstop zouden maken op de luchthaven van Bierset, waar volop nieuwe munitie wordt geleverd. Het gaat hier over pyrotechnische stoffen voor munitie, onderdelen van pantserwagens en onderdelen van UAV-vliegtuigen.
De wapenwet stelt dat een uitvoer- of doorvoervergunning wordt geweigerd wanneer de wapens worden ingezet voor een binnenlandse onderdrukking of wanneer er een conflict mee wordt uitgelokt of verlengd. Dat houdt in dat wapenleveringen vanuit België aan Israël onmiskenbaar moeten worden geweigerd. België kan toch onmogelijk een staakt-het-vuren eisen van een land waaraan het terzelfder tijd wapens levert?
Daarnaast rijzen ook vragen over verantwoordelijkheid voor oorlogsmisdaden.
Het is duidelijk dat beide partijen in deze oorlog het internationaal oorlogsrecht hebben geschonden en nog dagelijks schenden. Dat kunnen we niet aanvaarden. Daarom moet er een internationaal onderzoek worden opgestart zodat de schuldigen vervolgd en bestraft kunnen worden. Als dat niet gebeurt, zijn de veroordelingen die de internationale gemeenschap uitsprak, holle woorden. Verantwoordelijkheid opnemen voor uw daden gaat ook over de kosten van de heropbouw van infrastructuur en over de kosten voor het opruimen van de clusterbommen. Zoals de minister er zelf reeds op wees, werd een groot deel van de infrastructuur in Gaza, waaronder scholen en ziekenhuizen, met Europees geld betaald. Die werden de laatste weken gebombardeerd en beschoten. Het is hier dan ook in de eerste plaats aan Israël om de gevolgen van zijn daden te dragen en in te staan voor de kosten.
Wat zal de minister ondernemen om verdere steun vanuit ons land aan de aanslagen te verhinderen? Is hij bereid om hierover overleg te plegen met de Gewestregeringen en hen er op te wijzen dat er, in strijd zijn met onze wapenwet, vanuit België wapenleveringen plaatsvinden aan Israël?
Zal hij er bij de bevoegde internationale instellingen op aandringen een internationaal onderzoek op te starten naar de schendingen van het internationaal oorlogs- en humanitair recht in deze oorlog?
Zal hij ervoor pleiten dat de kosten voor de heropbouw van de vernietigde infrastructuur en voor het opruimen van de clusterbommen in Gaza, volledig worden doorgerekend aan Israël?
M. Josy Dubié (Ecolo). - En dépit du vote de la résolution 1860 du Conseil de sécurité des Nations unies demandant un cessez-le-feu à Gaza, l'offensive de l'armée israélienne se poursuit et se renforce, entraînant un nombre croissant de victimes civiles.
Le commissaire européen à l'aide humanitaire, M. Louis Michel, a dénoncé avec force dans la Libre Belgique de mardi le non-respect par Israël du droit humanitaire à Gaza car cet État ne protège pas suffisamment les populations civiles lors de son offensive.
Cet avis est corroboré par une dénonciation très ferme, du même ordre, par le Comité international de la Croix-Rouge (CICR), qui se prononce pourtant très rarement publiquement sur ce genre de situation.
Les témoignages dignes de foi se multiplient par ailleurs concernant l'utilisation par Tsahal de munitions causant des dommages considérables aux populations civiles : bombes au phosphore, bombes GBU-39 à uranium appauvri, bombe DIME au tungstène qui provoque d'innombrables coupures et blessures nécessitant des amputations ou, comme vous l'avez confirmé vous-même récemment en commission des Affaires étrangères, monsieur le ministre, de grandes quantités de bombes à sous-munitions, qui resteront meurtrières bien après la fin du conflit, surtout pour les civils.
Les journalistes sont toujours interdits d'accès à la bande de Gaza par les autorités israéliennes.
Israël menace de couler le bateau Spirit of Humanity chargé d'aide humanitaire à destination de Gaza, sur lequel se trouve un collègue député bruxellois, M. Fouad Ahidar, avec trente-six autres personnes.
Peu avant Noël, le gouvernement belge a donné son accord au « rehaussement » des relations avec Israël décidé ensuite par le Conseil des ministres européen contre l'avis du parlement européen.
Au Sénat, le 11 décembre 2008, je vous ai posé une question sur la cohérence de ce « rehaussement » qui intervient en dépit du refus des autorités israéliennes de respecter les résolutions des Nations unies. Après avoir précisé que « vous souteniez pleinement cette décision », vous m'avez répondu : « Je vais profiter de ce dialogue intensifié entre l'Union européenne et Israël ainsi que des contacts bilatéraux entre la Belgique et ce pays pour insister encore davantage sur le devoir - nécessaire et incontournable - qu'a celui-ci de respecter le droit international, le droit communautaire et ses propres engagements dans le cadre du processus de paix ».
Voici dès lors mes questions.
Qu'attendez-vous pour convoquer officiellement l'ambassadeur d'Israël et lui signifier la condamnation par la Belgique des violations graves du droit international commises à Gaza ?
Soutenez-vous toujours ce « rehaussement » des relations avec Israël, refusé par le parlement européen ?
Êtes-vous prêt à en demander la remise en cause, ou pour le moins le gel, jusqu'à ce que les autorités israéliennes se conforment aux exigences du droit international, en particulier du droit humanitaire ?
Pendant que nous sommes en train de deviser, la situation empire à Gaza. Je vous lis une dépêche de l'agence Belga datée de ce jour à 12 h 48 : « Des chars israéliens ont pénétré jeudi pour la première fois au coeur d'un quartier en plein centre de la ville de Gaza. Les bombardement de l'aviation israélienne ont été les plus violents depuis le début de l'offensive. La principale agence de l'ONU d'aide aux réfugiés palestiniens (UNRWA) a suspendu ses opérations à Gaza après la chute d'obus israéliens sur un complexe de l'UNRWA blessant trois employés ; des dépôts du complexe ont pris feu et des centaines de tonnes d'aide humanitaire ont été dévorées par les flammes. »
Voici quelques jours, M. Louis Michel, l'un de vos prédécesseurs au poste de ministre des Affaires étrangères et aujourd'hui commissaire européen à l'aide humanitaire, disait ceci : « Je suis obligé en tant que commissaire à l'aide humanitaire de voir les conséquences et les évidences ; une évidence que la plupart des experts en la matière admettent et dénoncent est qu'Israël ne respecte pas le droit humanitaire. De mon point de vue c'est dramatique et je ne peux pas l'accepter. »
Enfin, dans Le Soir d'aujourd'hui, on peut lire que « Dans une rare prise de position, la prestigieuse revue britannique médicale Lancet a accusé mercredi les forces israéliennes d'atrocités... Nous avons du mal à croire qu'une nation démocratique par ailleurs respectée internationalement peut autoriser des atrocités humaines aveugles de cette ampleur dans un territoire déjà soumis à un blocus terrestre et maritime ».
Qu'attendez-vous, monsieur le ministre, pour convoquer officiellement l'ambassadrice d'Israël et lui faire part de notre opposition absolue à la manière dont ce conflit est mené, conflit qui a déjà fait des centaines de victimes civiles, dont 300 à 400 enfants, comme l'affirment les sources sur place ?
Mevrouw Sabine de Bethune (CD&V). - De humanitaire situatie in Gaza is vreselijk. Er zijn al duizend doden waarvan driehonderd kinderen. Hulpverlening is amper mogelijk, wat ook blijkt uit recente foto's van een Westers journalist ter plaatse. Zowat alles ontbreekt: medicijnen, drinkbaar water, benzine en dat allemaal op een strook van 15 vierkante kilometer.
In de lijn van de resolutie die de CD&V- fracties in de Senaat en in de Kamer hebben ingediend, sluit ik mij aan bij al diegenen die al dagenlang aandringen op een onmiddellijk staakt-het-vuren in het perspectief van een meer duurzame vrede waarbij onder meer gepraat kan worden over volgende punten: de terugtrekking van de Israëlische troepen uit Gaza, de openstelling van de grenzen, de opheffing van het embargo, de erkenning van de territoriale grenzen van Gaza, de stopzetting van de raketaanvallen vanuit Gaza, de controle op de wapensmokkel vanuit Egypte, de erkenning door Hamas van de onafhankelijke Israëlische staat, de rol van de Palestijnen op de Westbank.
Wat is vandaag de houding van de Belgische regering ten aanzien van de toestand in Gaza? Welke stappen kunnen wij doen, ook met het oog op de op til zijnde Europese vergadering?
Ik stem in met de actie die de regering heeft ondernomen. Het verheugt me dat gewonde kinderen hier in de beste omstandigheden kunnen worden verzorgd en ik dring erop aan dat al het mogelijke wordt gedaan om die operatie uit te breiden. Wat kunnen we in dat opzicht nog ondernemen? Waardoor wordt de humanitaire actie waarin ons land de leiding heeft genomen, belemmerd?
Welk standpunt zal ons land innemen op de komende Raad Algemene Zaken en Externe Betrekkingen van 26 en 27 januari?
Mme Christine Defraigne (MR). - J'essaierai d'être plus nuancée dans mon approche du problème et d'adopter une attitude plus équilibrée et pacificatrice et moins unilatérale.
Comme tout le monde, nous sommes extrêmement touchés, interpellés et sensibilisés par la situation des victimes du conflit. Il faut oeuvrer pour qu'un État d'Israël vive en paix et en sécurité. Israël a certainement intérêt à la paix, comme l'ensemble des pays qui l'entourent.
Nous sommes également prêts à nous investir pour l'existence d'un État palestinien. Nous l'avons prouvé puisque l'Union européenne est le premier donateur financier et le premier soutien politique à la naissance d'un tel État.
À court terme, l'essentiel est l'insistance, la persévérance, l'acharnement à conclure un cessez-le-feu. Mais ce dernier ne doit pas être provisoire, il doit être permanent, stable et contrôlé. Il doit comprendre en amont l'arrêt des tirs de roquettes, d'une part, et l'arrêt de la progression de l'armée israélienne, d'autre part.
Assurer la sécurité du sud d'Israël signifie l'arrêt des tirs de roquettes. Or, depuis la fin de la trêve, les tirs ont augmenté et ont une plus longue portée. C'est une dimension manifeste du conflit.
Un cessez-le-feu doit aussi régler la question du trafic d'armes et des tunnels de contrebande à la frontière avec l'Égypte. Il faut mettre un terme au blocus de Gaza, permettre l'ouverture des points de passage, sous le contrôle de l'Union européenne, comme prévu depuis 2005.
Pour le moment, les Égyptiens et les Israéliens refusent les observateurs internationaux sur leur territoire. Tenant compte de cette donnée, il faut lever le blocus sur Gaza dès que possible et permettre la mise en place de ces observateurs.
À plus long terme, il faut oeuvrer pour la reprise du dialogue entre les factions palestiniennes, ce qui est hélas impossible pour l'instant.
Quid d'un dialogue, d'un contact direct avec le Hamas ? Ce mouvement a remporté les élections législatives et a pris ensuite le pouvoir par la force à Gaza. Nous sommes favorables à des contacts et à un dialogue avec le Hamas mais à condition que ses militants ne tirent plus de roquettes sur Israël et reconnaissent le droit à l'existence de l'État d'Israël ainsi que les accords avec l'OLP.
Il faut quand même rappeler que le Hamas est considéré comme un mouvement terroriste ; c'est donc à la fois son message politique et ses moyens d'action qui sont ciblés.
Un autre élément me paraît aussi absent de ce débat. On parle du Hamas, mais qu'en est-il du signal vers Téhéran, qui apparaît en filigrane ?
Ce que nous demandons avec force, c'est la réconciliation. S'il doit y avoir un interlocuteur, cela doit être Mahmoud Abbas qui est l'autorité représentative et légitime. L'autorité palestinienne qui, durant une année, a parlé avec les Israéliens disait elle-même que les choses avançaient.
Ce que nous souhaitons, c'est le retour à un processus politique.
On a beaucoup dit que la réaction d'Israël - si elle était légitime - était disproportionnée et qu'elle ne permettait pas d'atteindre des objectifs militaires et politiques. Peut-on parler de riposte proportionnée lorsqu'il y a un mouvement de guerre ? Y a-t-il un quelconque moyen militaire...
M. Philippe Moureaux (PS). - Hitler avait raison d'après vous alors !
Mme Christine Defraigne (MR). - Permettez-moi de continuer, je n'ai pas fini ma phrase...
Monsieur le président, c'est un fait personnel et absolument scandaleux de la part de M. Moureaux. J'aimerais que l'on ne m'interrompe pas, à ma droite, pour tenir de tels propos !
Mon idée était justement la suivante : peut-on jamais parler de riposte proportionnée lorsque des moyens militaires sont engagés ?
Cette action ne va-t-elle pas renforcer politiquement et médiatiquement le Hamas alors même qu'il base ses actions terroristes sur le sang des Palestiniens eux-mêmes ?
Frapper d'ostracisme un des quelconques partenaires d'un futur processus de paix ne servirait à rien. Il faut que l'administration américaine s'implique, mais elle doit accepter d'agir en tandem avec la diplomatie européenne qui, elle, devra parler d'une seule voix, c'est-à-dire défendre une position commune présentée par une seule personne. L'Europe ne sera crédible qu'à ce prix.
Dans un débat aussi difficile où le sens de la nuance est important, j'estime que chacun a légitimement le droit de s'exprimer sans qu'il ne lui soit fait de procès d'intention et sans que l'on essaye de lui jeter l'opprobre parce que sa position est peut-être un peu plus nuancée par rapport à certains anathèmes qui sont prononcés.
Je voudrais savoir ce que vous pensez des violations éventuelles du droit humanitaire, du respect ou non des couloirs humanitaires, des actions que compte mener le gouvernement belge qui s'est montré extrêmement proactif et rapide à réagir et du bilan de cette action humanitaire.
De heer Karim Van Overmeire (VB). - Ook onze fractie vindt wat er momenteel in Gaza gebeurt tragisch. We hopen dat er een einde komt aan het geweld, dat er eindelijk een echte structurele oplossing komt die vrede brengt. Die oplossing ligt ongetwijfeld in de oprichting van twee staten. Het Vlaams Belang is voorstander van een `tweestatenoplossing', en dat niet alleen in België, maar ook in Israël en Palestina.
Het is echter zeer moeilijk een dergelijke oplossing uit te werken als een van beide partijen uit is op de vernietiging van de andere. Ik heb dan ook enkele bedenkingen die ik in de vrij eenzijdige betogen van het merendeel van de vorige sprekers nog niet heb gehoord.
Welk cynisch spel heeft Hamas gespeeld door ondanks herhaalde waarschuwingen van Israëlische zijde doelbewust raketten op Israël af te vuren? Het geweld dat we nu zien is uitgelokt. Barack Obama, het nieuwe idool van de linkerzijde, stelt dat, als iemand raketten zou afvuren op het huis waar zijn twee dochters slapen, hij alles zou doen om dat te stoppen. Hij verwacht dat de Israëli's hetzelfde doen. Dat is wat er nu gebeurt.
Er wordt gesproken over disproportioneel geweld. Welnu, mochten de militaire machtsverhoudingen tussen Hamas en Israël het omgekeerde zijn van wat ze nu zijn, dan zouden we niet meer moeten pleiten voor de oprichting van twee staten. Israël zou in dat geval al lang van de kaart zijn geveegd.
In het conflict valt me het volgende op. Enerzijds is er Israël, dat in buitengewoon moeilijke omstandigheden een democratische staat probeert te zijn. Het ligt temidden van fundamentalisme en autoritaire regimes. Zo is het mogelijk dat Arabische burgers in Israël massaal op straat komen voor vredesbetogingen en hierbij worden beschermd door de Israëlische politie, terwijl enkele kilometers verder aan het front Israëlische soldaten vechten. Anderzijds is in Gaza, dat onder controle van Hamas staat, helemaal niets mogelijk. Hamas wil niet alleen niet met Israël samenleven, het heeft zelfs de aanhangers van Fatah verdreven.
Benno Barnard noemde Hamas vorige week in Knack een bende `bloeddorstige, vrouwenhatende gekken met een middeleeuws wereldbeeld'. Ik weet niet of ik zover wil gaan, maar het gaat duidelijk om een verfoeilijk regime. Het feit dat de Arabische regimes zo weinig steun geven aan de Palestijnen in Gaza is misschien mee te verklaren door het karakter van Hamas.
Een laatste punt is de zorgwekkende import van het conflict. In Europese steden in Frankrijk en Duitsland en ook bij ons worden Joodse medeburgers bedreigd en belaagd. Dat is volstrekt ontoelaatbaar.
We moeten ons weinig illusies maken; de invloed van de Europese landen op de strijdende partijen is vrij beperkt. De Israëli's zijn vastbesloten hun agenda af te werken, wat die agenda ook moge zijn en wat hun perspectieven op lange termijn ook mogen zijn.
Welke oplossingen en perspectieven resten er nog eens er een staakt-het-vuren zal zijn afgekondigd? Welke rol kan de Europese Unie op iets langere termijn spelen?
M. Philippe Moureaux (PS). - Dans un sujet tel que celui-ci, il est difficile de faire la part entre le sentiment et la raison. Je vais cependant essayer.
Je voudrais d'abord clarifier les choses à l'intention de ceux qui font semblant d'avoir des doutes à ce sujet : j'espère que les événements dont il est question auront le moins de conséquences possible sur la cohabitation des différentes populations établies sur notre territoire. Étant en première ligne dans la municipalité que je dirige, je ne cesse de lutter contre les éventuelles tentatives qui viseraient à créer des sentiments antisémites. L'antisémitisme est pour moi un fléau. C'est ce que m'a inculqué mon père qui avait consacré une grande partie de sa vie à lutter contre celui-ci. Malgré ma totale solidarité avec le peuple palestinien, je ne puis accepter la moindre concession sur ce plan.
Cela étant, il ne me paraît plus possible à l'heure actuelle de dire que l'on a une position équidistante entre un État surarmé et une population quasi totalement désarmée, continuellement victime d'agressions mortelles qui touchent en particulier les enfants et les femmes. J'ai sous les yeux une dépêche d'aujourd'hui indiquant que le siège à Gaza de l'Agence des Nations unies pour les réfugiés, dans laquelle toute une série de personnes avaient trouvé refuge, vient d'être touché par des obus au phosphore tirés par l'armée israélienne. On parlera sans doute de « dégât collatéral ». Je n'y crois plus. Je pense que nous avons affaire à une forme de terrorisme d'État qui, dans une soi-disant guerre entre un État surarmé et une organisation - qui n'a pas que des qualités, c'est le moins que l'on puisse dire, mais qui dispose de moyens largement inférieurs - vise à mettre un peuple à genoux, voire à le massacrer.
Pour ma part, je crois, et je vais peut-être vous étonner, qu'il est aujourd'hui dans l'intérêt des Israéliens, en tout cas à plus long terme, et de l'ensemble de nos communautés, d'aboutir à une solution qui respecte le peuple palestinien.
On peut aujourd'hui l'abattre, on peut tuer les Palestiniens par centaines et par milliers, les choses sont telles à ce jour que l'État d'Israël n'a un avenir que dans la paix avec les peuples arabes qui l'entourent. Ce n'est pas en provoquant une fois encore la colère, la peine, le malheur que l'on résoudra les choses. Ce n'est qu'en négociant. Monsieur le ministre, je vous demande, ainsi qu'à l'ensemble du gouvernement, de convoquer l'ambassadeur d'Israël pour lui exprimer notre peine et notre colère. Louis Michel - lisez attentivement ses textes - parle en fait de « crime de guerre ». Que l'on médite ces paroles dans certains partis qui ne comprennent même pas ce que dit Louis Michel ! Je demande que l'on convoque l'ambassadeur d'Israël et qu'on l'incite à respecter la voix des Nations unies.
Mme Christine Defraigne (MR). - Louis Michel a aussi employé le terme « équidistance ».
M. Philippe Moureaux (PS). - Vous faites une contorsion qui doit être bien fatiguante ! M. Louis Michel, que vous semblez désavouer, a parlé d'une violation constante du droit humanitaire. Cela s'appelle des crimes de guerre, madame. Cela vous dérange mais c'est la vérité. Il est temps, ici en Europe, d'avoir le courage de voir ce qui se passe, de voir que quand les enfants meurent en masse, c'est aussi nos enfants que l'on menace pour l'avenir.
Mme Christine Defraigne (MR). - Lisez Louis Michel correctement.
Mevrouw Margriet Hermans (Open Vld). - Vandaag is de negentiende dag van de oorlog in Gaza en de Israëlische grondtroepen zijn inmiddels al doorgedrongen in Gaza-stad. Tegelijkertijd blijkt Hamas nog steeds raketten af te vuren op de burgerbevolking van Israël.
De gruwelen die we dagelijks zien in het avondjournaal bewijzen eens te meer dat een propere oorlog niet bestaat. Collateral damage en legitimate targets zijn woorden die de waarden rond dit humanitaire drama verbloemen.
De situatie in Gaza is ontstaan omdat Israël een vicieuze cirkel wou doorbreken. Hamas bestookt Zuid-Israël al jaren met raketten en mortiergranaten, met als voorwendsel dat zodoende wordt gereageerd op de blokkade van de Gaza-strook door Israël. Op zijn beurt rechtvaardigt Israël de blokkade door te wijzen op de raketten die maar blijven vallen. Voor meer informatie verwijs ik naar de uitvoerige analyse die tijdens de gedachtewisseling met de minister werd gemaakt.
Alleszins heb ik begrepen dat het in de bedoeling ligt van ons land om een vredevolle missie uit te voeren. Wij weten hier maar al te goed wat oorlog betekent en welke prijs moet worden betaald. Wij moeten dan ook alles in het werk stellen om dit conflict uit de wereld te helpen.
We mogen absoluut niet toegeven aan de verleiding van een welles-nietesspelletje over wie waarmee begonnen is. Alles hangt immers af van het tijdstip dat men als referentiepunt neemt om dit te bepalen.
Een discussie over de proportionaliteit heeft al evenmin zin. Volgens sommigen is de respons van Israël op de raketaanvallen vanwege Hamas buiten proportie. Wat willen de aanhangers van dit standpunt dan? Moet Israël proportioneel beantwoorden en dus zelfmoordterroristen sturen naar Gaza en raketten afvuren waarvan niemand weet waar ze zullen inslaan?
Ik was getroffen door een lezersbrief in een krant, waarin een 81-jarige Antwerpenaar wees op het onhoudbaar psychologisch effect van de dreiging van raketten. Hij verwees naar zijn persoonlijke ervaring tijdens de Tweede Wereldoorlog, waarbij de Duitsers jaren aan een stuk V1's en V2's afvuurden op de burgerbevolking. Hij omschreef zeer nauwkeurig de psychologische terreur die daaruit voortvloeide. Dat doorstaan de Israëli's reeds acht jaar en nu ondervindt ook de bevolking van Gaza deze terreur.
Wat is trouwens een proportionele oorlog? Dat is per definitie een eeuwige oorlog. Oorlog is immers een middel om met geweld de overhand te krijgen. Als het geweld proportioneel is, lukt dat de facto niet.
Ik ben het dan ook niet eens met de oproep van sommigen om unilateraal sancties te treffen tegen Israël en/of de diplomatieke betrekkingen te verbreken. We moeten streven naar een stopzetting van het geweld, maar zonder dialoog kunnen we niets bereiken.
Vanzelfsprekend moet er zo snel mogelijk, conform de goedgekeurde VN-resolutie, werk worden gemaakt van het staakt-het-vuren. Het spreekt ook voor zich dat we de oproep van het Europees Parlement steunen om humanitaire hulpverleners en journalisten een onbelemmerde toegang te bieden tot het oorlogsgebied.
Ons land moet, samen met de internationale gemeenschap, werken aan een wapenstilstand die wordt gewaarborgd door een mechanisme dat door de internationale gemeenschap in overleg met het Kwartet en met de Arabische Liga wordt ingesteld eventueel zelfs met inbegrip van een mogelijke inzet van een multinationale troepenmacht.
Ik ben ontzet door het vele leed aan beide zijden en het verheugt me dan ook dat de regering maatregelen heeft genomen om een aantal kinderen te redden. Sommigen noemen dat water naar de zee dragen, maar het is beter tot actie over te gaan dan te blijven palaveren. We vragen dan ook dat de regering inspanningen blijft doen om kinderen te helpen die het slachtoffer zijn van het conflict. Hopelijk steunen Egypte en Israël de organisatie van bijkomende evacuatiemissies.
De minister van Buitenlandse Zaken had gelijk toen hij zei dat we nu moeten kiezen tussen helpen op humanitair vlak en dringende hulp aan de bevolking opofferen aan het opzetten van een hoge diplomatieke borst.
Ik maak me verder ook zorgen voor onze troepen in Libanon. Tot twee maal toe werden er vanuit Libanon al raketten afgevuurd naar Israëlische dorpen en steden. De aanwezige VN-troepen riskeren hier wederom tussen twee vuren terecht te komen.
Het humanitaire moet op dit moment de allereerste prioriteit zijn en we moeten al onze inspanningen bundelen om een staakt-het-vuren te bereiken.
Ik heb dan nog de volgende vragen.
Kan de minister een stand van zaken geven van de verdere evacuatie van gewonde kinderen uit Gaza en het opzetten van een humanitaire corridor? In de commissie voor de Buitenlandse Betrekkingen en voor de Landsverdediging heb ik er samen met anderen al op gewezen dat Israël fosforgranaten gebruikt in een dichtbevolkt gebied en dat dit goedje vreselijke wonden kan veroorzaken. Momenteel zou, volgens Belga, ook het VN-hoofdkwartier door fosforgranaten zijn getroffen, waardoor een hele opslagplaats in brand staat en moeilijk kan geblust worden. Zal ons land, al dan niet samen met de Europese partners, aandringen op een onmiddellijke stopzetting van het gebruik van fosforgranaten op lage hoogte?
Hoe schat de minister de situatie momenteel in?
Wat met het risico op een escalatie en uitbreiding van het geweld naar Libanon en hoe staat het met de veiligheid van onze troepen ter plekke?
M. Jean-Paul Procureur (cdH). - Scandalisé, c'est le terme utilisé par de plus en plus de responsables politiques de haut niveau, même par ceux qui ont toujours voulu observer, dans ce terrible conflit, une position de neutralité, d'équidistance, comme je l'ai entendu dire aujourd'hui.
Le chef de l'ONU lui-même, M. Ban Ki-moon, s'est dit scandalisé par le bombardement, à Gaza, du complexe de la principale agence des Nations unies d'aide aux réfugiés palestiniens.
Comme tout le monde le sait, ce conflit a commencé voici plus de soixante ans. Sur le plan historique donc, sans nier les réelles lacunes des responsables politiques palestiniens dans la gestion de ce conflit, aujourd'hui, plus de quarante ans après la guerre des Six Jours, force est de constater qu'en dépit des efforts de la communauté internationale, la situation est restée semblable.
Les rencontres internationales successives, au cours desquelles les négociateurs palestiniens ont montré des signes de bonne volonté, se sont soldées par le maintien de l'action de l'État d'Israël en faveur de l'occupation des territoires, de la croissance et de l'expansion des colonies, et par la construction du fameux mur de séparation.
Bien sûr, la guerre à Gaza est aussi le résultat d'un conflit qui oppose les deux organisations au pouvoir du côté palestinien, le Fatah et le Hamas, surtout depuis les élections de 2006. Leurs affrontements armés ont paralysé la vie politique de l'autorité palestinienne, mais le résultat essentiel de l'action israélienne est bien entendu le renforcement du Hamas.
Sur le plan militaire, comme d'autres l'ont dit, les forces armées israéliennes utilisent depuis quelques jours des bombes au phosphore blanc, même si des doutes subsistent quant à l'usage de celles-ci contre les populations civiles.
Il faut aussi citer les chiffres froids des victimes. Depuis le début de l'offensive israélienne dans la Bande de Gaza, 1 054 Palestiniens ont été tués - dont 355 enfants et 100 femmes - et plus de 4 870, blessés, certains grièvement. Ceux qui, la nuit dernière, ont assisté à l'arrivée des enfants dans notre pays, n'ont pas réussi à fermer l'oeil... Les chiffres que je cite proviennent du dernier bilan fourni à l'AFP par le responsable des services d'urgence de Gaza.
Du côté israélien, on dénombre treize morts : dix militaires et trois civils.
Bien entendu, toute mort est regrettable, mais il importe de bien percevoir la réalité de la disproportion qui caractérise ce conflit.
Je voudrais aussi évoquer le récent témoignage des deux médecins norvégiens ayant travaillé une dizaine de jours dans la Bande de Gaza. Ils ont déclaré lundi qu'ils soupçonnaient l'armée israélienne d'utiliser le DIME ou Dense Inert Metal Explosive, une nouvelle génération d'explosif peu connue jusqu'à présent, de faible volume, mais produisant une explosion très puissante dans un rayon limité, puisque celle-ci se dissipe dans une zone de cinq à dix mètres.
On le sait, monsieur le ministre, une nouvelle trêve ne suffira pas. Il faut stabiliser durablement et pacifiquement les populations établies au Proche-Orient et condamnées à vivre côte à côte. Il faut bien sûr espérer qu'un jour, le mot « condamnées » ne sera plus de mise et qu'elles pourront vivre côte à côte, dans la paix et dans un esprit de bonne volonté mutuelle.
Pour le cdH, il est urgent de demander la mise en oeuvre de la résolution 1860 du Conseil de sécurité de l'ONU appelant à un cessez-le-feu immédiat et inconditionnel de part et d'autre, ainsi que le retrait des troupes israéliennes.
Il importe aussi de condamner tant les initiatives militaires israéliennes causant des centaines de victimes que les tirs de rocket du Hamas contre la population israélienne.
Malheureusement, on ne peut plus se contenter de renvoyer les uns et les autres dos à dos. Au début, on pouvait penser qu'il s'agissait d'une correction infligée par Israël au Hamas ; aujourd'hui, on ne peut plus parler d'une correction, mais d'un véritable massacre des populations palestiniennes.
Toute paix durable au Proche-Orient doit être fondée sur la création d'un État palestinien viable et sur l'assurance de la sécurité pour l'État d'Israël, deux États qui doivent coexister et se reconnaître mutuellement. Il faut continuer à tout mettre en oeuvre pour arriver à un règlement durable du conflit et assurer la paix et la prospérité aux populations israélienne et palestinienne.
À ce propos, monsieur le vice-premier ministre, la Belgique n'a pas encore franchi le pas de la reconnaissance de l'État palestinien. Ce n'est peut-être pas là que se trouve la priorité, dans l'immédiat, mais bien dans l'apaisement de la Bande de Gaza. Mais dès que les négociations entre Israël et l'autorité palestinienne reprendront - espérons que ce soit le plus rapidement possible -, il faudra que la Belgique pose un geste fort à ce propos.
De heer Louis Ide (Onafhankelijke). - Ook de N-VA betreurt dat de Oslo-akkoorden het nooit hebben gehaald. Dat is echt een gemiste kans. We betreuren dat de Verenigde Naties er niet in slagen beide partijen tot de orde te roepen. Ze degraderen zich hiermee tot een machteloze Volkenbond. We betreuren de slachtoffers, voornamelijk de kinderen.
Daarom pleiten we ervoor niet voor de tribune te spelen, maar ons bescheiden op te stellen en alle kansen te geven aan een doortastende stille diplomatie om beide partijen op betere gedachten te brengen. Dit moet onmiddellijk stoppen. Toch vrees ik dat dit niet de laatste keer is dat we dit debat gaan voeren.
Ten slotte benadruk ik, zonder dat het iets afdoet aan het drama waar we het nu over hebben, dat ook elders in de wereld nog altijd humanitaire drama's gebeuren. Ik denk onder meer aan Oost-Congo, Darfur, Irak, Afghanistan, Nigeria, Tsjaad en Somalië.
Mevrouw Lieve Van Ermen (LDD). - LDD verwacht van de Belgische regering duidelijke taal. We zijn ontgoocheld dat we tien dagen hebben moeten wachten, van 27 december tot 7 januari, voor de minister van Buitenlandse Zaken de ongezouten taal sprak die we van hem gewoon waren.
Ook ik wil een uitspraak aanhalen van de twee Noorse artsen, de enige Westerse artsen die nog in Gaza werken in het Shifa-ziekenhuis met 590 bedden, waar 2 000 gewonden worden verzorgd. Ik citeer: `De gewonden liggen hier in de gangen, het is zeven graden, ze vriezen dood. We amputeren aan de lopende band.' Het is echt schrijnend.
Ik ken Israël en ik heb veel sympathie voor dat land. Ik was er op huwelijksreis in 1978 en in 1988 bezocht ik het land opnieuw. Er zijn extremisten aan beide kanten. Ook Israël heeft zijn pacifisten, zoals de auteur David Grossman, wiens zoon stierf bij de aanval op Libanon. Maar Rabin werd vermoord door de joodse extremist Yigal Amir.
Wat me ook ontgoochelt is de beredeneerdheid van de aanval. De datum van 27 december is bewust gekozen en anderhalf jaar voorbereid. Israël startte zijn oorlog op een moment dat het Westen nog in kerstsfeer verkeerde, kort voor de machtswissel in de Verenigde Staten en voor de eigen verkiezingen in Israël, waar men bang is stemmen te verliezen aan de radicaliserende Netanyahu.
Ik heb vier zonen van twee meter, dat is samen met mijn echtgenoot `tien meter man'. Als de zonen in hun adolescentie aan het vechten gingen, omdat een van hen agressief werd, dan wist ik dat de andere gepest was. Ook in Israël is er sprake van pestgedrag. Als een Palestijn als politiek gevangene sterft in Israël, geeft men het lijk niet aan de familie, maar houdt men het in het mortuarium. Hoe is het mogelijk dat men een standbeeld opricht voor Baruch Goldstein, die toch 29 slachtoffers maakte in een moskee, en dat er voor zijn standbeeld nog elke dag bloemen worden neergelegd? Dat begrijp ik niet.
Pestgedrag werkt de twee partijen op de zenuwen. Er heerst angst, aan beide kanten, en wie in angst leeft, kan niet meer redeneren. Ik sprak gisteren hier in de Senaat met de ondervoorzitter van de Knesset. Ze beweerde dat ze niet wist of er cluster- en fosforbommen werden gebruikt, terwijl onze landgenoot, fotograaf Bruno Stevens, de resten van het fosfor zelf heeft gezien. Israël betreurt voortdurend dat de Palestijnen bevoorraad worden door Iran, waar nog altijd een oorlogsindustrie bestaat sinds de oorlog met Irak. Intussen krijgt Israël zijn wapens wel van de Verenigde Staten en ook van België. De nachtkijkers komen zelfs uit Vlaanderen. Het is zenuwen tegen zenuwen, angst tegen angst, bloed tegen bloed. Voor mij zijn alle mensen gelijk. Ik kies geen kamp. Voor mij is het bloed van de ene even veel waard als het bloed van de andere.
De heer Karel De Gucht, vice-eersteminister en minister van Buitenlandse Zaken. - Het is normaal dat op het ogenblik alle fracties vragen stellen over de gruweldaden in Gaza. In elk van de vragen voel ik vooral frustratie over de gebeurtenissen en het besef dat we er relatief machteloos tegenover staan. Ik heb datzelfde gevoel: relatieve machteloosheid tegenover het infernaal scenario dat zich in Gaza afspeelt. Er wordt inderdaad infernaal opgetreden zowel langs de kant van Israël als langs de kant van Hamas. Hamas zal moeilijk afstappen van zijn huidige oorlogsstrategie en raketten, ook al zijn het in elkaar geknutselde projectielen, op Israël blijven afvuren. Israël op zijn beurt is, gedeeltelijk wegens gebrek aan alternatieven, tot een totale confrontatie met Hamas overgegaan. Europa staat tegenover die hele situatie relatief machteloos omdat het referentiepunt voor Israël nog altijd de Verenigde Staten zijn. Daarom heb ik gezegd dat we, jammer genoeg, enkel invloed kunnen hebben op wat in het Midden-Oosten gebeurt in samenspraak met de Verenigde Staten. Ik hoop dat 20 januari, het aantreden van president Obama, een keerpunt zal zijn en we er in zullen slagen om samen met de Verenigde Staten een strategie voor het Midden-Oosten te ontwerpen.
De twee vorige presidenten van de VS, Bush en Clinton - toevallig een republikein en een democraat - hebben aan het eind van hun mandaat geprobeerd een oplossing te vinden voor het Midden-Oosten, maar hebben gedurende de zeven jaar van hun mandaat enkel lippendienst bewezen. Daarom vind ik het vrij hoopgevend dat Obama gezegd heeft dat hij onmiddellijk na zijn aantreden, over het Midden-Oosten wil praten en actie wil ondernemen. Dat lijkt me de enige echte oplossing in de huidige omstandigheden.
De positie van de Belgische regering is op 9 januari in een omstandig communiqué uiteengezet. Ik kom daar nu niet op terug. België roept de beide partijen op om resolutie 1860 van de VN-Veiligheidsraad na te leven en dus onmiddellijk te stoppen met vechten. We kennen echter het resultaat van die resolutie.
Le résultat de cette résolution n'a aucunement été un cessez-le-feu. Elle a pratiquement fait l'objet d'un classement vertical, que ce soit par Israël ou par le Hamas.
De regering veroordeelt de schendingen van het oorlogsrecht en roept op tot een onafhankelijk onderzoek. De regering is uitermate bezorgd omtrent de standpunten die het Internationale Rode Kruis en de UNRWA, de hulporganisatie voor de Palestijnen, hebben ingenomen na dodelijke incidenten waarbij ze werden getroffen door Israëlisch vuur.
En fait, c'est la première fois depuis soixante ans que le Comité international de la Croix-Rouge s'est ouvertement prononcé sur les événements qui se produisent lors d'une guerre. Normalement, le CICR reste neutre et c'est grâce à cette neutralité persistante qu'il a la possibilité de rester actif dans les zones de guerre, contrairement à d'autres organisations. L'UNRWA, une institution bien connue dans ces régions où elle est présente depuis soixante ans, a été bombardée plusieurs fois, et encore aujourd'hui. Elle a dû annoncer sa décision de mettre fin pour l'instant à son action, ce qui est dramatique car elle constitue actuellement la colonne vertébrale de la société civile à Gaza. L'actualité confirme la nécessité d'un cessez-le-feu immédiat. Le quartier général de l'UNRWA a été pris pour cible et aurait partiellement pris feu. L'hôpital du Croissant-Rouge palestinien aurait subi le même sort.
Israël utilise toute sa puissance militaire pour mener une dure campagne de guerre. Ces mots sont ceux des responsables militaires israéliens et n'expriment pas mon appréciation personnelle. Il s'agit vraiment d'une guerre totale contre le Hamas.
Beide partijen, zowel Hamas als Israël, houden in deze oorlog onvoldoende, nauwelijks of geen rekening - naargelang de manier waarop men het bekijkt - met de burgerbevolking. De vernielingen en het dodenaantal, nu al meer dan duizend, zijn onhoudbaar en onaanvaardbaar. Tijdens de evacuatieoperatie die België op het getouw heeft gezet hebben we ondervonden dat er bijzonder weinig goede wil is om dat initiatief tot een goed einde te brengen.
Les Israéliens refusent que des victimes soient exfiltrées via le territoire israélien, estimant qu'elles peuvent aussi être soignées dans les hôpitaux israéliens. J'ai des doutes quant à la volonté du Hamas d'exfiltrer autant de victimes que possible. Le corridor humanitaire donnant sur Rafah est bombardé. Pendant la pause de quelques heures, il faut tenter de circuler sur la route qui a été bombardée. Cela pose des problèmes techniques considérables. De plus, pour des raisons politiques pour lesquelles je peux avoir une certaine compréhension, l'Égypte est très réticente à l'idée de travailler avec des nations occidentales. En cas d'accord pour des opérations menées par les Occidentaux, il sera difficile de refuser des opérations de sauvetage dans certains États arabes dont l'Iran.
Cela explique dans une large mesure pourquoi cette opération d'exfiltration de notre pays a pris autant de temps et présenté autant de difficultés.
J'ai été interpellé hier en commission de la Chambre sur les livraisons d'armes à l'État d'Israël. Nous savons tous que, depuis 2003, ce sont les régions wallonne, flamande et bruxelloise qui sont compétentes et prennent les décisions en la matière, sauf si les livraisons ont un impact sur la politique étrangère de la Belgique.
Je suis en train d'examiner comment il serait possible que lesdites livraisons puissent être supervisées par l'État fédéral, bien que son action soit très limitée par la Constitution.
Het kernkabinet heeft beslist om voor 500 000 euro voedselhulp te verlenen. Minister Charles Michel is belast met de uitvoering ervan. Met de medewerking van de Jordaanse luchtvaartmaatschappij wordt via Amman ook medisch materiaal naar Gaza gestuurd. Verder onderzoeken we een aanvraag om noodhulp van UNRWA.
Tenslotte kan ik bevestigen dat er zes gewonde Palestijnse minderjarigen in Belgische ziekenhuizen zijn opgenomen. De verzorging in de ziekenhuizen en de opvang in gezinnen van de mensen die de Palestijnse slachtoffers hebben vergezeld, gebeurt onder de gecoördineerde leiding van respectievelijk de ministers Onkelinx en Milquet.
Mocht er verder nood zijn aan evacuatieopdrachten dan is België bereid om nog een of meerdere vluchten in te leggen. Ook Luxemburg is bereid een tweede MEDEVAC-vliegtuig in te zetten.
Net zoals voor de eerste vlucht moet ook voor volgende vluchten met de situatie op het terrein rekening gehouden worden. Zo heeft Egypte ons schriftelijk laten weten dat het minstens 72 uur nodig heeft voor de zogenaamde diplo-clearance, dus voor de formaliteiten en toelatingen die het mogelijk maken dat een vliegtuig dat uit Melsbroek vertrekt ook in El Arish kan landen. Op het ogenblik bevinden zich nog geen slachtoffers in El Arish omdat ze niet Gaza kunnen verlaten. Toch zijn er heel veel slachtoffers die alleen worden verzorgd in ziekenhuizen ver van het strijdtoneel. Het probleem ligt dus niet zozeer bij de evacuatie door België, maar wel bij de evacuatie uit de Gazastrook. De standpunten van Israël en van Hamas en de politieke houding van Egypte zijn daaraan niet vreemd.
De situatie in Gaza staat op de agenda van de Raad Algemene Zaken en Externe Betrekkingen van 26 en 27 januari aanstaande. Ik zal ervoor pleiten dat de Belgische accenten in de besluiten van de Raad worden opgenomen. De eerbiediging van het internationaal humanitair recht hoort daar mijns inziens bij. Ik kan me moeilijk van de indruk ontdoen dat beide partijen, zowel Israël als Hamas, het internationaal humanitair recht overtreden. We kunnen na de oorlog dus niet zomaar overgaan tot de orde van de dag. In het vredesproces na de oorlog zal men niet zomaar de spons kunnen vegen over de wreedheden van vandaag. Vanuit menselijk, humanitair en politiek oogpunt rijzen immers een pak ernstige vragen.
J'en viens aux questions relatives au « rehaussement » des relations entre l'Union européenne et Israël, décidé les 16 juin et 8 décembre 2008 par les ministres des Affaires étrangères.
L'Union européenne a décidé ce « rehaussement » dans le but d'établir un dialogue plus intensif avec le gouvernement israélien. J'ai toujours été fort sceptique à cet égard. La Belgique fut d'ailleurs la dernière à formuler des remarques sérieuses sur ce « rehaussement » qui, à mon sens, n'était pas à l'ordre du jour politique. Force est de constater que la Belgique fut le seul pays à s'exprimer de cette manière, les 26 autres pays étant d'un autre avis. Le seul veto belge a pu influencer la décision.
Dans ce contexte, je dois recevoir lundi ou mardi prochain le vice-premier ministre et ministre israélien de l'Intérieur. Le fait de convoquer l'ambassadrice israélienne me semble dès lors peu indiqué.
J'ai l'intention d'aborder avec le ministre de l'Intérieur des thèmes cruciaux comme l'impérative nécessité d'un cessez-le-feu immédiat et du respect du droit humanitaire, ainsi que la problématique de la destruction massive d'infrastructures financées par l'Union européenne ou la communauté internationale. J'aborderai aussi la nécessité de trouver une issue politique au conflit.
Mme Christine Defraigne (MR). - Je remercie le ministre pour son approche équilibrée, balancée, je n'ose dire équidistante. Mais je pense que ce conflit doit cesser immédiatement. Il ne sert cependant à rien de monter les uns contre les autres comme d'aucuns le font, et de pratiquer l'indignation sélective précisément dénoncée dans une carte blanche dans le journal Le Soir par des gens de gauche comme Claude Demelenne, Manuel Abramowicz et Sam Touzani. L'indignation sélective ne sert pas la cause du peuple palestinien.
S'il y a des violations du droit humanitaire, elles devront être sanctionnées et s'il y a des crimes de guerre, ils devront être bien évidemment sanctionnés aussi.
Mais de grâce ne pratiquons pas l'indignation sélective, monsieur Moureaux !
M. Philippe Moureaux (PS). - Je voudrais remercier le ministre. Je pense que s'il reçoit un haut responsable du gouvernement israélien et qu'il lui fait part des sentiments évoqués dans notre assemblée, cela remplacera adéquatement la simple convocation de l'ambassadrice.
Je comprends également qu'un ministre des Affaires étrangères ne puisse pas s'en tenir à une position militante, il doit essayer de faire progresser la situation. Sans apprécier à 100% les contorsions d'équidistance que ma collègue a encore exprimées, je comprends donc que l'on s'en tienne comme ministre à une certaine ligne de conduite.
Je voudrais indiquer au gouvernement que, dans les circonstances actuelles, sa volonté de démanteler l'hôpital qui se trouve dans le Sud Liban est une très mauvaise idée. Je reviens du Liban et j'y ai constaté que tout le monde y est satisfait de ce que nous faisons sur le plan humanitaire au Sud Liban, tant M. Gemayel que les représentants du Hezbollah. Il serait assez lamentable d'abandonner aujourd'hui ce terrain où l'image de la Belgique et de l'Europe est tout à fait positive dans un pays qui vit très fort la douleur des populations de Gaza.
Je terminerai en demandant à notre gouvernement d'avoir à l'heure actuelle, en dehors de tout état d'âme, un objectif premier : arrêter le massacre ! Ensuite, il faudra une paix durable. (Protestations de Mme Defraigne)
M. Charles Michel, ministre de la Coopération au développement. - Je souhaite réagir au dernier point évoqué par M. Moureaux pour éclairer les sénateurs sur la question de l'hôpital au Sud Liban. Il est exact que nous y avons un hôpital militaire. Il est en partance puisqu'il doit servir à des initiatives européennes de défense nationale conformément à nos engagements européens...
M. Philippe Moureaux (PS). - Lamentable ! Inadmissible ! (Protestations de Mmes Defraigne et Crombé-Berton)
M. Charles Michel, ministre de la Coopération au développement. - ... Si vous me laissiez terminer vous comprendriez que cette décision a été prise simultanément à une autre décision bien plus importante. L'hôpital militaire est un hôpital provisoire ; nous avons décidé de débloquer des budgets en coopération au développement pour aménager, rénover et équiper complètement un hôpital civil dans la même région. Cet hôpital a vocation à durer. Il visera à satisfaire l'ensemble des besoins y compris ceux des brûlés... (Applaudissements sur les bancs du MR)
Si vous m'aviez écouté jusqu'au bout, monsieur Moureaux vous auriez compris cette logique. (Protestations sur les bancs du PS)
Mme Christine Defraigne (MR). - (s'adressant à MM. Moureaux et Mahoux) Votre malhonnêteté intellectuelle est un scandale !
M. Karel De Gucht, vice-premier ministre et ministre des Affaires étrangères. - En ce qui concerne cet hôpital, on constate que 10% de son activité sont liés à l'opération militaire et que 90% visent la population civile de la région.
Nous avons décidé, d'une part, de réhabiliter un hôpital dans la région et de continuer à aider la population civile, et, d'autre part, de rester quelques mois encore sur place.
M. Philippe Mahoux (PS). - C'est une idée de M. De Crem pour envoyer ses troupes en Afghanistan.
M. Charles Michel, ministre de la Coopération au Développement. - Vous dites n'importe quoi ! Vous ne connaissez même pas la situation.
M. Philippe Mahoux (PS). - Israël a utilisé des bombes à sous-munitions pour frapper le sud du Liban avant le cessez-le-feu. C'est cela le problème.
M. Karel De Gucht, vice-premier ministre et ministre des Affaires étrangères. - L'idée est de toute façon de maintenir cet hôpital encore quelques mois sur place, comme le Department of Peacekeeping Operations des Nations unies nous l'a demandé.
Je crois que le démantèlement de notre hôpital coïncidera avec la réhabilitation de l'hôpital civil. Je ne pense pas qu'il faille chercher d'autres raisons à cette décision, d'autant plus que je suis convaincu que les Israéliens refuseraient d'évacuer des victimes de la guerre de Gaza vers cet hôpital. En fait ce dernier ne peut servir que pour la population de la région, et nous veillerons de toutes façons à maintenir une aide.
M. Josy Dubié (Ecolo). - Pour nous, comme pour M. Moureaux, la priorité est d'arrêter la boucherie le plus vite possible.
Vous avez annoncé que vous recevrez un haut responsable israélien, monsieur le ministre. Je pense que vous devriez lui rappeler les principes de la quatrième convention de Genève du 12 août 1949 relative à la protection des personnes civiles en temps de guerre. L'article 1er dispose que les parties contractantes, dont la Belgique, s'engagent à la respecter et à la faire respecter. Nous avons donc le devoir d'imposer aux autres le respect de cette convention qui s'applique à tous les cas d'occupation. L'art. 3, 1 dit : « Les personnes qui ne participent pas directement aux hostilités » - c'est-à-dire les civils, dont les enfants - « seront en toutes circonstances traités avec humanité. À cet effet, sont et demeurent prohibés, en tout temps et en tout lieu, à l'égard des personnes mentionnées ci-dessus, les atteintes portées à la vie et à l'intégrité corporelle, notamment le meurtre sous toutes ses formes ».
Je voudrais dire à certains intervenants, notamment à Mme Defraigne, que, pour nous comme pour eux, tout mort est un mort de trop. Nous condamnons bien entendu ceux qui s'attaquent à des civils et les tirs de roquettes sur Israël qui ont lieu depuis huit ans.
Mais, madame Defraigne, il faut voir la vérité en face. L'ambassadrice d'Israël, interrogée voici une semaine sur la RTBF, a elle-même reconnu que ces roquettes qui sont tombées pendant huit ans ont fait quinze morts ! Dans le même temps, madame, Israël, qui dit être une démocratie et qui a aboli la peine de mort, se permet de procéder à ce qu'il appelle des « liquidations », c'est-à-dire des assassinats ciblés de dizaines de Palestiniens en Cisjordanie et à Gaza...
Mme Christine Defraigne (MR). - Monsieur Dubié, il ne faut pas caricaturer ce que j'ai dit tout à l'heure. C'est un peu facile. J'ai dit : « peut-on jamais parler de proportion lorsqu'il y a une guerre ».
M. Josy Dubié (Ecolo). - ... dans le même temps, Israël se permet un blocus meurtrier qui entraîne aussi des pertes civiles, qui a des conséquences gravissimes...
Monsieur le président, est-ce que je peux m'exprimer ?
M. le président. - Madame Defraigne, laissez parler M. Dubié.
Chacun peut s'exprimer librement ici.
Mme Christine Defraigne (MR). - Moi aussi.
M. le président. - Oui, à tour de rôle.
M. Josy Dubié (Ecolo). - Le blocus auquel est soumis Gaza depuis des années a, lui aussi, été extrêmement meurtrier.
La proportionnalité entre quinze morts, d'une part, et plus de mille dont trois cents enfants, d'autre part, me semble évidente. Il faut arrêter la guerre, mais il faut aussi avoir les yeux en face des trous. Si des crimes ont été commis, ceux qui les ont commis et ordonnés devront en répondre devant la justice internationale.
Enfin, tout le monde connaît la solution. On la connaît depuis juin 1967 : c'est la résolution 242 des Nations unies qui dit échange de la paix contre les territoires. Qui ne veut pas la paix ? Qui, depuis 1967, continue à coloniser les territoires des 22% restants de la Palestine et qui devraient, en principe, faire demain la Palestine indépendante ? C'est Israël.
La solution, c'est effectivement l'échange de la paix contre les territoires, mais Israël veut la paix et les territoires. Et bien, ils n'auront ni l'une ni les autres.
Mevrouw Sabine de Bethune (CD&V). - CD&V steunt het diplomatieke optreden van de regering en het feit dat ze het voortouw neemt op het humanitaire vlak. Wanneer we pleiten voor het opdrijven van onze diplomatieke en humanitaire inspanningen, moeten we natuurlijk zowel op korte als op lange termijn oplossingen voorstellen.
Op termijn moet er om tot duurzame vrede te komen een evenwichtig plan worden ontwikkeld.
De dramatische, onhoudbare humanitaire toestand maakt echter dat uiterst dringend moet worden nagedacht over hoe de wereldconsensus voor een staakt-het-vuren kan worden hard gemaakt en worden afgedwongen.
De minister moet deze boodschap overbrengen aan de vertegenwoordigers van Israël en aan de andere partij.
Het baat niet VN-resoluties te nemen die humanitair en internationaalrechtelijk juist onderbouwd zijn maar niet kunnen worden afgedwongen.
Mevrouw Margriet Hermans (Open Vld). - Ik dank de minister voor zijn realistische analyse.
Het voortzetten van de diplomatieke inspanningen wordt het hoofdpunt en dat verheugt mij.
De verhitte discussie hier bewijst hoe gefrustreerd iedereen is. Ik hoop dat de vredesonderhandelingen op een verstandige manier kunnen worden voortgezet.
Ik wil er wel aan toevoegen dat we onze ogen niet mogen sluiten voor de oorlogsmisdaden en dat wij moeten nagaan hoe wij een staakt-het-vuren kunnen afdwingen.
De voorzitter. - Hiermee besluiten we dit minidebat.