4-57

4-57

Sénat de Belgique

Annales

JEUDI 8 JANVIER 2009 - SÉANCE DE L'APRÈS-MIDI

(Suite)

Question orale de Mme Nele Jansegers à la vice-première ministre et ministre des Affaires sociales et de la Santé publique sur «la maladie métabolique appelée leucodystrophie métachromatique (LDM)» (nº 4-551)

Question orale de Mme Vera Dua à la vice-première ministre et ministre des Affaires sociales et de la Santé publique sur «la problématique des patients souffrant d'une maladie orpheline dans le cadre de l'action `Sauvez Sandra'» (nº 4-555)

M. le président. - Je vous propose de joindre ces questions orales. (Assentiment)

Mevrouw Nele Jansegers (VB). - De jongste weken is in Vlaanderen een actie op touw gezet om een meisje uit Temse, dat lijdt aan een zeldzame maar dodelijke stofwisselingsziekte, te redden van een gewisse dood. Volgens de pers lijdt het meisje net als vijf andere kinderen in België, aan de stofwisselingsziekte MLD, metachromatische leukodystrofie. Naar verluidt bestaat er een geneesmiddel, Metazym, dat de ziekte kan tegenhouden, maar dat is peperduur. Er is sprake van zowat een miljoen euro voor een behandeling van twee jaar.

Een woordvoerder van de Belgische afdeling van Shire HGT, de firma die Metazym produceert, verklaart echter dat het geneesmiddel nog in ontwikkeling is en daardoor nog niet beschikbaar. De vader van het meisje zou dus, zelfs als hij voldoende geld zou ophalen, het geneesmiddel voor zijn dochter niet kunnen kopen.

De tijd dringt nochtans voor het meisje en haar lotgenootjes. Hun fysieke toestand gaat er zienderogen op achteruitgaat.

Over de beschikbaarheid, het nut en de toepasbaarheid van het middel doen tegenstrijdige berichten de ronde. Daarom lijkt het ons nuttig eerst daarover enige klaarheid te scheppen. Vervolgens willen we vernemen wat de overheid kan en vooral wil ondernemen om het leven van het meisje en dat van haar lotgenootjes te redden.

Is het medicijn Metazym al ergens beschikbaar? Of bevindt het zich nog in een proeffase? Zijn de resultaten in de proeffase twijfelachtig of zelfs negatief en is daarom misschien het medicijn nergens ter wereld verkrijgbaar?

Is het medicijn in België en/of in Europees verband al geregistreerd? Indien niet, kan het dan worden toegediend in de veronderstelling dat het al beschikbaar is?

Bestaat momenteel de mogelijkheid het betrokken meisje het geneesmiddel toch toe te dienen als het beschikbaar zou zijn? Welke rol kan het Bijzonder Solidariteitsfonds van het RIZIV spelen en zal het die rol ook vervullen? Hoe zit het in dat geval met de behandelende artsen? Kunnen die in de gegeven omstandigheden juridisch gezien begeleidend optreden?

Kan de Belgische regering, naar het voorbeeld van Denemarken, instaan voor de financiering van de experimentele behandeling van het meisje en de kinderen die momenteel in ons land aan de ziekte lijden en zal ze dat in voorkomend geval ook doen?

Mevrouw Vera Dua (Groen!). - Ik ben me ervan bewust dat dit een delicaat dossier is. Toch wilde ik hierover een mondelinge vraag stellen. In de kerstperiode is beroering ontstaan toen een Vlaamse TV-zender uitgebreid aandacht besteedde aan het lot van Sandra, een meisje dat lijdt aan de zeldzame stofwisselingsziekte metachromatische leukodystrofie.

In de reportage werd gesteld dat een behandeling mogelijk is, maar dat die 1 080 000 euro kost, zijnde 45 000 euro per maand, wat onbetaalbaar is voor de familie. Tengevolge daarvan startte een solidariteitsactie en werden overal acties gevoerd om de familie te helpen.

Achteraf werden de feiten enigszins genuanceerd, onder meer door verklaringen van de betrokken farmaceutische firma en van de woordvoerder van de farmaceutische sector, waaruit bleek dat het bedoelde geneesmiddel nog in een experimentele fase zit en dus niet in aanmerking komt voor terugbetaling of voor enige tegemoetkoming vanwege de overheid.

Aangezien ik geen expert ben, wil ik me niet uitspreken over dit individuele geval. Ik stel wel vast dat op het ogenblik 65 000 Belgen lijden aan een erg zeldzame ziekte - een zogenaamde weesziekte - waarvoor er nog geen geneesmiddelen of geneeskundige verzorging bestaan of waarvoor de geneesmiddelen nog in een testfase zitten en nog niet worden terugbetaald. Dat zijn dan ook 65 000 persoonlijke drama's en gezinsdrama's. En dat kan inderdaad leiden tot wat we onlangs zagen, een soort `wanhoopsdaden' van de familie waarbij de bevolking wordt aangesproken om steun te geven en er blijkbaar heel wat mensen positief en medelevend reageren.

De vraag is op welke manier de overheid in dergelijke gevallen ondersteuning kan geven. Dergelijke solidariteitsacties kunnen immers slagen voor één kind, maar vormen uiteraard geen structurele oplossing voor de vele andere gevallen, hoe goed de intenties van alle betrokkenen ook zijn. Er bestaat een Bijzonder Solidariteitsfonds dat patiënten helpt die niet kunnen worden verzorgd doordat een geneeskundige verstrekking niet wordt terugbetaald of te duur is.

In hoeverre kan het Solidariteitsfonds voor financiering zorgen in gevallen van zeldzame stofwisselingsziektes? Kan het dat doen in dit specifieke geval, al begrijp ik dat de minister zich misschien niet over individuele gevallen kan uitspreken?

Voor hoeveel gevallen per jaar is er een financiering van de geneeskundige verzorging door het Solidariteitsfonds en voor welk bedrag? Kan dat fonds met andere woorden de bestaande noden opvangen?

Wordt op een andere manier hulp en ondersteuning gegeven aan personen of families die met een weesziekte worden geconfronteerd?

Vanaf wanneer en dus in welke ontwikkelingsfase van een geneesmiddel of geneeskundige verzorging is een financiering door het fonds mogelijk?

Mevrouw Laurette Onkelinx, vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid. - De criteria voor de financiering door het Bijzonder Solidariteitsfonds van het RIZIV zijn vastgelegd in artikel 25 van de ZIV-wet. De beslissing tot financiering is gebaseerd op het onderzoek van het individuele dossier, ingediend door de sociaal verzekerde via zijn ziekenfonds. Bij een zeldzame ziekte is het essentiële criterium daarbij het feit of de behandeling - om het even of het gaat om een geneesmiddel of een andere vorm van zorgverstrekking - in de internationale wetenschappelijke kwaliteitsliteratuur door de bevoegde medische autoriteiten wordt erkend als zijnde efficiënt voor de patiënt.

In 2005 leverde het Solidariteitsfonds in 1 928 dossiers een financiële bijdrage, op een totaal van 2 945 behandelde dossiers. Dat was goed voor 7 184 528 euro.

In 2006 telden we 1 508 positief beoordeelde dossier op een totaal van 2 402, goed voor 9 510 977 euro.

In 2007 ten slotte ging het om 1 437 dossiers op een totaal van 2 524, en 11 205 651 euro.

Het college van geneesheren-directeurs van het RIZIV heeft gemiddeld dertien dagen nodig om een beslissing te nemen over aanvragen voor een tegemoetkoming die door de verzekeringsinstellingen worden ingediend. Er bestaat thans in de verplichte ziekteverzekering geen enkele reglementering voor een specifieke tenlasteneming van de verzorging van patiënten die aan een weesziekte lijden.

In het kader van mijn programma `Voorrang aan de chronisch zieken' heb ik op 8 december jongstleden het RIZIV wel gevraagd een werkgroep ad hoc op te richten die mij voor eind maart een voorstel zal doen inzake de erkenningscriteria voor patiënten met een chronische aandoening. Mijn voorstel, waarop de werkgroep zich zal baseren, omvat alle patiënten die lijden aan een weesziekte, waaraan minstens één op de tweeduizend mensen lijdt. In de toekomst zullen alle patiënten met dat statuut automatisch genieten van een specifieke hulp vanwege het RIZIV of van ons globale systeem van sociale zekerheid. De stuurgroep van het programma `Voorrang voor chronisch zieken', die bestaat uit vertegenwoordigers van de ziekenfondsen, het RIZIV en de Federatie van patiëntenverenigingen werkt op het ogenblik aan een voorstel inzake een mogelijke specifieke hulp. Om die administratief eenvoudig te houden pleit ik voor een maximale terugbetaling van de zorgverlening, zonder daaraan een voorwaarde te verbinden van het bestaan van een of andere ziekte. Het is daarbij evident dat het aantal prestaties zal verschillen van pathologie tot pathologie.

De ziekenfondsen bieden hun leden in hun aanvullende verzekering vaak tegemoetkomingen aan voor de grote uitgaven waarmee patiënten soms worden geconfronteerd en die niet gedekt worden door de verplichte ziekteverzekering. Ik denk bijvoorbeeld aan de dienst Medi'kids van de Franstalige socialistische ziekenfondsen, die naast een eerste bedrag dat ten laste van de gezinnen blijft, alle kosten ten laste neemt in verband met een ernstige en dure ziekte bij kinderen.

Bij behandelingen die nog in de experimentele fase verkeren, gebeurt het geregeld dat farmaceutische bedrijven gratis geneesmiddelen verschaffen aan de patiënten die er nood aan hebben. Metazym van de firma Shire is nog steeds in het experimentele stadium en meer bepaald in fase III, namelijk die waarbij de efficiëntie van het medicament op vrijwilligers wordt getest. Het mag dus nog nergens in de Europese Unie op de markt worden gebracht en het wordt derhalve ook nergens terugbetaald door de sociale zekerheid. Rekening houdend met de wettelijke criteria voor de tegemoetkoming van het Bijzonder Solidariteitsfonds, kan het in dit stadium dus niet het voorwerp zijn van eender welke tegemoetkoming van genoemd fonds.

De verplichte ziekteverzekering voorziet thans in geen enkele bijdrage voor experimentele behandelingen, tenzij voor zeldzame uitzonderingen via bepaalde studieovereenkomsten, ten laste van het budget van de administratiekosten van het RIZIV.

Indien in de toekomst een dergelijk initiatief wordt genomen, is het beter de bijdrage niet te beperken tot eender welke lijst van ziektebeelden, maar algemene criteria te definiëren voor de terugbetaling van experimentele behandelingen.

Mevrouw Vera Dua (Groen!). - Ik ben verbaasd dat er nu nog moet worden begonnen met de samenstelling van een werkgroep om de criteria voor de bijdrage bij weesziekten te bepalen. Ik ben wel blij dat de werkgroep er eindelijk komt.

Ik ben het volkomen eens met de minister dat de farmaceutische industrie de kosten voor de patiënt draagt als een geneesmiddel nog in een experimentele fase is. In dit specifieke geval blijkt echter dat de patiënt tussen de mazen van het net valt: de patiënt wordt door de farmaceutische firma niet toegelaten tot het experiment, en het Bijzonder Solidariteitsfonds en het RIZIV stellen dat de efficiëntie van het geneesmiddel nog onvoldoende is bewezen. Het eindresultaat is dat de patiënt om financiële redenen niet kan deelnemen aan het experiment. Ik stel dan ook voor dat de minister deze specifieke problematiek aan de toekomstige werkgroep voorlegt. Mensen die ten einde raad willen deelnemen aan een experiment moeten daartoe de mogelijkheid krijgen, al dan niet met overheidssteun.

Mevrouw Nele Jansegers (VB). - Wij blijven op onze honger zitten. De oprichting van een werkgroep is een klassiek antwoord op alle problemen waarvoor de regering geen oplossing heeft. De werkgroep zou er in maart misschien komen, maar dan is het misschien al een beetje te laat voor het meisje in kwestie.

We kunnen niet begrijpen dat het meisje dat niet aan de voorwaarden van een experiment van een farmaceutische firma voldoet, en evenmin terugbetaling van het RIZIV kan krijgen, geen enkele mogelijkheid heeft om aan het medicijn te komen, zelfs al willen haar ouders of mensen die solidair zijn, het medicijn volledig betalen. Het is schrijnend: er bestaat een geneesmiddel en de patiënte zou er eventueel mee kunnen worden geholpen, maar we krijgen geen antwoord op de vraag of dit meisje aan het medicijn kan komen, eventueel zonder terugbetaling door de overheid.